Inhoudelijke leegte wordt overschreeuwd, iedere kritiek op Brussel gedemoniseerd. Het mag voor iedereen duidelijk zijn; het staat er bar slecht voor met de EU.
De ten einde lopende campagne voor de Europese Parlementsverkiezingen van komende zondag (in de meeste lidstaten althans) wierp een ongenadig licht op de hopeloze staat van de Europese Unie. Het establishment probeert haar inhoudelijke leegte te overschreeuwen. Wie problemen als het voortdurend in crisis verkerende euro-systeem, het ontspoorde immigratiebeleid of de democratische tekorten van de EU eindelijk ter discussie wilde stellen, werd met hysterische clichés bestreden.
Polemische mottenkist
Daarbij grepen die partijen die het tot nog toe in Brussel voor het zeggen hebben diep in de polemische mottenkist. Critici werden per definitie weggezet als populistisch en anti-Europees. Geen bewering was plat genoeg om niet te berde te brengen. Bijvoorbeeld dat er zonder deze EU een nieuwe Europese oorlog waarschijnlijker zou worden. Daarbij wordt voor het gemak buiten beschouwing gelaten, dat de beide Europese hoofdvijanden van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog, Rusland en het Verenigd Koninkrijk, ofwel nooit EU-lid waren, dan wel het zeer binnenkort waarschijnlijk niet meer zullen zijn.
Verdeeldheid
Intussen speelt de EU een belangrijke rol in het opstoken van de spanning met Rusland. Ook de Britten die hun eigen weg willen gaan, worden door Brussel niet bepaald als ‘even goede vrienden’ uitgezwaaid. Als iedereen zich nou maar zou conformeren aan wat Brussel wil, dan was er geen verdeeldheid, zo simplistisch lijkt de gedachtegang van de EU-mandarijnen.
EU ≠ Europa
Ze spreken als vanzelfsprekend over de EU als ‘Europa’ en doen daarmee alsof de landen buiten dat politieke arrangement überhaupt en per definitie niet tot ons continent en onze beschaving behoren. Alsof het alleen maar over achtergebleven buitenstaanders gaat, die men gerust negeren of slecht behandelen kan.
Zelfsacralisatie
Naar binnen heeft de zelfsacralisatie de plaats ingenomen van argumentatie en dialoog. Wie kritiek oefent, wordt als een afvallige uit de kring van de goeden uitgesloten. Die hoort eigenlijk niet in het Europees Parlement of in de Europese Raad thuis en moet zoveel mogelijk geïsoleerd worden. Tegen zulke ketters is ook meteen iedere vuile truc geoorloofd, zoals de affaire Strache nog eens duidelijk maakt.
Façademanifestaties
De afstand tussen de eurocraten en de burgers wordt op deze manier alleen maar groter. Geënsceneerde pro-EU-‘bewegingen’, zoals Pulse for Europe of de demonstraties die afgelopen zondag in Duitsland plaats vonden, doen daar niets aan af. Te eenvoudig is voor iedereen herkenbaar, dat het hier om geconstrueerde façade-manifestaties gaat, die aan de geforceerde optochten in dictaturen doen denken. De naamgeving spreekt daarbij al boekdelen; bij goede gezondheid is de polsslag immers geen onderwerp.
Van binnenuit hervormbaar?
Als deze campagne iets heeft gedaan, dan is het wel een domper zetten op de hoop dat de EU nog van binnenuit te hervormen zou zijn. Hoewel partijen als Rassemblement National, Lega en Forum voor Democratie voor deze verkiezingen hun koers hebben bijgesteld en duidelijk maken een ultieme poging te willen doen om de EU van binnenuit te hervormen in plaats van direct naar de uitgang te bewegen, worden ze nog altijd voor ‘anti-Europees’ versleten. Establishment-krachten sluiten samenwerking met zogenaamde ‘anti-Europese’ populisten op voorhand uit en zijn daarvoor desnoods bereid een monsterverbond aan te gaan.
Repressie en intimidatie
Het EU-establishment is kennelijk niet in staat om problemen als de eurocrisis of de immigratie op een manier op te lossen, waarin alle lidstaten mee kunnen komen. Dus zetten ze in op repressie en intimidatie van iedere oppositie. Deze ondemocratische opstelling – en niet het populisme – kan de EU in de komende jaren nog lelijk opbreken.