Eenzijdige reactie politiek en media op Chemnitz is spelen met vuur

door | 30 augustus 2018

Met alle geweld moet het burgerprotest in Chemnitz zwart gemaakt worden. De gevestigde media en politiek in Duitsland spelen daarin echter met vuur.

In de reacties van de gevestigde partijen en media op de gebeurtenissen in Chemnitz komt een onbeschaamde eenzijdigheid aan de dag. De moord op een 35-jarige Duitse gezinsvader, door messteken van vermoedelijk een Syriër en een Irakees, speelde al snel nauwelijks nog een rol in het mediacircus. In plaats daarvan werden duizenden demonstrerende burgers, die hun verontwaardiging niet weg wilden slikken, generaliserend als ‘rechts gespuis’ weggezet.

Het brengen van de Hitlergroet en aanvallen op buitenlands of links ogende mensen zijn uiteraard niet te rechtvaardigen. Maar bij linkse demonstraties, die door extremisten en geweldszoekers misbruikt worden, benadrukken gevestigde media en linkse politici uitentreuren dat het slechts om ‘een klein groepje relschoppers’ gaat, die zich ‘onder de massa van vreedzame demonstranten begeven’ of woorden van gelijke strekking. De duizenden burgers in Chemnitz worden daarentegen zonder aanzien des persoons of van hun motieven over een kam geschoren met de foute figuren die er tussen zitten.

De ‘strijd tegen rechts’ houdt de radicaal-linkse organisaties die hun acties coördineren met de gewelddadige Antifa uit de wind, maar wil naar rechts geen differentiatie accepteren. Het lijkt wel een sadistisch spel. Massief ondersteund door vooringenomen media stimuleert de Duitse politiek een asiel- en immigratiegolf, waarover de rest van de wereld alleen maar het hoofd kan schudden. Als gewone Duitse burgers dan hun geduld verliezen en naar aanleiding van een wrede moord hun opgepotte woede uiten, reageren politiek en media als hebben ze op de gelegenheid zitten wachten om er schande van te spreken en de burgers als ‘rechts gespuis’ te ontmaskeren.

Politiek en media spelen hierin echter met vuur. Men moet zich niet laten misleiden door de relatieve rust in de westelijke deelstaten van de Bondsrepubliek. Ook daar groeit het misnoegen, net als in de voormalige DDR, en grijpen angst en onzekerheid om zich heen. Het ontbreekt de West-Duitsers echter aan de revolutie-ervaring van hun landgenoten in de nieuwe deelstaten, ze zijn zodoende gemakkelijker te disciplineren door politiek en media. Nog wel, want ook bij hen zit er een limiet aan, waarna de angst als ‘rechtsradicaal’ weggezet te worden overmand wordt door woede op de politiek.

De historische vraag is, of er voorbij deze limiet een kracht is die het protest in democratische banen kan leiden of dat het daadwerkelijk extreme krachten lukt zich op de voorgrond te plaatsen. Als de gevestigde media en politiek in Duitsland boze burgers en de democratische oppositie blijven wegzetten en ieder werkelijk debat weigeren, spelen ze daarmee de echt radicale krachten in de hand. Zo is bijvoorbeeld het nieuwe boek van Thilo Sarrazin een aanbod om eindelijk op basis van feiten en realistisch te discussiëren. Het lijkt er echter niet op dat het establishment in Duitsland dit aanbod aan zal nemen.