In Leiden mag – als het aan de Partij voor de Dieren ligt – Sinterklaas niet meer op zijn schimmel rijden en mag de notabelenkoets van de Drie-oktobervereniging (mèt burgemeester Lenferink) niet meer door paarden worden getrokken (lees Loman Leefmans op pag. 1 van het LD Regio-katern van 11 april jl.). Sinds Nicolaas Beets in 1839 de echte Hollandse jongen beschreef als de schavuit die in bomen klimt en vogelnestjes uithaalt om de jonkies, gespietst op een gepunt takje, als lekker hapje te roosteren boven een laag sprokkelhoutvuurtje, is er in onze ideeën over de omgang met dieren nogal wat veranderd ja. Evenwel, het houden van dieren als vee, als lastdier of huisdier, is minstens zo oud als de menselijke cultuur en een vast onderdeel van ons sociaal gedrag. Wat de PvdD eigenlijk lijkt te willen is dan ook de meest ingrijpende sociale revolutie sinds Abel schapen ging houden (zijn brandoffer werd aanvaard, hij werd daarom door zijn jaloerse broer, de landbouwer Kain, doodgeslagen). Stelt u zich voor een wereld zonder veeboeren, zonder veeartsen, zonder universitair veeteeltkundig onderzoek, zonder veeteeltnomaden, zonder yurten, maar ook een wereld zonder huisdieren (geen katjes, honden, kanariepietjes of aquariumvisjes, geen dierenwinkels, geen dierenartsen) en ook zonder maneges: geen rijscholen, geen ruiterdressuurwedstrijden, geen concours hippique, geen Anky van Grunsven; en natuurlijk ook geen dierentuinen. Dat wordt dus de wereld zonder dierenvertier, zonder hondenpoep en zonder zuivel, die de Partij voor de Dieren voor u in petto heeft. Heeft u er zin in?