In 1949 werd de Joodse staat Israël het negenenvijftigste lid van de Verenigde Naties.
Het zestigste lid had een Palestijnse staat kunnen zijn. Nu, 63 jaar later, is die staat er
echter nog niet. De Palestijnen wijten dit aan de houding van Israël. Ze willen pas met
Israël over vrede praten wanneer Israël stopt met het bouwen van woningen op de
Westelijke Jordaanoever, het gebied waar een Palestijnse staat moet komen. De bouw van
nederzettingen lijkt het grootste struikelblok te zijn. Althans dat wil de Palestijnse president
Abbas ons doen geloven. Het is echter duidelijk dat hier meer aan de hand is. In 1948 wilden
de Arabische leiders Israël al niet erkennen en begonnen ze een vernietigingsoorlog. Toen
waren er nog helemaal geen Joodse nederzettingen. Daarbij komt dat Israël een paar jaar
geleden een bouwstop van tien maanden heeft ingesteld om een opening te creëren voor
onderhandelingen met de Palestijnen. De Palestijnen weigerden echter te onderhandelen in
die periode.
Het is reëel te veronderstellen dat de Palestijnen wel een staat willen, maar geen vrede.
Israël wil wel vrede, maar geen Palestijnse staat. Het vertrouwen dat Israël heeft in de Palestijnen
is namelijk tot een dieptepunt gedaald. Dat is ook begrijpelijk. Abbas heeft namelijk vrede
gesloten met Hamas. Hamas is een terroristische organisatie en een vijand van Israël en
zal het bestaansrecht van Israël nooit erkennen. Als Abbas vrede wil met Israël, moet hij
geen verbintenis aangaan met de vijand van Israël. Wanneer de Fatah beweging van Abbas
samen met Hamas een interimregering vormt, is het te begrijpen dat Israël geen Palestijnse
staat wil. Hamas heeft het nu in de Gazastrook voor het zeggen. Vanuit dit gebied worden
er met grote regelmaat raketten op Israël afgevuurd. Grote vrees van Israël is dat dit straks
ook vanuit de Westelijke Jordaanoever zal gebeuren. De Fatahbeweging van Abbas wordt
gematigd genoemd. Abbas weigert echter tot op heden Israël als Joodse staat te erkennen.
Hij wil namelijk de weg openhouden dat vele Palestijnen die te boek staan als vluchtelingen
naar Israël terug kunnen keren. Het is opmerkelijk dat Abbas wel het recht claimt van
Palestijnen om zich in Israël te vestigen, maar dat er in de nog op te richten Palestijnse staat
van hem geen Joden mogen wonen.
Gezien alles wat de Palestijnen klaarmaken is het opvallend dat Israël de wereldopinie niet
mee heeft. De Verenigde Naties zijn namelijk erg anti-Israël. Van de 193 lidstaten van de VN
zijn er 87 islamitisch. Veel van de 120 christelijke staten zijn ook kritisch tegenover Israël.
Israël is de enige Joodse staat van de wereld. Het is hen echter niet vergund in veiligheid
en vrede te leven. In de 63 jaar dat Israël bestaat nam de VN meer dan 200 resoluties aan
tegen de staat. Israël wordt het recht soms ontzegt om zich te verdedigen tegen vijandelijke
aanvallen. Welke land zou lijdelijk toezien als een buurland duizenden raketten afvuurt en
mensenlevens hierdoor in gevaar komen. Als de internationale gemeenschap niet wil dat
Israël ingrijpt, wordt het tijd dat ze zelf de bezem door de Gazastrook haalt.
Vanuit de hele wereld is er forse kritiek op Israël. Het lijkt wel alsof Israël de grootste
bedreiging is voor de mensenrechten. De VN-raad van de Mensenrechten veroordeelt
voortdurend Israël. Voor Arabische dictators en terroristische moslimgroeperingen is echter
nauwelijks oog. Aan deze eenzijdigheid moet een eind komen. De Palestijnen moeten klare
wijn schenken en niet met dubbele tong spreken. Het gebeurt regelmatig dat ze voor de
internationale media in het Engels doen alsof ze vrede met Israël willen, maar dat ze op
andere momenten in het Arabisch het tegenovergestelde zeggen. Wanneer de Palestijnen
Israël niet als Joodse staat erkennen, er geen einde komt aan de terroristische aanslagen en
het prediken van haat in schoolboeken niet stopt, is het beter dat er nooit een Palestijnse
staat komt.