Afgelopen zondag stemde het Lagerhuis van het Braziliaanse parlement voor het starten van een afzettingsprocedure voor de president van Brazilië, Dilma Rousseff. De senaat zal hier naar verwachting mee instemmen.
Het is veelzeggend dat de afgevaardigde die het voorstel om de afzettingsprocedure in gang te zetten over de drempel van 342 hielp Bruno Araújo was, die zelf onder verdenking staat vanwege een document dat er op wijst dat hij illegale fondsen ontvangen zou hebben van het grote bouwbedrijf dat centraal staat in het corruptieschandaal waarover momenteel zo veel te doen is in Brazilië. Daar komt bij dat Araujo lid is van de PSDB die vier keer op rij de nationale verkiezingen verloren heeft van Rousseffs PT, voor het laatst zo’n anderhalf jaar geleden, toen 54 miljoen Rousseff opnieuw hun stem gaven.
Deze twee feiten onderstrepen de ongeziene, haast onwerkelijke aard van de feiten die zich zondag voltrokken in Brasília, de hoofdstad van het op vier na grootste land ter wereld. Politici en partijen die twee decennia gepoogd hebben en gefaald zijn om de PT in democratische verkiezingen te verslaan, sloegen triomfantelijk de handen ineen om in feite de verkiezingsuitkomst uit 2014 ongedaan te maken, door Rousseff af te zetten op gronden die, zoals bijvoorbeeld de New York Times opmerkt, op zijn best zeer dubieus zijn. Zelfs The Economist, die lange tijd van niets dan minachting heeft laten zien voor het beleid van de PT en haar aandacht voor armoedebestrijding en het liefst zou zien dat Rousseff opstapt, stelde in een commentaar dat, nu bewijzen van criminaliteit ontbreken, een afzettingsprocedure “niet gerechtvaardigd” is en het lijkt op een “voorwendsel om een impopulaire president af te zetten”.
De parlementaire handelingen van zondag, die voltrokken werden uit naam van de bestrijding van corruptie, werden voorgezeten door een van de meest onverholen corrupte politici in de democratische wereld, de voorzitter van het Lagerhuis, Eduardo Cunha, van wie onlangs naar buiten kwam dat hij miljoenen dollars op Zwitserse bankrekeningen heeft staan, die hij onmogelijk op non-corrupte wijze verkregen kan hebben. Hij heeft bovendien meineed gepleegd door in een parlementaire hoorzitting te ontkennen dat hij buitenlandse bankrekeningen had.
Van de 594 leden van het Lagerhuis staan 318 onder de verdenking van corruptie, zoals The Globe and Mail onlangs meldde, terwijl hun doelwit, president Dilma Rousseff niet beschuldigd wordt van financiële misstappen.
In Brazilië geloven velen ter linker zijde dan ook dat de Verenigde Staten de huidige instabiliteit in hun land actief bevorderen om zo af te komen van een linkse regeringspartij die sterk leunt op de handel met China, en in plaats daarvan een meer op Amerika georiënteerde regering in het zadel te helpen die langs electorale weg weinig kans zou hebben.
Daar is weliswaar vooralsnog geen echt bewijs voor, maar dat een sleutelfiguur uit het anti-Rousseff-kamp de dag na het inzetten van de afzettingsprocedure in Washington DC arriveerde, spreekt voor menig Braziliaan boekdelen. Oppositieleider Aloysio Nunes is drie dagen in Washington om met allerlei politici, hoge ambtenaren, lobbyisten en adviseurs van Clinton te spreken.
Zie voor uitgebreidere achtergronden The Intercept.