Ja, hij is een clown, hij is een alfamannetje dat zich opzichtig ook zo gedraagt, hij is een mediamagnaat die niet schuwt zijn media-imperium voor zijn eigen persoon in te zetten, het is Berlusconi. En rond Berlusconi is iets vreemds aan de hand. Er lijkt bij de gevestigde orde in Brussel namelijk een gigantische weerzin tegen hem te bestaan. Wie de berichtgeving van de gangbare media een beetje volgt zal snel zeggen “vind je het gek, die man is een totale idioot”. Toch is het antwoord “ja”, want in een democratische unie, die de EU pretendeert te zijn, dienen de andere regeringsleiders zich neer te leggen bij een soevereine keuze die een volk maakt in een vrije verkiezing.
Natuurlijk, Berlusconi heeft nu eenmaal het een en ander op zijn kerfstok. De bizarre Bunga-Bunga feestjes lijken ook daadwerkelijk plaats te hebben gevonden en Berlusconi is niet onverdienstelijk op het gebied van vreemde uitspraken. Zoals toen hij in het Europees Parlement stelde dat Martin Schultz geknipt is voor de rol van concentratiekampbewaker in een speelfilm. Ook de schaamteloze zelfpromotie via zijn media-imperium doet voor ons Nederlanders nogal vreemd aan.
Er lijkt echter ook een diepgewortelde institutionele weerzin te bestaan tegen Berlusconi. De Nederlandse EU-functionaris Kroes heeft zich tegen hem uitgesproken. Net als de Duitse minister Schäuble. Beide zijn functionarissen die zich bewegen in de binnenste Brusselse kringen, hun opvattingen kunnen worden gezien als representatief voor hoe er binnen de EU gedacht wordt over Berlusconi. Dit is vrij schokkend te noemen. Als zij zich bijvoorbeeld uit zouden spreken tegen Mark Rutte dan is de verontwaardiging die ongetwijfeld zal volgen met geen pen te beschrijven.
Maar waarom eigenlijk richt deze weerzin in Brusselse kringen zich op Berlusconi? Zelfs als alle beschuldigingen waar zijn is hij niet de enige Italiaanse politicus die incompetent en corrupt is en rare uitspraken doet. Giuseppe Grillo, een andere gegadigde voor de macht, grossiert in dezelfde mate in beledigingen en is vreemd genoeg veel minder het lijdend voorwerp van allerlei tegen-adviezen van EU-politici. Er zijn meerdere aanvliegroutes om deze weerzin te verklaren. Namelijk politiek, economisch en ook zeker praktisch. Want Berlusconi is er de politicus niet naar om zich makkelijk te laten kisten door derden.
Berlusconi’s directe politieke concurrenten zijn in wisselende mate serieus te nemen. Van “bijna-niet” tot “een serieuze tegenstander”. Waar de EU op aan lijkt te sturen is een Italiaanse regering van Monti en Bersani. Twee mensen van ongeveer hetzelfde profiel, “kleurloos maar degelijk”. En er is dus Giuseppe Grillo die zichzelf al buiten de race geplaatst heeft door samenwerking met iedereen uit te sluiten.
Grillo’s beweging bestaat geheel uit beginnelingen en heeft het potentieel de Italiaanse politiek verder te laten ontsporen. Toch hoor ik nauwelijks EU functionarissen tegen Grillo uitspreken. Kennelijk is het potentieel van totale ontsporing minder weerzinwekkend dan iemand als Berlusconi die al leider van een land is geweest en de klappen van de zweep beter kent dan een verzameling beginnelingen. Grillo wil zelfs een referendum over de Italiaanse deelname van de Euro organiseren. Maar zelfs dat perspectief ontlokt geen veroordeling vanuit de officiële kanalen. Kennelijk is dat zo erg nog niet zolang Berlusconi het maar niet voorstelt.
Dan hebben we de onvermijdelijke Mario Monti. Een grijze voormalige werknemer van de ronduit criminele “zakenbank” Goldman Sachs geniet opmerkelijk genoeg wel aanzien in overheidskringen. Dit ondanks zijn failliete beleid van bezuinigen, bezuinigen en nog eens bezuinigen. Wat heeft Mario Monti wel wat Berlusconi niet heeft? Betere kennis van de achterdeurtjes naar de macht? Zegt Monti braaf “hoe hoog” als EU-functionarissen bevelen “spring!”? Kan Monti door zijn verleden met Goldman Sachs beter onder druk gezet worden? Je zou gaan geloven dat het iets in deze richting moet zijn.
Als laatste hebben we Bersani. Het Italiaanse antwoord op de kleurloze fransman François Hollande, is van hetzelfde laken een pak. Kleurloos en voorstander van een economisch beleid van bezuinigen dat in elk geval heeft bewezen niet te werken. Ook Bersani is vreemd genoeg acceptabel. Waarom eigenlijk? Omdat hij door zijn “fatsoen”, burgerlijkheid en kleurloosheid geen bedreiging zal vormen voor de gevestigde macht in Brussel? Dit ondanks het pleidooi voor een failliet economisch beleid? Of juist dankzij? Dat Italië met deze kleurloze en voor de EU ongevaarlijke figuren in elk geval de komende 10 jaar geen rol van betekenis gaat spelen in de EU? Wie het weet mag het zeggen.
(Tussen twee haakjes, waarom werkt bezuinigen niet? Voor die discussie verwijs ik naar de ervaringen van de eveneens kleurloze Duitse “hongerkanselier” Heinrich Brüning. Waarbij een poging het overheidsbudget op orde te krijgen door bezuinigingen op werkloosheidsuitkeringen leidde tot een verheviging van de rellen en de chaos in de Weimarrepubliek).
Een ander deel van de weerzin tegen Berlusconi bestaat uit concrete economische motieven. Het lijkt hier wederom (zoals bij veel ruzies) om olie en gas te gaan. Zo heeft hij persoonlijke vriendschap gesloten met Vladimir Poetin. Dat deze vriendschap verder gaat dan gewone vriendschap is duidelijk. Tijdens de hoogtijdagen van Berlusconi is er besloten tot de constructie van een oliepijpleiding waarbij Italië een grote rol speelt. Dit is de zogenoemde “Southstream” pijpleiding die van Rusland naar Oostenrijk en Italië loopt via de Zwarte Zee en daarmee Turkije en Oost-Europa passeert. Waarmee vooral Oost-Europa hiermee een zekere mate van strategische relevantie verliest, want tot nu toe liepen oliepijpleidingen naar Europa vooral via Oekraïne.
Een oliepijpleiding is een ander soort overeenkomst dan de meeste economische overeenkomsten. Het zijn miljardeninvesteringen die militair doorwerken omdat het een economische dynamiek tussen landen creëert die niet te stoppen is met conventionele politiek. Met de nieuwe economische werkelijkheid die gemaakt wordt bestaat ook de kans dat militaire bondgenootschappen onder druk gezet worden.
Buiten dat is de Southstream pijpleiding een directe concurrent van de Nabucco-pijpleiding. Een pijpleiding van Iran naar Oostenrijk die over land loopt en waarbij Oost-Europa en Turkije niet op dezelfde manier buitenspel gezet worden. De Nabucco pijpleiding is gesanctioneerd door de EU en dus heeft de EU geen belang bij het slagen van het Southstream project. Waarom immers de concurrentie bevorderen? En het slagen van het Southstream project zou ook een gigantische geopolitieke klap zijn omdat Rusland direct olie kan transporteren naar Europa zonder noemenswaardige omwegen. Goede redenen dus om iedereen die betrokken is bij het project te dwarsbomen.
De weerzin tegen Berlusconi blijft niet bij angst alleen. Zo is er nog de vreemde aanslag op Berlusconi waarbij Berlusconi geraakt werd met een zwaar metalen voorwerp. Normaal gesproken wordt de dader in de media omschreven als een “verwarde man” die “de samenleving met terreur probeert te beïnvloeden”, maar deze keer werd er zonder veel omhaal gesproken over “een complot van Berlusconi zelf om meer sympathie te krijgen”. Bij geen enkele andere aanslag, zelfs bij de aanslag op Pim Fortuyn niet, werden zulke bizarre suggesties door de mainstream media de wereld in geslingerd. Het is alsof de NOS zou beweren dat koningin Beatrix persoonlijk heeft gevraagd om de waxinelichthouder tegen de Gouden Koets vanwege haar gedrag.
Er zijn nog de talloze rechtszaken tegen Berlusconi. Hierin is de situatie in Italië verschillend van die in Nederland, omdat in Italië ook de magistratuur langs politieke lijnen verdeeld is. Enig onderzoek laat zien dat Berlusconi als sinds 1994 een geschiedenis heeft met communistische rechters uit Milaan. In welke mate dit ook echt politiek gemotiveerd is? Dat is moeilijk te zeggen van buitenaf. Maar in Italië zijn wel vreemdere complotten gesmeed en ontmaskerd. Zoals het bizarre verhaal rond de vrijmetselaarsloge P2. Of de invloed van de maffia op de politiek. Zoiets is moeilijk voor te stellen voor ieder ander land, maar in Italië lijkt het allemaal mogelijk.
Maar goed, genoeg speculaties en intrige dus om een heel boek mee te vullen. De institutionele afkeer van Berlusconi is in elk geval groot genoeg om nog een tweede aanslag op zijn leven niet uit te sluiten mocht Berlusconi weer een positie van reële macht verwerven.