Het klimaatdebat
Natuurlijk hadden onze politici de klimaatkwestie tijdens de verkiezingen aan de orde moeten stellen. Dan hadden wij, de kiezers, met hun plannen rekening kunnen houden. ‘De rekening van het klimaat niet bij de burger’ citeert nu ons dagblad een volstrekt ongeloofwaardige Wiebes (LD 11.7.2018): Die rekening kan alleen bij ons terecht komen. Onze overheid heeft zelf geen geld, wat ze nodig heeft int ze als belasting. En het bedrijfsleven berekent zijn extra kosten gewoon door, aan ons. Onze regering zet nu in op energie zonder CO2-productie. Maar geen kernenergie nee (het enige realistische alternatief). Eerder bedekken we heel Nederland met zonnecollectoren en zetten heel ons continentaal plat vol windmolens en nog blijft het probleem dat de zon ’s nacht niet schijnt en het weer ook windstiltes kent. Klimaatverandering is een geologisch fenomeen. De temperatuurtoename in de afgelopen decennia past in een patroon, de invloed van de verhoogde economische CO2 uitstoot is betwistbaar evenals die van de mens (7 miljard mensen nu ademen veel meer CO2 uit als 1 miljard mensen in 1900). Het teveel aan atmosferische CO2 – als dat het probleem is, wetenschappers twisten daar dus over – kan echter met technologie worden geredresseerd: ‘Capture & storage’ (opslag ondergronds is de idee) wordt serieus bestudeerd maar lijkt een aanpak die het publiek afschrikt (nog meer gasbevingen?). ‘Capture & processing’ – lees nog eens het artikel van Wilfred Simons “Recycling van CO2 is veel beter dan opslag” (LD, 28 maart jl., pag. 11, regionaal) – wordt minder bestudeerd maar al wel in praktijk gebracht, op IJsland in een fabriek die ethanol produceert uit CO2 en waterstof. Als die aanpak eenmaal mondiaal kan worden toegepast kunnen al die extremistische plannen om Nederland van het gas af en alle motoren aan de elektriciteit te krijgen, worden gebruikt waar ze goed voor zijn: om er de kachel mee aan te maken.