De omvang van de Russische aanwezigheid in Donbass

door | 21 augustus 2018

In een aantal video’s en rapporten van de afgelopen dagen legt de OVSE opnieuw de vinger bij de betrokkenheid van Rusland in het conflict in Oost-Oekraïne. De betrokkenheid van Rusland heeft tot veel kritiek uit westerse landen geleid. In dit artikel een korte weergave van de betrokkenheid van Rusland in het conflict in Oost-Oekraïne en de omvang hiervan. Daarnaast wordt ingegaan op een aantal juridische en ethische zaken die verband houden met de Russische aanwezigheid in Oost-Oekraïne.

De militaire aanwezigheid van Rusland in Oekraïne is op zich geen nieuws. Zelfs president Poetin heeft erkend dat er tot op zeker hoogte een Russische militaire aanwezigheid is in Oekraïne. Er blijft echter onduidelijkheid over hoever deze Russische militaire aanwezigheid precies gaat. In dat opzicht zijn een aantal recent gepubliceerde drone-beelden van de OVSE erg interessant.

Op de drone beelden is te zien hoe een colonne vrachtwagens vanuit grondgebied dat onder controle van de Volksrepubliek Donetsk en Loegansk staat in het midden van de nacht naar Russisch grondgebied toe rijdt. Eveneens is te zien hoe de colonne tegemoet wordt gereden door een konvooi vrachtwagens dat Oekraïne inrijdt. De videobeelden zijn bijzonder interessant omdat de beelden laten zien dat de colonne de Russische grens oversteekt. Wat de lading was die de vrachtwagens transporteerden is niet duidelijk. Wel moet erbij woren vermeld dat er in de DNR en LNR een avondklok geldt in verband met de oorlog.

In dezelfde week deed de OVSE nog een ontdekking. In een rapport maakte ze het volgende bekend:

In niet-door-de-overheid-gecontroleerde gebieden spotte op 28 juli een mini-drone vier verschillende elektronische oorlogsvoeringssystemen (een Leer-3 RB-341V, een 1L269 Krasukha-2 en RB-109A Bylina en een anti-drone systeem, Repellent-1) bij Tsjornuchyne (64 zuidwestelijk van Loegansk), allen werden voor de eerste keer gezien door de Waarnemingsmissie.

Voor al dit materiaal geldt dat het om gloednieuw Russisch materiaal gaat. De RB-109A Bylina bevindt zich zelfs nog in de testfase. De wapensystemen konden dus niet zijn buitgemaakt op het Oekraïense leger.

Dit is echter niet de eerste keer dat dergelijke beelden opduiken. Eveneens bekend is het verschijnen van een  modern Russisch wapensysteem Pantsir-S in Loegansk. Het gloednieuwe luchtdoelraketsysteem werd waargenomen in Loegansk rond de tijd van de slag om Debaltsevo. Ook hier gaat het om een wapensysteem wat niet door Oekraïne wordt of werd gebruikt en zodoende door Rusland moest zijn geleverd.

Pantsir-S anti-luchtsysteem rijdt door de straten van Loegansk in Februari 2015, rond de tijd van de slag om Debaltsevo.

Een ander voorval is toen de Engelse journalist Graham Phillips, die bekend staat om zijn positieve houding naar de DNR en LNR, in één van zijn video’s bij de slag om Debaltsevo in 2015 een colonne T-72B3M’s liet zien. Het gaat hier om de meest moderne versie van de T-72-tank die evenmin in gebruik is bij het Oekraïense leger en dus uit Rusland afkomstig was.

Daarnaast bestaat er een beroemde reportage van VICE News die sterk in de richting wijst van de aanwezigheid van reguliere troepen van het Russische leger. In de reportage reproduceert de journalist Simon Ostrovsky een aantal foto’s die gemaakt zijn door een officier van het Russische leger. Ostrovsky laat zien dat één van de foto’s van de desbetreffende dienstdoende officier hoogstwaarschijnlijk in Oost-Oekraïne is gemaakt ten tijde van de eerder genoemde slag om Debaltsevo.

De grenzen van de Russische militaire aanwezigheid

Met het bovenstaande is nog niet alles gezegd. De aanwezigheid van het Russische leger in Oost-Oekraïne wordt veelal groter voorgesteld dan ze naar alle waarschijnlijkheid is. Misschien wel het bekendste voorbeeld hiervan is een persconferentie van de Oekraïense president Porosjenko aan het begin van het conflict. Op de conferentie houdt Porosjenko o.a. een aantal Russische paspoorten omhoog en gebruikt dit om aan te tonen dat er Russische troepen aanwezig zijn in Oekraïne. Het beeld van Porosjenko met de paspoorten in de hand levert weliswaar mooie plaatjes, maar aantonen dat het Russisch leger massaal in Donbass aanwezig is doet het niet. Iedere Rus die het leger ingaat moet namelijk zijn paspoort inleveren en krijgt daarvoor in de plaats een militair biljet. Reizen naar het buitenland, buiten missies om, is daarmee niet mogelijk. Daarenboven kan de soldaat na zijn dienst vijf jaar het land niet uit.

(foto: Widmann/MSC)

De mediastunt van Porosjenko heeft daarentegen eerder het tegenovergestelde aangetoond: namelijk dat tussen de rebellen veel Russische burgers dienstdeden. (Overigens waren er aan de zijde van DNR en LNR niet alleen vrijwilligers uit Rusland, er waren ook Serven, Wit-Russen, Moldaviërs, Kazakken,etc.) Dit beeld werd bevestigd door de Amerikaanse journalist George Eliason die een invasief paspoort- en wapenonderzoek heeft uitgevoerd in het door rebellen gecontroleerde gebied in 2014, aan het begin van het conflict. Eliason geeft aan bij vele checkpoints te zijn gestopt die door het Prezrak-Bataljon werden gecontroleerd en daar checks te hebben uitgevoerd van paspoorten en wapens van soldaten. Hoewel hij ook een aantal Russische vrijwilligers is tegengekomen geeft hij aan dat Oekraïense paspoorthouders verreweg de meerderheid vormden. De grootste groep buitenlanders die hij bij elkaar aantrof waren tien Spanjaarden. Wat wapens betreft geeft hij aan dat het meest moderne wapen dat hij in die tijd is tegen gekomen een Kalasjnikov was van bouwjaar 1963. Het type wapen dat tegenwoordig door het Russische leger wordt gebruikt is begin jaren `90 geproduceerd.

In dit opzicht van Russische troepen in Donbass is de bewoording van het Amerikaanse State Department (ministerie van Buitenlandse Zaken) voor de milities van de LNR en DNR interessant. Het State Department refereert namelijk veelal aan de rebellen als ‘Russian-led forces’. Deze bewoording wordt onder andere gebruikt door de speciale afgevaardigde van de VS voor het conflict in Oekraïne, Kurt Volker, als de woordvoerster van het State Department Heather Nauert. Er wordt dus niet gesproken over het Russische leger, hoewel een lezer niet bekend met het onderwerp misschien wel met deze indruk achterblijft.

De woordkeuze van het State Department is in overeenstemming te brengen met het antwoord dat president Poetin eind 2014 heeft gegeven op de vraag van een Oekraïense man. Tijdens een Q&A-sessie die live werd uitgezonden op de Russische televisie deed de Oekraïner Poetin de groeten van twee Russische soldaten die zich vermeend in Oekraïense gevangenschap bevonden. Poetin antwoordde:

“We hebben nooit gezegd dat daar (in Donbass, red.) geen mensen zijn die zich daar bezighouden met het oplossen van bepaalde vragen, inclusief in de militaire sfeer. Maar dat betekent niet dat daar een aanwezigheid is van reguliere Russische troepen. Voel het verschil.”

De permanente aanwezigheid van Russen in de Donbass zal vermoedelijk commandanten betreffen (uitgaande van de woordkeuze van het State Department) en specialisten. Het is bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat het hierboven besproken Pantsir-S luchtdoelraketsysteem wordt bediend door lokale soldaten. Om een dergelijk systeem en elektronische oorlogsvoeringssystemen te bedienen is een aanzienlijke training nodig die niet voorhanden is in de DNR of LNR. Ook kan gedacht worden aan de aanwezigheid van Russische speciale eenheden of trainers.

Voor de permanente inzet van het reguliere leger zijn echter geen aanwijzingen. Weliswaar hebben reguliere formaties van het Russische leger hoogstwaarschijnlijk een rol gespeeld in de slag om Ilovaisk en de eerder genoemde slag om Debaltsevo (zie: Gordon M. Hahn, Ukraine over the Edge, p.272-275), op andere momenten zijn er echter geen aanwijzingen dat het reguliere Russische leger aan gevechten heeft deelgenomen in Oekraïne.

Ondanks dat zijn de tussenkomsten van het Russische leger wel op belangrijke momenten gekomen. Tijdens de slag om Ilovaisk zou, zonder de tussenkomst van het Russische leger, de DNR gevallen zijn. Tijdens de slag om Debaltsevo in februari werd een belangrijk spoorwegknooppunt, dat het in december had ingenomen, op Oekraïne heroverd.

Internationale kritiek op Rusland

Met haar steun aan de zelfuitgeroepen volksrepublieken in Oost-Oekraïne heeft Rusland veel kritiek geoogst. Overigens beperkt zich deze kritiek niet alleen tot de militaire steun, maar wordt ook de humanitaire steun die Rusland de DNR en LNR geeft bekritiseerd. Die hulp betreft bijvoorbeeld voedsel, medicijnen en schoolboeken. Volgens internationaal recht is de militaire steun aan de DNR en LNR inderdaad illegaal. Wat echter opvalt is het grote verschil in perceptie in de westerse wereld van wat Rusland in Oekraïne doet in vergelijking met de veelvuldige inmenging van westerse landen in de binnenlandse aangelegenheden van derden.

Het is bijvoorbeeld geen geheim dat de VS in de jaren ’80 de Taliban steunden toen deze verwikkeld waren in een oorlog met o.a. de Sovjet-Unie in Afghanistan. Ook de steun van de VS aan het UÇK in Kosovo is algemeen bekend en is nooit serieus veroordeeld in westerse landen. Actueler is de steun van de Verenigde Staten aan de Koerden in het noordoosten van Syrië. En daarvoor hun steun aan het Vrije Syrische Leger en de westerse bombardementen op Syrië. Dit alles is ook niet in overeenstemming met het internationale recht.

Hoewel Rusland door westerse landen wordt bekritiseerd voor hun steun aan ‘dictator Assad’, is de militaire aanwezigheid van Rusland in Syrië wel legaal. Dit komt omdat het Russische leger op uitnodiging van Syrische regering naar het land is gekomen. Voor de Verenigde Staten is dit niet het geval, Syrisch Koerdistan, voor zover zij de VS hebben uitgenodigd, is geen erkende staat, ook niet door de VS zelf. Eveneens geldt dat de oorlogen die zijn gevoerd door westerse landen tegen andere landen (zoals bijvoorbeeld de oorlogen in Irak en Afghanistan) tegen het internationaal recht ingaan.

Er is een reden voor het verschil in perceptie in het westen van bijvoorbeeld de aanwezigheid van de VS in Syrië of haar handelen in Irak toen de oorlog uitbrak, in vergelijking met de aanwezigheid van bijvoorbeeld Rusland in Oekraïne of in Georgië. In het westen worden veel oorlogen namelijk als humanitaire interventies gepresenteerd (als ‘goede’ oorlogen) die moeten worden gevoerd om een bevolking te beschermen, vrijheid en democratie te brengen, te vechten tegen een dictator, etc. Welke oorlog een ‘goede’ oorlog is en welke oorlog een ‘slechte’  wordt hier aan de lezer overgelaten. Maar of een oorlog ‘goed’ of ‘slecht’ is zegt niets over de legaliteit van een dergelijke oorlog, het internationale recht is hier vrij duidelijk over: Internationaal-rechtelijk is de militaire aanwezigheid van een land op het grondgebied van een ander land pas gerechtvaardigd als het ofwel door de VN gesanctioneerd wordt op grond van massale mensenrechtenschendingen óf het land wordt uitgenodigd op het grondgebied. Dit betekent dat de Amerikaanse aanwezigheid in Syrië evenals de Russische aanwezigheid in Oekraïne illegaal is.

Indien het standpunt wordt ingenomen dat als een oorlog ‘goed’ is, het internationaal recht voor lief mag worden genomen, dan moet echter ook worden gekeken naar de situatie waarin de Donbass-oorlog zich heeft afgespeeld. In dat geval moet in het achterhoofd worden gehouden dat westerse landen openlijk hun steun hebben gegeven aan de staatsgreep die in Kiev heeft plaats gevonden. Het daaropvolgende verbod van politieke partijen die meer georiënteerd waren op federalisering van Oekraïne kan ook dienen om een ‘humanitaire interventie’ te bepleiten. Andere pijnpunten zijn: het voorstellen van het afschaffen van de officiële status van de Russische taal, wat veel kwaad bloed heeft gezet onder de bevolking van de Donbass; het afzetten van de president en het instellen van de interim-regering had geen grondwettelijke basis en beslissingen zijn door het parlement gemaakt onder druk van geweld; het sturen van het leger naar de demonstranten in Donbass ondanks dat er amper onderhandelingen hebben plaatsgevonden tussen de demonstranten en de regering. Ook de aanslag op het vakbondsgebouw in Odessa van 2 mei 2014 en het gebrek aan vervolging van de daders zouden stuk voor stuk goed kunnen dienen als argumenten voor een ‘humanitaire interventie’ van Russische zijde.

De houding van het Westen tegenover het conflict in Oekraïne staat in schril contrast met de houding ten opzichte van het conflict in Libië of Irak: daar waar schendingen van mensen- en burgerrechten in de laatste voorbeelden in het westen als moverende redenen voor interventie gezien worden, zijn de bovengenoemde zaken in Oekraïne niet serieus opgepakt door westerse landen. Veelal genieten deze feiten zelfs amper bekendheid.

Betekent Russische aanwezigheid oorlog?

Niet verrassend blijft de Oekraïense houding ten opzichte van de militaire betrokkenheid in Donbass onverminderd hard. Door Oekraïense politici en media wordt aan de Donbass (maar ook de Krim) gerefereerd als de ‘tijdelijk bezette gebieden’. Veelal wordt er gesproken over ‘Russische agressie’ en ‘Russische militaire aanwezigheid’ en wordt er in hun taalgebruik geen onderscheid gemaakt tussen de soldaten die voor het overgrote deel lokale burgers zijn en de Russische specialisten, commandanten en materieel.

De houding van Oekraïne naar het conflict in Donbass kwam recent opnieuw aan het licht toen Deutsche Welle aan de oorlog in de Donbass refereerde als zijnde een burgeroorlog. Er werd vervolgens een mediaoffensief opgezet vanuit Oekraïne dat Deutsche Welle haar woordgebruik over een ‘burgeroorlog’ zou moeten aanpassen. In deze campagne heeft ook de Oekraïense woordvoerster van het ministerie van buitenlandse zaken Mariana Betsa zich gemengd. Het resultaat is dat Deutsche Welle uiteindelijk haar woorden heeft aangepast als zou het conflict in Donbass geen burgeroorlog zijn.

Er valt wat te zeggen voor het gebruik van de term ‘oorlog’ voor het conflict in Oost-Oekraïne. Maar om de term ‘burgeroorlog’ te vermijden gaat voorbij aan het lokale karakter van de opstand in Donbass. Rusland steunt de DNR en LNR weliswaar, ook met militaire middelen. Sterker nog, zonder Rusland zouden de volksrepublieken niet kunnen bestaan vanwege de sancties vanuit Kiev. Maar het is hetzelfde als zeggen dat de burgeroorlog in Kosovo geen burgeroorlog is maar een oorlog door de steun van de VS aan het UÇK. Eenzelfde soort argument kan worden gebruik voor de situatie in Tsjetsjenië, Libië, Jemen etc. stuk voor stuk conflicten die in het Westen algemeen als burgeroorlog worden beschouwd. Een groot deel van de achterliggende problemen gaat verloren door het conflict een oorlog te noemen waarin alleen Rusland moet stoppen.

Een peiling die vorig jaar is afgenomen in de DNR legt dit bloot. Daarin wordt opnieuw stil gestaan bij het referendum dat in 2014 werd gehouden in de DNR. Van de stemmers heeft destijds 89% voor gestemd voor ‘de akte van staatsonafhankelijkheid van de Volksrepubliek Donetsk’, 10% stemde tegen. Na drie jaar oorlog geeft slechts 55% van de deelnemers van de peiling aan nog steeds hetzelfde te zullen stemmen indien een dergelijk referendum opnieuw zou worden gehouden. De overige 45% stemt tegen. Op de vraag echter welke toekomst voor de DNR door de respondenten van de enquête wordt geprefereerd geeft 65% aan deel te willen worden van Rusland, 18% zou onafhankelijk of met de LNR verder willen, slechts 11% wil terug naar Oekraïne (9% onder voorwaarde van autonomie of in een confederatie).

Hoewel Rusland de zelfuitgeroepen Volksrepublieken in Oost-Oekraïne steunt, inclusief met (beperkte) militaire steun, lijkt de militie in de Volksrepublieken voornamelijk te bestaan uit lokale krachten. Alleen op kritieke momenten zijn deze versterkt door Russische reguliere legereenheden. Dit doet er echter weinig af aan dat er sterke aanwijzingen zijn dat de lokale bevolking weinig sympathie heeft voor een terugkeer naar Oekraïne. Het conflict in Oost-Oekraïne heeft daarom het karakter van een burgeroorlog.