Na het recente overlijden van de Amerikaanse politicus John McCain valt het op dat er uit allerlei kwartieren plotseling lof voor hem is. Met overdreven geslijm wordt opeens gedaan alsof er enkel bewondering kon bestaan voor deze man. Zelfs de mensen die onder zijn dikwijls best lompe en achterbakse aanvallen hebben moeten lijden, worden meegezogen in deze opwelling van typisch Amerikaanse heldenverering. “Over de doden niets dan goeds,” heet het dan. Maar als de doden eigenlijk schoften waren, is het dan niet gepaster om dat eerlijk te zeggen?
McCain heeft het zelfs in zijn postuum verschenen afscheidsbrief niet nagelaten om als ware nestbevuiler zijn partijgenoot en president nog even af te vallen. Het gif zit in de angel, natuurlijk, maar bij McCain zat het gif overal. Onder het mom van zijn status als “maverick” heeft McCain zich dikwijls als een ongeleid projectiel gedragen. Wanneer het hem dan even uitkwam, viel hij zijn eigen partij doodleuk af en ging hij zijn eigen weggetje. Het is dan ook geen toeval dat de meest uitbundige loftuitingen kwamen van Democratische kopstukken en van bekende globalisten als George Soros. Het wordt al snel duidelijk waar McCain eigenlijk “stond”, en wie zijn ware vrienden en bondgenoten waren.
Toch wordt hij nu, na zijn dood, opeens op het schild gehesen door de Republikeinen. Bij Fox News is commentator Liz Peet zelfs zo ver gegaan de president op te roepen om een “groots gebaar” te maken en McCain postuum de Medal of Honor toe te kennen— de hoogste militaire onderscheiding van de Verenigde Staten. Is dat verdiend? McCain is als militair krijgsgevangene geweest, en is gefolterd. Hij is daarvoor echter destijds onderscheiden, en het bevoegde gezag vond geen reden om hem voor te dragen voor de Medal of Honor. Sedertdien heeft McCain niet bepaald dingen gedaan die hem opeens wel in aanmerking zouden doen komen. Hij is door de rangen gerezen—niet in het minst omdat zowel zijn vader als grootvader al admiraal waren, trouwens—maar heeft zich niet bijzonder verdienstelijk gemaakt.
Of we zouden natuurlijk zijn vele bewezen diensten voor het militair-industrieel complex moeten meetellen. McCain is als politicus bekend geworden als pleitbezorger van de agressieve en militaristische politiek die kenmerkend is voor het neoconservatisme. Samen met medestanders als Lindsey Graham (ook een Republikein die graag mag samenwerken met Democraten en zijn eigen “vrienden” graag een dolk in de rug steekt) heeft McCain steeds gepleit voor militaire interventies. Daarachter stak geen visie, maar een duidelijk belang: gelijk Rove, Cheney en Rumsfeld was McCain voor het interveniëren om maar te interveniëren. War is good for business, en zeker als de lobbyisten van het militair-industrieel complex weten dat ze bij jou moeten zijn.
Oprechte conservatieven zijn nooit voorstander geweest van dergelijke politiek. Het omverwerpen van figuren als Saddam Hoessein, Moeammar Khaddaffi, Hosni Moebarak en (zoals McCain beoogde) Bashar al-Assad heeft de geostrategische belangen van de VS nooit gediend. Geen van die huis-tuin-en-keuken-despoten was een echte bedreiging voor Amerika. In het vacuüm dat ontstaat nadat zo’n sterke leider omver wordt geworpen springen echter de radicalen, de jihadisten, de gekken zonder vrees of verstand.
Zonder meer onaardige doch doorgaans vrij kalme despoten werden aldus vervangen door de hondsdolle terroristen van, zeg, de Islamitische Staat of de Moslimbroederschap. Hele regio’s werden gedestabiliseerd, met menselijk lijden op grote schaal tot gevolg. Relevant detail voor Europeanen: dergelijk neoconservatief beleid heeft ook voor een groot deel de vluchtelingengolf veroorzaakt waar wij nu mee te kampen hebben. Dankjewel, John McCain!
Naast het leed voor de gebieden die door de achteloze neoconservatieven in het vuur werden gesmeten, is er natuurlijk ook nog het strategisch perspectief. McCain beweerde consequent dat iedere agressie-oorlog het belang van Amerika zou dienen. Het tegendeel is waar. De grote winnaar van de chaos in het Nabije Oosten is… Rusland. Met de VS als boeman is het gemakkelijk voor Poetin om invloed te winnen bij alle partijen die daar een rol van belang willen spelen. Dankzij de oliedomme (pun intended) neoconservatieven heeft Rusland nu meer invloed in de regio—en in de oostelijke Middelandse Zee—dan de USSR ooit mocht hopen te bereiken. Hetgeen de strategische belangen van de VS juist heeft geschaad, natuurlijk. maar daar maalde McCain duidelijk niet om.
Is het denkbaar dat McCain hetgeen was waar zijn huichelende medestanders Donald Trump van beschuldigen: een spion voor Rusland? Gebaseerd op de feiten (de beleidswensen van McCain hebben Rusland eindeloos meer geholpen dan het beleid van Trump) is dit een gedachte die men voor de grap eens mag overwegen. Het is minder belachelijk dan het “Trump-Russia collusion”-onzinverhaal.
Realistisch gezien kan men het beter cynisch overwegen: McCain vond het niet erg dat Rusland een grotere dreiging werd, want McCain wilde niets liever dan een oorlog met Rusland aanwakkeren. Hij was tenslotte voorstander van iedere denkbare oorlog, hoe schadelijk en zinloos en immoreel ook, en liefst een grootschalige oorlog— simpelweg omdat hij het goedbetaalde schandknaapje was van het militair-industrieel complex. (Dat een oorlog met Rusland heel Europa in as zou leggen vond McCain schijnbaar niet erg.)
Het mag op dit moment wel duidelijk zijn dat John McCain de lof die hem wordt toegezongen nooit heeft verdiend. Hij was een oorlogshitser die iedere morele overweging al heel lang geleden naast zich neer had gelegd. De superlatieve bejubeling is absoluut misplaatst, en krijgt zelfs kluchtige trekken. Ik zag McCain zelfs beschreven worden als “de Cato de Oudere van onze tijd”. Mijn hemel, wat een belediging voor de oude Cato, die consistent vasthield aan traditie en eer. (McCain heeft, zoals reeds beschreven, immer gekozen voor de belangen van de ‘deep state’, waar Cato de Oudere juist erom bekend stond dat hij nooit voor een karretje te spannen was.)
De vergelijking is dan dat Cato zo stelselmatig opriep tot de vernietiging van Carthago, hetgeen sommigen doet denken aan de oorlogshitserij van McCain. Het feit dat Noord-Afrika uiteindelijk de graanschuur van het Romeinse Rijk werd, roept dan weer vergelijkingen op met het belang van olie (hetgeen vaak schuilt achter de neoconservatieve oproepen tot agressie-oorlogen in de grote zandbakken van deze wereld).
Het zijn echter totaal manke vergelijkingen. De graantoevoer vanuit Africa Proconsularis werd immers pas relevant nadat het al geruime tijd een Romeinse provincie was. De reden om Carthago te verwoesten had niets te maken met het veiligstellen van dergelijke import. Het conflict tussen Rome en Cathago was geen “resource war” maar een existentiële machtsstrijd, zoals die ook bestond tussen de VS en de USSR tijdens de Koude Oorlog. Cato de oudere stond dan ook meer gelijk aan de echte ‘communistenvreters’ in de VS, die geloofden dat vrede nooit mogelijk was totdat de USSR zou vallen.
De beste ‘analoog’ voor Cato in de moderne periode is in mijn optiek Barry Goldwater. Een compromisloze reactionair met een sterke deugdethiek, die geloofde in de noodzaak van het breken van de USSR. Net als Cato werd hij weggehoond, maar zag zijn gelijk uiteindelijk bewezen. (De verkiezing van Reagan werd fameus beschreven als “it took twenty years to count the votes, and Goldwater won”.) Goldwater stond tevens bekend om zijn bloedhekel aan neoconservatieven als McCain, die hij beschreef als “the unprincipled stooges of the big conglomerates”.
Ook belangrijk: Cato de Oudere was destijds, net als Goldwater tijdens de Koude Oorlog, tegen allerlei andere oorlogen. Hij hoopte dat de vernietiging van Carthago definitief de positie van Rome zou veiligstellen, waardoor langdurige vrede mogelijk zou worden. Goldwater hoopte op precies datzelfde met betrekking tot de USSR, omdat hij wist dat de USSR bijna alle vijanden van de VS financierde. (Net zoals Carthago rebellen en huurlingen tegen Rome financierde.)
Beide mannen hadden trouwens ongelijk, en hun hoop was misplaatst. Waarom? In de VS omdat neoconservatieven als John McCain de overhand namen en talloze zinloze oorlogen begonnen. Leuk voor het militair-industrieel complex, immers. In het oude Rome maakte de vernietiging van Carthago ook geen einde aan de expansie-oorlogen, omdat opportunistische en ambitieuze Romeinen dat soort oorlogen zagen als een manier om zelf glorie te verwerven en dus hun eigen belang te dienen.
Die Romeinen waren al moreel dubieus, omdat ze hun eigen belang vóór het belang van Rome plaatsten (terwijl ze wel talloze legers verspilden aan zinloze campagnes). Ze zijn echter nog zeer deugdelijke mannen, wanneer je ze vergelijkt met een onverbeterlijke smeerlap als John McCain. Die plaatste immers niet alleen zijn eigen belang boven het landsbelang: hij handelde actief in strijd met het landsbelang.
Indien wij John McCain willen vergelijken met een Romein, dan is het nog het meest gepast om hem te vergelijken met Varus: de generaal die zijn legioenen verkwistte aan een zinloze campagne in Germania. U weet wel, de slag bij het Teutoburgerwoud. Het word gezegd dat Keizer Augustus er jaren later nog nachtmerries van had, en schreeuwend wakker werd: “Varus, ik wil mijn legioenen terug!”
Maar van Varus kan tenminste nog gezegd worden dat hij een Romein was. Na zijn abjecte falen trok hij de consequentie en stortte hij zichzelf op zijn eigen zwaard. Zo’n verlies van eer kan je niet herstellen. De mannelijke dood is dan de enige uitweg die nog rest. Beter dan een eerloos leven in schande. Een leven zoals dat van John McCain, dus. Om die reden is het misplaatst om laatstgenoemde te vergelijken met welke Romein dan ook. Zelfs de meest laaggeplaatste plebeïsche straatventer zou—terecht—op hem spugen. Wij zouden daar een voorbeeld aan mogen nemen. Liever dan zijn graf met onverdiende lof te overstelpen, zouden wij overdrachtelijk op de herinnering aan John McCain moeten spugen, en zijn naam uit ons geheugen moeten schrappen. Hij verdient niets minder dan de damnatio memoriae.