De kansen van rechts

door | 3 januari 2020

Een van de mooiste en meest ontroerende fragmenten in de documentaire Paradogma is het gesprek met Bjørn Ihler. Ihler is een van de overlevenden van de aanslag op het Noorse eiland Utøya. Op 22 juli 2011 schoot Anders Breivik op het eiland 69 jongeren dood, die daar waren voor een jeugdkamp van de Noorse Arbeiderspartij. Na de aanslag werd Ihler niet verteerd door boosheid of haat, maar probeert hij te voorkomen dat dit soort aanslagen nog vaker zullen plaatsvinden: “Mijn belangrijkste drijfveer vanaf toen was ervoor te zorgen dat mensen niet op elkaar schieten”. In het gesprek met documentairemaker Marijn Poels maakt Ihler duidelijk dat de media en de samenleving zich distantiëren van aanslagen zoals die op Utøya. “Dit is niet iemand van ons”, zonder zich te verdiepen in waarom mensen zo denken en handelen. De Noorse terreuroverlevende zocht ze juist op, ging met hen in gesprek om ze te laten ervaren dat ze erbij horen, dat ze niet buiten de samenleving staan. “Als we er niet in slagen te begrijpen dat deze mensen hier zijn, wanneer we er niet in slagen gesprekken met hen te voeren, naar hen te luisteren en we niet zeggen “Jij bent iemand waar we naar willen luisteren”, dan falen we als een gemeenschap om inclusief te zijn en ook mensen die het niet met ons eens zijn, erbij te laten horen.”

De boodschap van Paradogma (te bestellen bij De Blauwe Tijger) was als het ware voortdurend op de achtergrond te beluisteren in het boeiende gesprek dat drie mannen en één vrouw hadden in ‘De grote Blue Tiger nieuwjaarsshow’. Het gesprek ging vooral over de rol van de media. In Paradogma zijn de meeste gesprekspartners ongerust over hoe die media – die vooral links is – tegenstellingen uitvergroot en mensen met een afwijkende mening uitsluit en als racistisch labelt. Terwijl het modewoord van links ‘inclusief’ is. Dat is de paradox die kenmerkend is voor de moderne samenleving: links predikt het ‘niet-uitsluiten’, maar weigert ieder gesprek aan te gaan met mensen met een andere mening. Afwijkende geluiden moeten bestreden worden, is het credo van links. Daar luister je niet naar, maar die maak je belachelijk. Het eigen gelijk van ‘deugmensen’  staat voorop en zo hoef je ook niet in te gaan op de boodschap die de ander heeft.

De linkse media belastert en intimideert rechts. Ze volgen je op hinderlijke wijze en proberen je monddood te maken. Terwijl rechts mensen “amoreel en open benadert”, zoals Erik van Goor het zegt. “Rechtse mensen zijn per definitie niet cynisch,” zegt hij in de Blue Tiger nieuwjaarsshow. Het is voor rechts de grote uitdaging om die boodschap helder over te brengen. De Duitse auteur en beurshandelaar Dirk Müller zegt dat we de begrippen links en rechts achter ons moeten laten. Het gaat niet om die tegenstelling, het gaat om onder tegen boven, zegt hij in Paradogma. De tegenstelling tussen links en rechts is alleen in het belang van de elite, aldus Müller. Maar rechts, zeker in Nederland, zit nog steeds gevangen in de tegenstelling. Ze voert iedere dag weer de rituele dans van boosheid op links uit, als afleiding van waar het werkelijk om gaat. Namelijk, de progressieve agenda die van bovenaf op de samenleving wordt gelegd en die iedere burger door de strot wordt geduwd.

De uitdaging voor rechts zit in het proberen de eigen agenda te bepalen. Dat is knap lastig, want de linkse media belastert, intimideert, hindert en doet aan ‘guilt by association’. Die strijd moet op de flanken worden gestreden (oud-linksers kunnen dat heel goed doen), maar de hoofdaanval moet op het centrum worden gericht. Volgens Van Goor is het centrum al rechts. Dat klopt, alleen luistert de media en de politiek nauwelijks naar dat centrum (de middenklasse) en laat hen niet aan het woord. De frustratie daarover uit zich enerzijds in het vasthouden aan wat men denkt te hebben (vandaar een stem op een liberale partij), of in woede zich laten gaan op Facebook en Twitter. Laat rechts voor eens en voor altijd duidelijk maken dat het centrum rechts is en dat voor onszelf opeisen. Want nagenoeg de hele media en het politieke spectrum in de volksvertegenwoordiging is (links)liberaal. En liberaal is niet rechts.

Rechts moet opkomen voor het bijzonder onderwijs, moet staan voor een realistisch klimaatbeleid, met ruimte bieden voor echte vluchtelingen en moet een brug slaan naar de migranten-middenklasse. Die allochtone middenklasse, die links van nature voor zich opeist, bestaat uit mensen die rechtse thema’s ondersteunen: goed onderwijs, veilige en schone buurt, aanpakken van fraude en criminaliteit, strenge eisen aan nieuwkomers, toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg. Die mensen behoren niet tot de inventaris van de PvdA, maar houden er een rechts wereldbeeld op na (8% van de zwarte Amerikanen en 29% van de Latino’s stemde in 2016 op Donald Trump). En dan kan links als een dwaas in de woestijn ‘racisme’ blijven roepen; het slaat niet meer aan. En de Breiviks van deze tijd gaan niet meer over tot krankzinnige aanslagen.

Lijkt me een mooi story-board voor een rechts mediaplatform als dit.