“De EU is er niet om oorlog te voeren”

door | 15 mei 2014

Eerder berichtte Novini reeds over een nieuw initiatief voor een christelijk-conservatieve partij in Oostenrijk onder de naam Die Reformkonservativen (REKOS). Michiel Hemminga interviewde twee jonge mannen die betrokken zijn bij dit initiatief, Alexander Tschugguel en Johann Kuefstein.

De interesse voor de politiek werd bij beiden al op jonge leeftijd gewekt. Toen Alexander 16 was kwam hij toevallig in contact met de voorzitter van de JES, een katholieke studentenorganisatie, waar hij een cursus volgde. Die cursus, die zich met fundamentele beginselen bezig hield, zou een van de aanleidingen zijn voor Tschugguels latere politieke engagement, in eerste instantie in de universiteitspolitiek.

Voor Johann was het zijn grootvader, die historicus was, die hem de hartstocht voor de politiek en de geschiedenis deed ontdekken. Kuefstein studeert dan ook politieke wetenschappen en geschiedenis aan de Universiteit van Wenen, een studie die hij in de loop van dit jaar hoopt af te ronden. In zijn studie focuste hij zich onder andere op de politieke geschiedenis van Oostenrijk in de 19e eeuw. Via Johanns betovergrootvader (Franz Graf von Kuefstein) heeft zijn familie trouwens een nauwe betrokkenheid bij de katholieke sociale leer en met name de eerste sociale pauselijke encycliek Rerum Novarum. “Zaken die helaas veel mensen niets meer zeggen.” Kuefstein heeft dan ook de ambitie om de actualiteit van deze encyclieken voor de hedendaagse politiek duidelijk te maken en op basis daarvan te laten zien dat er ook een ander sociaal beleid mogelijk is dan het socialistische.

Zowel Tschugguel als Kuefstein is bij het nieuwe partijinitiatief betrokken geraakt doordat ze Ewald Stadler al kenden. Stadler is lid van het Europees Parlement. Hij werd gekozen voor de BZÖ, een afsplitsing van de FPÖ. Later keerde Stadler zich van de BZÖ af vanwege de liberale koers. Tschugguel kende Stadler van de zondagse mis: “Toen duidelijk werd dat hij geen kandidaat meer zou zijn voor de BZÖ, heb ik er bij hem op aangedrongen deze gelegenheid aan te grijpen om een nieuwe, conservatieve partij op te richten.” Dat heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van de Reformkonservativen en het betrekken van gelijkgestemden zoals Kuefstein.

Tschugguel en Kuefstein hebben hoge verwachtingen van het initiatief. Hun eigen rol zien ze vooral in het werven voor Stadler en de nieuwe partij. Kuefstein wil daarbij met name inzetten op het aan het denken zetten van mensen: “Het is toch bedenkelijk dat men zich als politicus niet op zijn christelijke wortels kan beroepen en dat alles wat christelijk is een negatieve lading heeft. Scheiding van kerk en staat heeft daar niets mee te maken. Stel je voor dat we de leden van de SPÖ een scheiding van staat en socialisme zouden voorschrijven, zodat ze geen politiek zouden mogen voeren op basis van deze ideologie.”

“Het hele politieke spectrum tendeert naar links.”

 

Beide heren zijn zeer overtuigd van de noodzaak van een nieuwe conservatieve partij. “Vanouds hebben conservatieven in Oostenrijk twee opties”, aldus Tschugguel: “Ten eerste de ÖVP, vandaag de dag een centrumlinkse partij, die het voor elkaar krijgt zich iedere volgende verkiezing nog weer een stukje kleurlozer te presenteren. Ten tweede de FPÖ, een nationalistische partij, waarvan het sociaal-culturele beleid grotendeels er mee door kan, maar waarvan het economische beleid nauwelijks te onderscheiden is van dat van de socialisten.” Het hele politieke spectrum tendeert kortom naar links, zo vat Kuefstein samen. “Daarom is het nodig traditionele christelijke waarden weer op de voorgrond te zetten, zodat er een echt alternatief is.”

Steun voor REKOS moet volgens Kuefstein dan ook te vinden zijn in allerlei kleine groepen en verbanden van mensen die zich niet kunnen vinden in de status quo, diverse christelijke organisaties, pro-life- en gezinsorganisaties, maar bijvoorbeeld ook tegenstanders van een Europese schuldenunie en voorstanders van de Oostenrijkse neutraliteit. Oostenrijk is bijvoorbeeld geen lid van de NAVO, maar heeft recent wel treinen met tanks doorgelaten. Die tanks waren onderweg naar het aan Oekraïne grenzende Hongarije. Stadler is echter de enige Oostenrijkse politicus die bekritiseert heeft dat de Oostenrijkse regering op deze ongeloofwaardige manier met de formele neutraliteit van het land omspringt.

Gevraagd naar het versplinterde partijpolitieke landschap in Oostenrijk, vooral onder de eurosceptische partijen, vertelt Kuefstein dat al verscheidene actieve leden van Team Stronach (een rechts-liberale eurosceptische partij, red.) de overstap naar REKOS gemaakt hebben. Voor de BZÖ, die in de verkiezingen aantreedt met een lijsttrekker waarvoor de liberale NEOS bedankte, ziet hij ook weinig toekomst, ook al omdat die sinds kort nota bene toetreding tot de NAVO bepleit. “Ik ben er zeker van dat 42 REKOS-kandidaten en honderden activisten veel kiezers voor onze ideeën zullen weten te winnen!”

De kansen van de pas opgerichte partij om een zetel in het Europees Parlement te bemachtigen lijken echter gering. REKOS moet opboksen tegen gevestigde partijen die veel gemakkelijker toegang hebben tot de media, de partij is in de peilingen vooralsnog dan ook niet verder gekomen dan 2%. Kuefstein ziet het glas echter half vol: “Er zijn veel teleurgestelde kiezers en niet-stemmers, de conservatieven onder hen hebben nu een geloofwaardig alternatief.” Ook het kwakkelende Team Stronach is een vijver waarin Kuefstein denkt te kunnen vissen, getuige de activisten die overkomen.

 

Volgens Tschugguel gaat het ook niet per se om het Europese Parlement, de verkiezingen zijn belangrijk om de partij bekend te maken. Hij is er zeker van dat ze op termijn doorbreekt in de Oostenrijkse politiek. Kuefstein beaamt dat: “Het is een lange-termijnproject, het groeit langzaam maar gestaag. Na de verkiezingen voor het Europees Parlement, zullen we aan de verkiezingen voor het nationale parlement deelnemen.”

“We moeten terug naar de bevoegdheidsverdeling van voor het Verdrag van Maastricht.”

 

De hoofddoelen zijn wat Kuefstein betreft duidelijk: “Ten eerste moeten de overmachtige EU-instellingen macht teruggeven aan de lidstaten. We moeten terug naar de bevoegdheidsverdeling van voor het Verdrag van Maastricht. Ten tweede moeten we als neutraal land de militaire unie voorkomen; de EU is er niet om oorlog te voeren. De Oostenrijkse betalingen aan het Europese Defensieagentschap moeten stopgezet worden en aan de invloed van de NAVO op de EU moet ook een einde komen. Ten derde gaan we voor de bescherming van het ongeboren leven en willen we dat de eisen van het grootste Europese Burgerinitiatief One of us worden doorgezet. De financiering van abortus door de Europese Commissie moet onmiddellijk gestopt worden. Als de EU niet tegemoet komt aan dit burgerinitiatief dan moet Oostenrijk de geldkraan dichtdraaien.”