Er loopt een regelrechte lijn tussen de Berkeley Free Speech Movement van 1964 en de gecoördineerde actie van mediagiganten Apple, Facebook, YouTube en Spotify om Alex Jones’ Infowars uit de lucht te halen. De rode draad is de linkse reflex om andere meningen en overtuigingen te verbannen en te verbieden. Hoewel een aantal kritische denkers, zoals George Orwell en Arthur Koestler, die tirannieke houding van links al voor de jaren zestig van de vorige eeuw door hadden, ging in het revolutionaire decennium van The Beatles en de Soixante-huitards het demoniseren van politieke andersdenkenden helemaal los. Om ons tot Nederland te beperken: de ludieke erfenis van provo werd al snel giftig in het totalitaire optreden in eigen gelederen van krakers in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt (1987), de brandbommen tegen Janmaat cs. in Kedichem (1986) en “U bent een buitengewoon minderwaardig mens” van sociaaldemocraat Marcel Dam (1997). De jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw waren ook de jaren waarin door de overheid gesubsidieerde radicaal-linkse clubs zich toelegden op het “in kaart brengen van politieke tegenstanders”- lees: andersdenkenden die het label ‘fascist’ kregen. Met belastinggeld werden connecties “blootgelegd” tussen enerzijds neonazi’s en anderzijds brave EO-ers en DS70-ers.
De laatste bijdrage aan de totalitaire geschiedenis van “de Groene Khmer” (Robert Lemm) is van de hand van journalist en filosoof Jaap Tielbeke (De Groene Amsterdammer, De Correspondent). Tielbeke vindt het helemaal geen probleem dat “rechtse onruststokers” geen podium in de media meer krijgen. Hij brengt het slim. Hij gaat uit van de stelling: “het recht om iets te vinden, impliceert nog niet het recht om gehoord te worden”. Ergo: rechtse meningen mogen niet in de media worden geventileerd. Iets anders is volgens Tielbeke dat je deze groepen onderzoekt en analyseert. “Je mag best kritische vragen stellen of de context schetsen waarin dit soort groepen opereren.” Dat Alex Jones geen stem meer krijgt zal Tielbeke toejuichen. Dat er weer allerlei onderzoeken plaatsvinden naar mogelijke dwarsverbanden tussen conservatieve mensen en groepen zal de filosoof toejuichen. Links juicht ‘corporate censorship’ toe. Het kan verkeren. Maar helemaal uit de lucht komt deze paradoxale liefdesverklaring niet vallen.
De industrie kreeg in de jaren zestig al snel door dat met de muzikale rebellen grof geld viel te verdienen. Grootkapitaal managers stortten zich op The Beatles, The Rolling Stones en anderen. Wat geestverruimende teksten en alternatieve kleding, en kassa! Na de muziekindustrie volgden al snel andere takken van sport. Reclame, kleding, interieurinrichting, onderwijs en natuurlijk media. De laatste speelde al een grote rol in het verspreiden van de revolutionaire boodschap. Linkse tijdschriften en uitgeverijen sprongen als paddenstoelen uit de grond. Terwijl politiek links zich steeds dogmatischer ingroef, ging het commerciële kapitalisme met de uitingsvormen van de revolutie op de loop. Die insteek sloot naadloos aan bij het individualisme en de ‘lekker jezelf zijn!’ slogan van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De geschiedenis van de zeezenders staat symbool voor deze ontwikkeling. Vanuit een rebels idee van verzet tegen een betuttelende overheid, die niet de muziek liet horen waar de jongeren naar wilden luisteren, werden de voormalige radiopiraten – zoals TROS en Veronica – eenmaal aan wal lucratieve geldmachines.
De studentenopstand, het relativisme in de filosofie en de sociale wetenschappen en het daaruit volgende individualisme – allemaal mogelijk door een ongekende groei in welvaart – werden door het kapitalisme tot geld gemaakt. Parallel aan deze ontwikkeling was de groei van een nieuwe industrietak, die van de informatica-technologie. De sprong naar de maan, maar ook de oorlog in Vietnam, gaf een sterke impuls aan de opkomst van nieuwe bedrijven, zoals IBM en later in de jaren zeventig Apple en Microsoft. De groei van deze informatica-giganten was vooral mogelijk door de opdrachten die ze kregen vanuit de defensie-industrie. Het militair-industrieel complex en de nieuwe technologische industrie ging een monsterverbond aan. De monsters voedden elkaar. En dat doen ze sindsdien nog steeds. Het internet is van oorsprong een militair netwerk. CIA, NSA en FBI maken deel uit van dit monsterverbond. Alle partijen hebben wederkerige belangen. De technologische revolutie maakte een ongekend toezicht op burgers mogelijk. Er ontstond een symbiose tussen free enterprise, het afbreken van maatschappelijke structuren en overheidstoezicht. Silicon Valley werd de hofleverancier van de defensie-industrie en de inlichtingendiensten. “Google is een rookgordijn, waarachter het Amerikaanse militair-industriële complex schuilgaat,” schrijft onderzoeksjournalist Nafeez Ahmed op de website Medium. In het hart van deze combi staat volgens Ahmed een geheim netwerk, het Highlands Forum. Het is een privaat netwerk dat fungeert als een brug tussen het Pentagon en machtige Amerikaanse niet-militaire elites: grote bedrijven, technologie-giganten, maar ook Amerikaanse dag- en weekbladen (van vooral progressieve signatuur).
De multimedia-multinationals hebben een progressief imago: regenboogtompoezen, memes en logo’s, en mission statements vol LHBT-thema’s. En hoewel er nog wel een paar overjarige homo-activisten “sell out” roepen, gaat de actiebeweging maar wat graag met al die vrolijke gadgets en gimmicks op de loop. De pizza-etende nerd in de garage van zijn ouders werd het stereotype nieuwe activist. Dat deze bebaarde studenten al snel contracten sloten met multinationals en het Pentagon wilden de adepten niet zien. Iedere linkse activist wil toch graag met zijn iPhone 6 selfies maken vanuit de zoveelste demonstratie tegen het grootkapitaal. Hij mompelt nog wat over grondstoffen en uitbuiting, terwijl hij grof geld neerlegt voor de latte macchiato in Starbucks (van al dat traangas krijg je vreselijke dorst). Dat hij zijn privacy inlevert voor een nog snellere verbinding zal de radicaal een worst zijn. Als hij maar die leuke ‘diversiteit-apps’ kan downloaden.
Het ‘regenboogappeltje’ van Apple doet wonderen. Het staat symbool voor het surfplank-liberalisme van de VVD en het ‘Je bent jong en je wilt wat‘-motto van Veronica; twee kanten van dezelfde medaille. Progressief van buiten, vulgair kapitalistisch van binnen. Spiked-redacteur Brendan O’Neill schrijft dat “zogenaamde progressieven en delen van de politieke klasse nu ondernemingen het vuile werk laten uitvoeren. Zij willen de kapitalistische elites laten doen wat voor de staat zelf wat moeilijk ligt: het verbieden van controversiële politieke uitlatingen.” O’Neill noemt dit “corporate capitalist censorship” en “capitalist authoritarianism, cheered by liberals”.
Het is daarom niet eens ironisch te noemen dat links de ban op Infowars toejuicht. Het past in de tendens om onwelgevallige meningen de mond te snoeren. Dat dit ook nog eens gebeurt door ‘progressieve’ bedrijven, zoals Apple en Facebook, is voor links helemaal het einde. Wel ironisch is dat het juist deze bedrijven zijn die het militair-industrieel complex groot hebben gemaakt. Datzelfde complex dat dat overal ter wereld oorlogen voert en burgers bespiedt.
Leider en gezicht van de Free Speech Movement in Berkeley, Mario Savio, zei in een beroemde speech: “Don’t mean to be made into any product”. Laten nu juist de progressieve uithangborden, de technologie-giganten, dit tot hun missie hebben gemaakt: de mens als product. De ultieme progressieve droom, waarin de mediamultinationals bepalen wat gebruikt kan worden van de gebruiker – alle mogelijke informatie over wat hij denkt, wat zijn voorkeuren zijn, waar hij zich bevindt, etc. En vervolgens bepalen zij wat die gebruiker wel of niet te horen en te zien krijgt. Met dank aan links. Exit Alex Jones.