Wie professor Cliteur enigszins kent uit zijn publicaties, kent hem als koele rationalist en godloochenaar met als zwakke plek zijn onvermogen om het biologisch goed recht van de carnivore levenswijze een plaatst te geven in zijn ethiek. Enfin, niemand is volmaakt, ook Maarten ’t Hart was ooit lijstduwer bij de Partij voor de Dieren. Dat Cliteur een positieve klik zou hebben met racisme, laat staan met antisemitisme, is minder geloofwaardig dan Rutte’s stiekeme relatie met een negerin (Nietwaar? Hoe kwam Rutte op het idee dat Zwarte Piet, die in 2017 nog ‘nu eenmaal zwart’ was, sinds Tweede Pinksterdag 2020 deel uitmaakt van het systemisch racisme in onze samenleving?).
Cliteurs afwijzing van racisme en antisemitisme komt hem in zijn werkomgeving goed uit want: “Binnen de Leidse universiteit is geen plaatst voor racisme” vatte het Leidsch Dagblad de uitspraken van de rector magnificus Stolker samen. Stolker twitterde: “Antisemitisme en racisme, en ook het daarvan niet afstand nemen, zijn totaal maar dan ook totaal onaanvaardbaar”. En die ‘tweet’ was een positieve antwoordtweet aan een medewerkster binnen de Leidse Universiteit ene mevrouw Lieke Smit, historica, die twitterde: “Ik hoop en verwacht dat mijn werkgever zich distantieert van Paul Cliteur. Racisme mag geen gemeengoed zijn aan de universiteit, ook niet onder het mom van vrijheid van meningsuiting. Het verwijt van een patroon van antisemitisme rond FvD is uiterst zorgelijk en raakt daarmee ook Paul Cliteur.” Kortom, van je collega’s moet je het maar hebben: smadelijke verdachtmakingen en de vrijheid van meningsuiting is ook maar relatief – dat vonden ze vroeger in de Sovjetunie ook en in China vinden ze dat nog steeds – en voor de universiteit ben je dus, hooggeleerd of niet, ook maar een werknemer die moet doen wat hem gezegd wordt, in dit geval afstand nemen van Baudet (Stolker gaf zulks reeds aan bij een vorige gelegenheid: ‘Cliteur moet afstand nemen van Baudet’) zonder te mekkeren over fundamentele rechten of academische vrijheid. Wat is er sinds ik in 1999 van de universiteit overging naar TNO gebeurd met de academische vrijheid? Heeft u die getrimd? Afgeschaft misschien? Bij TNO mocht en mag je alleen publiceren na toestemming van de baas, dat weet je en daar teken je voor, maar aan de universiteit was dat heel anders. Ook is de idee dat de rector magnificus aan een hoogleraar kan voorschrijven met welke politicus hij wel en met welke hij geen sociale of partijgenootschappelijke contacten onderhouden mag, voor mij geheel nieuw. Bent u er in de afgelopen decennia in geslaagd de academische vrijheid om zeep te helpen? Intussen lijkt Cliteur al veroordeeld en monddood gemaakt voordat de commissie die zijn racisme en antisemitisme moet onderzoeken – tijdens dat onderzoek moet Cliteur zich onthouden van commentaar – haar oordeel geveld heeft.
Mijn opmerkingen gelden eveneens het vervolg dat een groep Leidse rechtenhoogleraren (professor Voermans c.s.) hebben gegeven aan de beschuldigingen van Stolker en Lieke Smit, door zich jl. zaterdag (28.11.2020) in een open brief uit te spreken ‘tegen elke vorm van antisemitisme, racisme en discriminatie en het bagatelliseren of normaliseren daarvan’ en dat ‘op een moment waarop in Nederland eens te meer zichtbaar is geworden dat antisemitisme, vreemdelingenhaat, antidemocratische en antirechtsstatelijke opvattingen in bepaalde kringen volstrekt normaal of op zijn minst acceptabel lijken te zijn geworden’. Deze nauwelijks verhulde beschuldigingen aan het adres van Forum en Cliteur werden gepubliceerd ter gelegenheid van de herdenking van de protestrede van Cleveringa tegen het ontslag van zijn Joodse collega’s in 1941. – Mijn vraag tussendoor: Waarom spelen politiek correcte mensen, ook hoogleraren dus, zo vaak bijna routinematig vals? De suggestie dat mensen als Baudet of Cliteur tot de tegenstanders van Cleveringa gerekend zouden moeten worden is een heel pervers soort laster. – Met deze verklaring tegen het bagatelliseren van racisme, waren de hoogleraren Voermans c.s. overigens wel heel erg laat. U allen herinnert zich vast nog wel uw Tweede Kamerdebat n.a.v. de Damdemonstratie van jl. Tweede Pinksterdag (BLM + KOZP + lokale Amsterdamse politici, onder de leuzen “Black Lives Matter” en “Kick Out Zwarte Piet”). Voermans c.s. mogen zich afvragen hoe, indien geraadpleegd, de schim van Cleveringa reageren zou op de stelling dat Zwarte Piet racisme zou zijn. Flabbergasted? De politiek correcte ethici van de Leidse rechtenfaculteit en ook u leden van de Tweede Kamer, hielden de mond dicht toen Rutte de morele content van het begrip racisme devalueerde met zijn voorstelling van zaken alsof racisme per saldo het verschil is tussen een zwarte piet en een roetveegpiet. Daarmee heeft racisme in ons publieke debat in feite afgedaan als serieus te nemen onderwerp. Bij alle aantijgingen over racisme mag u voortaan denken: O ja, zwart gezicht fout, roetvegen goed. Rest ons het antisemitisme om ons ethisch over op te winden; wat dat aangaat, antisemitisme is mij in de uitingen van Cliteur noch in de publieke uitingen van Forum bekend. “Tegen elke vorm van antisemitisme, racisme en discriminatie of het bagatelliseren ervan” schreven Voermans c.s. Hoe intenser kun je racisme bagatelliseren dan met de uitspraak “Zwarte Piet is racisme”? Wat Rutte met de stilzwijgende instemming van de meerderheid van uw Tweede Kamer de facto dus deed. De door Voermans c.s. op hoge toon geformuleerde veroordeling van zulk racisme zou op mijn lagere-schoolplein getypeerd zijn als ‘gelul uit de nek’. En voor zulk ‘gelul uit de nek’ tuigt het College van Bestuur van de Leidse Universiteit een zware externe commissie op die Cliteurs uitlatingen zal wegen terwijl Cliteur hangende dat onderzoek moet zwijgen. Ooit stond de Leidse Universiteit bekend als Praesidium Libertatis (bolwerk der vrijheid). Nu legt men daar spreekverboden op. Je vraagt je af welke juridische zwaargewichten toestemden zitting te nemen in zo’n bijna veemgericht, en u zou er misschien goed aan doen hun antecedenten te laten natrekken. Ik bedoel misschien zitten er wel lieden bij die zich eerst Europeaan en pas daarna Nederlander voelen, zoals destijds prins Constantijn. Wat de stellingname van de hooggeleerden Voermans c.s. betreft, ik geef u in overweging dat hun probleem geen racisme of antisemitisme betreft maar het bestaan van een partij als Forum. Racisme en antisemitisme zijn hierbij gewoon de stokken om de hond te slaan.
De heer Stolker is in de uitloop van zijn rectoraat niet meer de moeite van een antecedentenonderzoek waard, maar misschien zou het dienstig zijn het moreel commitment van zijn opvolgster met de ideële grondslag van de universiteit te (laten) natrekken, met het oog op een mogelijke geneigdheid om op vergelijkbare wijze uit de losse pols in te breken in de fundamentele rechten en de academische vrijheid.
Ik heb mij bij dit alles afgevraagd hoe de leden van de huidige Universiteitsraad van Leidens universiteit hun tijd invullen terwijl dit soort inbreuken op de morele randvoorwaarden van het universitaire bedrijf aan hen voorbijgaan. Ook dat aspect zou uw aandacht waard zijn.