Eind januari is Christiane Taubira afgetreden als minister van Justitie van Frankrijk. Met deze minister uit Frans Guyana verliest president Hollande een van zijn meest opvallende en meest omstreden ministers.
Het terugkerende thema van Taubira’s politieke engagement is haat voor de blanke, mede door het christendom gestempelde, Franse cultuur. Ze begon haar politieke loopbaan in de jaren ’70 in de sfeer rond terroristische Guyaanse onafhankelijkheidsstrijders. Tot 1998 had Taubira een relatie met de veroordeelde terrorist Roland Delannon, waarmee ze in 1987 trouwde. Tijdens zijn anderhalf jaar durende hechtenis, ging ze in 1974 ondergronds.
In de Nationale Vergadering, het lagerhuis van het Franse parlement, zit ze sinds 1993 als afgevaardigde van Guyana. Als zodanig vraagt ze in 2001 aan de toenmalige minister van Justitie Marylise Lebranchu de veroordeling van haar zoon Lamine wegens medeplichtigheid aan een roofoverval ongedaan te maken.
Taubira is verantwoordelijk voor de in 2001 aangenomen ‘wet inzake de erkenning van de trans-Atlantische slavenhandel als misdaad tegen de menselijkheid’. Sindsdien is 10 mei de officiële gedenkdag van de slavernij en de Europese slavenhandel een verplicht onderdeel van het geschiedenisonderwijs. Op basis van deze wet probeerde in 2006 een ‘antiracistisch’ collectief, ondersteund door Taubira, de gerenommeerde maar politiek-incorrecte historicus Olivier Pétré-Grenouilleau de lesbevoegdheid te ontnemen.
In 2012 benoemde president Hollande Taubira tot minister van Justitie. Op kritiek op haar wetsontwerpen antwoordde ze naar believen met het verwijt van racisme dan wel seksisme of homofobie. Anne-Sophie Leclère, een lokale politica van het Front National, werd in 2014 in eerste aanleg wegens een fotomontage op haar facebook-pagina, die Taubira als aap weergaf, tot een gevangenisstraf van negen maanden en een boete van 50.000 euro veroordeeld. Het vonnis werd later tot Taubira’s spijt in hoger beroep opgeheven.
[contextly_sidebar id=”LYHlN8dSJEiEcEyeD18DN5NGP1nRVsij”]Ook de tegenstanders van de invoering van het zogenaamde homohuwelijk, waarin Taubira een “beschavingswissel” ziet, voelden vanaf 2013 de volle kracht van de wet op zich neerkomen. Vreedzame protesten werden door de politie met geweld ontbonden en tegen de student Nicolas Bernard-Buss werd een showproces zonder straf- of civielrechtelijke basis gevoerd, die voor de aangeklaagde in een gevangenisstraf van zes maanden zonder voorwaardelijke vrijlating en opname in het strafregister als “bijzonder gevaarlijke crimineel” uitmondde. In diezelfde tijd riep Taubira per ministerieel schrijven ambtenaren van de burgerlijke stand ertoe op om, in weerwil van geldend recht, in het buitenland door surrogaatmoeders gebaarde kinderen van homoseksuele paren het Franse staatsburgerschap te verlenen.
Op het terrein van het strafrecht propageerde Taubira van het begin af aan een paradigmaverschuiving van straf en gevangenis naar “maatschappelijke verantwoordelijkheid” voor het afglijden in de criminaliteit, in het bijzonder bij immigranten, die in Frankrijk het gros van gevangenisbevolking uitmaken. Sinds haar hervorming van het strafrecht in 2014 zijn de rechters gehouden om bij misdrijven die met vijf jaar of minder in de gevangenis bestraft kunnen worden, alternatieve straffen de voorkeur te geven. Voor recidivisten schafte Taubira strafverzwarende maatregelen af en voerde daarentegen voor alle gevangenen systematische vroegtijdige vrijlating in, onder voorwaarden en na het uitzitten van twee derde van het vonnis. Deze maatregelen waren meermaals aanleiding voor protesten van gevangenispersoneel, politie-agenten en advocaten.
Een aan duidelijkheid niets te wensen overlatende inblik in Taubira’s wereldbeeld biedt het interview met het tijdschrift Paris Match van 6 mei 2015, waarin de minister verklaarde: “De kinderen, die op mij lijken hebben alle recht van de wereld. Zij (de racisten, oftewel de blanken, red.) zullen daar aan moeten wennen. De rede zal ze leren in te zien, dat de mensen, die op mij lijken, talrijker zijn. En dat het beter voor ze is, deze niet te veel uit te dagen.”
Onlangs trad Taubira dan af, op grond van president Hollande’s voorgenomen grondwetswijziging voor het intrekken van het staatsburgerschap, want deze maatregel treft vooral voor terrorisme veroordeelden met een dubbele nationaliteit en niet zozeer autochtone Fransen met slechts één nationaliteit. Taubira ziet daarin een discriminatie van immigranten. “Vaak vraagt verzet om te blijven, vaak vraagt het ook om te vertrekken”, aldus Taubira op Twitter ten afscheid.