Christelijke politiek in Oost-Europese landen lijkt deels op de Nederlandse politiek en deels ook helemaal niet. De bijbelse uitgangspunten zijn in Oost en West gelijk zijn, maar er zijn veel cultuurverschillen. Daar komt bij dat de landen in Oost-Europa ook behoorlijk sterk van elkaar verschillen. Ter illustratie hiervan dienen onze ervaringen in Hongarije, Roemenië en Oekraïne.
Een vergelijking van de Oost-Europese landen met elkaar is lastig uitvoerbaar, omdat ze qua cultuur, geschiedenis en tradities enorm uiteenlopend zijn. Roemenië met zijn Latijnse (bijna Mediterrane) cultuur en taal, maar tegelijk een kerkelijke oriëntering gericht op de Oosterse Orthodoxie, wijkt sterk af van Hongarije (of Magyarország zoals de Hongaren zelf het land noemen) met zijn bijna onmogelijk te leren taal en oriëntatie op de Westerse, Rooms-Katholieke en Gereformeerde kerken. Oekraïne is daarentegen een overgangsgebied, een Slavisch land waar men in het westen zich vooral met Europa verbonden voelt en in het oosten meer met Rusland. Lviv (het oude Oostenrijkse Lemberg) in West-Oekraïne is overigens maar 1100 km van Nederland gelegen. Dat is minder ver weg dan bijvoorbeeld Barcelona, een stad in het Noordoosten van Spanje (Catalonië).
Het zal niemand verbazen dat de verschillen in taal, cultuur en geschiedenis ook zijn weerslag hebben op het politieke leven en het opereren van Christenen in de politiek. Toch zijn er overeenkomsten. Een aantal zaken zijn ons in heel Oost Europa opgevallen.
- In bijna alle Oost-Europese landen (met uitzondering van Albanië, Azerbeidjan, Bosnië-Hercegovina, Kosovo en Macedonië) noemt meer dan negentig procent van de bevolking zich Christelijk.
- Net zoals in West-Europa is het percentage mensen dat regelmatig een kerkdienst bezoekt gering. In Roemenië gaat het gezegde dat de gemiddelde Roemeen een kerk driemaal van binnen ziet: bij de doop, huwelijk en uitvaart.
- In de meeste Oost-Europese landen is er een diep wantrouwen tegen de overheid in het algemeen en jegens politici in het bijzonder. Christelijke politici vormen hierop geen uitzondering.
- De organisatie van politieke partijen is in de meeste Oost-Europese landen anders dan in Nederland. Ruwweg kan worden gesteld dat hoe verder men naar het oosten gaat in Europa, hoe belangrijker de persoon van de partijleider wordt en hoe ‘vloeibaarder’ het partijprogram.
Activiteiten Stichting VOE
De SGP heeft de afgelopen twintig jaar, door te opereren in het MATRA Politieke Partijen Programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, geprobeerd een bescheiden bijdrage te leveren aan de politieke vorming van Christenen en Christelijke politici in diverse landen in Oost-Europa. Het streven is daarbij altijd geweest om politici te trainen, zowel op het punt van de identiteit als op dat van praktijk van politiek bedrijven in de Europese Unie. De Stichting VOE-SGP (Vormingsactiviteiten Oost-Europa) traint daarbij niet in de eerste plaats het politieke handwerk van deze politici, maar meer de manier van opereren in Europa. We besteden aandacht aan de vraag welke normen en waarden zoal in (West) Europa en de Europese Unie worden uitgedragen en wat het Christelijke antwoord daarop is. Daarnaast heeft de Stichting ook aandacht voor praktische politieke training. Politici en/of jongeren die zijn opgegroeid in een totaal ander economisch systeem, wil de Stichting ook graag de broodnodige vorming geven, onder meer door duidelijk te maken dat een markteconomie niet gelijk is aan een of ander oligarchisch systeem (waarin een klein clubje rijkaards aan de touwtjes trekt), ook al zien ze voorbeelden daarvan dagelijks om zich heen.
Positieve en negatieve ontwikkelingen
Terugkijkend is er in twintig jaar in Oost-Europa veel gebeurd. Aan de ene kant zijn er vreugdevolle ontwikkelingen, zoals opbloeiende democratieën waarvan recent Georgië een goed voorbeeld is. Ook werpt de training van diverse christen-jongeren haar vruchten af, doordat zij nu op verschillende plaatsen leidinggevende posities gaan innemen. Verder komt de creatie van een netwerk van Christelijke politici uit diverse landen nu echt van de grond in de vorm van de European Christian Political Movement, waarin ook de SGP participeert.
Anderzijds zijn er ook zaken die treurig stemmen. Dan denken we in de eerste plaats aan het gegeven dat in veel landen de transitie van dictatuur naar democratie erg traag verloopt en in sommige gevallen zelfs totaal tot stilstand is gekomen. Er zijn landen waar corruptie en belangenverstrengeling nog steeds de normale dagelijkse gang van zaken is. Een ander onmiskenbaar groot probleem van dit moment is dat van de ‘leegloop’ van de meeste Oost-Europese landen. Met name Oost-Europese jongeren zien voor zichzelf geen toekomst meer in hun eigen land en om te kunnen overleven zoeken zij noodgedwongen een baan in West-Europa. Mede hierdoor zullen de demografische problemen (veel meer ouderen dan jongeren) de komende tien jaar in de meeste Oost Europese landen enorm verergeren. Veel van de buitenlandse werkers betalen geen sociale premies in eigen land, bouwen geen pensioen op, treffen daar ook zelf geen voorzieningen voor, maar consumeren al het geld dat ze nu verdienen door er grote huizen van te bouwen of dure auto’s voor te kopen. Dit onbeteugelde en harde materialisme is ook een van de grote geestelijke problemen van de meeste Oost-Europese samenlevingen en draagt eraan bij dat er veel te weinig inkomsten worden geïnvesteerd in toekomstige productiemiddelen. Economische groei die er is of is geweest, heeft voor een groot deel haar basis (gehad) in consumptie, hetgeen voor de lange termijn geen goed uitgangspunt is.
Kerk en staat
Wat betreft de kerk en de relatie tussen kerk en staat, is er de afgelopen jaren ook veel veranderd in Oost-Europa. Zo is er weer vrijheid van godsdienst – tijdens het communisme was alleen de orthodoxe staatskerk ‘legaal’ – en kunnen mensen openlijk hun geloof belijden. Het communisme zorgde ervoor dat roomsen en protestanten gingen samenwerken. Die samenwerking tussen ‘gereformeerden en katholieken’ is er vaak nog steeds en heeft mede gezorgd voor een zekere eensgezindheid.
Zoals eerder gezegd, noemt zo’n negentig procent van de bevolking in nogal wat Oost-Europese landen zich christen. De meesten daarvan behoren tot de (oosters) orthodoxe stroming. Hoewel er vrijheid van godsdienst geldt, is de orthodoxe kerk nog steeds dé staatskerk en heeft bij de overheid (en vaak ook in de samenleving) altijd een streepje voor. Dat geldt ook voor de burgers. Wil je kans maken op een baan in de publieke sector, of gemakkelijk in het parlement gekozen worden, kun je maar beter orthodox zijn. Dat zijn zware schaduwzijden van een staatskerk, reden te meer waarom we als SGP’ers ons daar geen al te rooskleurige voorstelling over moeten maken.
Wanneer echter de diverse landen onder de loep genomen worden, valt pas echt op hoe uiteenlopend de ontwikkelingen in de Oost-Europese landen eigenlijk zijn. Het voert te ver om al deze landen afzonderlijk te bekijken, maar een selectie van een drietal landen geeft een goede indruk van twintig jaar Christelijke politiek in Oost Europa en de politieke ontwikkelingsrichting van deze landen.
Hongarije
Hongarije is een van de Centraal Europese landen waar de stichting Vormingsactiviteiten Oost-Europa heel lang actief is geweest. Vanaf begin jaren 1990 tot ongeveer 2005 heeft de SGP via haar Stichting VOE de Hongaarse partijen MDF en Fidesz ondersteund. MDF is ondertussen van het politieke toneel verdwenen, de Christen Democratische Fidesz heeft momenteel een tweederde meerderheid in het parlement. Hoewel dat op het eerste gezicht een succes lijkt voor Christelijke politiek, kan bij de manier waarop Orbán, de leider van Fidesz, met de macht omgaat, toch op zijn minst een aantal vraagtekens worden gezet. Het moet intussen wel gezegd worden dat Orbán zijn best doet om een herstel van normen en waarden in zijn land te verdedigen en te versterken.
Roemenië
In Roemenië heeft de Stichting VOE in het verleden veel samengewerkt met de Hongaarse Gereformeerde minderheid in Transsylvanië (of: Zevenbergen) , die politiek voornamelijk opereert langs etnische lijnen en binnen de brede RMDSz-partij (Democratische Unie van Hongaren in Roemenië) ook een eigen plaats heeft. Het schipperen tussen belangen van de etnische groep enerzijds en het verlangen om een ethische en Christelijke politiek te bedrijven anderzijds, is voor Hongaars-Roemeense Christenen telkens weer een moeilijke en ingewikkelde opdracht. Voor de Roemeense etnische groep christenen in het land heeft de Stichting VOE veel support verleend aan de Christendemocratische PNTCD, tot deze partij zichzelf door onderlinge twisten ondermijnde in elkaar schrompelde tot een one-issue partijtje in de marge. De PNTCD lijkt alleen nog maar gericht op het bewerkstelligen van een Unie tussen Roemenië en Bassarabië (Moldavië en Zuid West Oekraïne). Het streven naar een unie met Moldavië vanwege dezelfde taal die er gesproken wordt, is voor ons nuchtere Nederlanders nog voor te stellen. Maar waarom men zich zo druk maakt om samenvoeging met Zuid West Oekraïne, een van muggen vergeven moerasgebied tussen de Donau delta, de Prut en de Dnjestr/Nistru rivieren, is ons een raadsel. Tegelijk is het in elk geval geen boodschap die grote groepen mensen aanspreekt, want pogingen om de partij nieuw leven in te blazen hebben tot nu toe niet veel effect. Eigenlijk komt het erop neer dat er in Roemenië geen Christelijke partij meer is, en dat belijdende Christelijke politici zich verspreiden over diverse partijen, van socialisten tot liberalen en zelfs ook bij de ultra-rechtse Romania Mare partij. Wat een Christen bij laatstgenoemde partij te zoeken heeft, gaat ons voorstellingsvermogen te boven, maar uit ervaring weten we dat bepaalde zaken in Oost-Europa nu eenmaal niet zo eenvoudig liggen als in West-Europa. Het past ons dan ook niet om daar lichtvaardig een oordeel over te vellen. We hebben ronduit respect voor de diverse parlementariërs die ieder in een eigen positie, soms zelfs als eenling binnen hun fractie, een Christelijk geluid in de Roemeense politiek laten horen. We kunnen leren van de manier waarop zij christelijke normen en waarden in politiek en maatschappij bepleiten.
Wit-Rusland
In de hiervoor besproken landen, Roemenië en Hongarije, is weliswaar met vallen en opstaan, toch sprake van een ontwikkeling richting rechtsstaat en democratie. Dat is in Wit-Rusland, de laatste dictatuur van Europa, beslist niet het geval. Politieke partijen zijn hier eigenlijk verboden en samenkomsten van meer dan drie mensen zijn illegaal. De Wit-Russische Christelijke partij BCD is één van de partijen die zwaar onderdrukt wordt. Sinds enkele jaren ondersteunt SGP via de Stichting VOE deze partij. De mensen van de BCD smeken bij wijze van spreken om hulp en ondersteuning, omdat dit voor hen in ieder geval nog een heel klein beetje bescherming vormt tegen de terreur van de staat. Het dictatoriale regime van Lukashenko kijkt op de een of andere manier toch uit voor al te veel geweld, aangezien men naar het buitenland toe niet volledig het gezicht wil verliezen. Binnen de BCD is het bijzonder hoe de onderdrukking samenbindend werkt. Voor ons Nederlanders is het ontroerend om te zien hoe Protestanten, Evangelischen, Rooms-Katholieken en Orthodoxen elkaar vinden en gezamenlijk proberen een geweldloos en Christelijk geluid in hun samenleving te laten horen. Ze slagen erin het met elkaar eens te worden over zaken die hun verbinden, in plaats van voortdurend te kijken naar punten waarover men met elkaar van mening verschilt. Een belangrijke les voor SGP’ers!
Al met al levert deze verkenning van christelijke politiek in Oost-Europa een divers beeld op, een beeld met een mooie en minder mooie kant. Er valt in de meeste landen veel te leren van de manier waarop Christenen zich manifesteren in de maatschappij, ook al heeft men soms bijna volstrekt andere gebruiken dan wij in Nederland gewend zijn. De moed en de inzet die men aan de dag legt om te getuigen van Gods Koninkrijk in een omgeving van oligarchen, corruptie en cynische machtswellustelingen, is iets waarvan wij veel kunnen leren. Het stemt ook tot ootmoed, gelet op de vrijheid die wij genieten en de (financiële) steun die de SGP van de Nederlandse overheid krijgt. Aan de andere kant toont Oost-Europa ons ook een politiek systeem waar de gevolgen van populisme en nationalisme op uiterst pijnlijke wijze duidelijk worden: voor van alles wat er fout gaat, wordt een zondebok gezocht en aangewezen: zigeuners, etnische minderheden, migranten, multinationals, de Verenigde Staten, de Grieken of wat of wie dan ook. Ook hieruit zouden Nederlanders lering moeten trekken. Niet wijzen naar anderen, maar doen wat je hand vindt om te doen. Christelijke politiek is ten slotte voor iedere christen ook een zaak van persoonlijke verantwoordelijkheid. Dat is de grote overeenkomst tussen Oost- en West-Europa.
Dit artikel verscheen ook in Zicht, de uitgave van het Wetenschappelijk Instituut van de SGP.