Afgelopen voorjaar verklaarde China reeds dat het, in samenhang met haar toevoer van energie en delfstoffen en het openhouden van bepaalde zeewegen, ook zwaarwegende overzeese belangen heeft. In het nieuwe defensie-witboek gaf de Volksrepubliek aan deze belangen zo nodig ook met militair geweld te willen verdedigen. In dit kader moet het recente nieuws gezien worden, dat China een militaire basis in de Hoorn van Afrika inricht.
Nadat hoge Chinese militairen een oorlogsschip dat in Djibouti bijgetankt werd bezocht hadden, maakte Peking op 26 november bekend dat men onderhandelingen voerde met de regering van Djibouti over de inrichting van een militaire basis in dat land. Het Chinese ministerie van Defensie ontweek in eerste instantie de vraag of de basis vergelijkbaar zou worden met de bases van westerse landen in het buitenland, maar enkele maanden later bevestigt men nu toch de uitspraken van de Djiboutische president Omar Guelleh tegenover persbureau AFP over dit grote project in Obock, een havenstad in het noorden van de verarmde Oost-Afrikaanse republiek, die het kleine land met een bevolking van zo’n 830.000 mensen een aanzienlijk inkomen zal brengen.
Eind januari nu maakte Hong Lei, woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, bekend dat men een overeenkomst bereikt had. Beide landen ondertekende hieraan voorafgaand diverse economische akkoorden, die voor Djibouti het in het leven roepen van een vrijhandelszone, versterking van zijn rol als omslagcentrum voor de handel tussen China en de rest van de wereld en de schepping van een juridisch kader waarin Chinese banken in Djibouti actief kunnen worden inhouden. President Xi Jinping zet infrastructureel in op de totstandbrenging van de zogenaamde Nieuwe Zijderoute, de Hoorn van Afrika kan daar een van de stations in zijn.
China heeft voor zijn eerste buitenlandse militaire steunpunt een strategisch uiterst belangrijke locatie aan de Straat van Bab al-Mandeb, aan de toegang van de Rode Zee en het Suezkanaal, uitgekozen. Met deze stap laat de Volksrepubliek niet alleen op papier maar daadwerkelijk de oude strategie achter zich, die louter bestond in de verdediging van de landsgrenzen.
In de afgelopen tien jaar hebben zich volgens officiële cijfers een miljoen Chinezen in Afrika gevestigd. Gezien de politieke instabiliteit van veel Afrikaanse landen, kan de basis in Djibouti niet alleen de economische belangen van China dienen, maar ook een steunpunt zijn voor eventuele repatriëring van Chinezen in noodgevallen. Afgelopen maart evacueerde de Chinese marine nog zo’n 600 Chinezen en enkele honderden andere buitenlanders uit Jemen, dat te lijden heeft onder een burgeroorlog waarin ook een regionale coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië zich gemengd heeft en een zeeblokkade die tot hongersnood heeft geleid.
‘Vrede en stabiliteit in de regio’
De Chinese overheid benadrukt evenwel dat de militaire basis niet bedoeld is als steunpunt voor grote militaire interventies, zoals de Amerikanen gewoon zijn. Het Chinese ministerie van Defensie spreekt dan ook liever van een logistiek centrum, dat bijvoorbeeld een belangrijke rol kan spelen in de anti-piraterijmissie in de Golf van Aden. Sinds december 2008 speelt de Chinese marine hierin een belangrijke rol, sinds begin 2010 in het kader van een VN-missie in samenwerking met andere landen. Deze inzet van de Chinese marine kan zeer vergemakkelijkt worden door het steunpunt in Djibouti, aldus het ministerie.
Verder zijn er nog Chinese blauwhelmen die in Zuid-Soedan en Mali de vrede handhaven en in andere Afrikaanse landen humanitaire missies vervullen.
[contextly_sidebar id=”Weg0azAHIgGxxqXvn7aaaygh5q2lqFPC”]Te denken valt ook aan het feit dat China eind vorig jaar geconfronteerd is met de dreiging van islamistische terreurgroepen. In drie dagen tijd werden in Syrië en Mali vier Chinese staatsburgers vermoord door dergelijke groepen. Zo betrekt de vestiging en economische activiteit van Chinezen over de hele wereld de Volksrepubliek ook bij de problemen van de rest van de wereld.
Ongetwijfeld speelt ook een zekere rivaliteit met de Verenigde Staten een rol, wier hegemonische optreden in de wereld de Chinezen een doorn in het oog is. Djibouti huisvest immers ook een Amerikaanse militaire basis, Camp Lemonnier bij de internationale luchthaven Ambouli, buiten de hoofdstad Djibouti. Toen Washington in 2014 het contract voor die basis voor tien jaar verlengde was er sprake van investeringen in de infrastructuur van meer dan 800 miljoen dollar.