De studentenstad Canterbury verschoot gisteren van kleur. De stad was sinds 1841 een conservatief bolwerk, maar tijdens de parlementsverkiezingen won Labour overtuigend in Canterbury.
Zelfs Canterbury. Het tekent het slagveld van de Britse politiek na 9 juni 2017. Premier Theresa May, die de Brexit in goede banen moest leiden na het verlies van haar voorganger Cameron in het referendum over uittreden, gaat KO in de tweede ronde. Overmoedig door de peilingen schreef ze in april landelijke verkiezingen uit, in de verwachting dat ze met een absolute meerderheid de Brexit-onderhandelingen met de EU goed en hard kon voeren. Niets blijkt minder waar. Cameron gokte en verloor, May gokte en verloor. Een verrassende aanval vanuit de linkerflank leidt ertoe dat de Conservative Party haar meerderheid in het Lagerhuis kwijt is. Labour, onder leiding van de klassieke socialist Jeremy Corbyn – hij blijft iets hebben van een Blackadder-personage – deed het verrassend goed en won stevig. De Schotse Nationalistische Partij verloor sterk. Alleen de Liberaal-Democraten en de Ierse DUP wonnen een aantal zetels. UKIP is weggevaagd, zoals al bleek bij de regionale verkiezingen begin mei.
May heeft haar Waterloo gevonden. Waar de eerste hertog van Wellington, prins van Waterloo, de Franse macht op het continent in de pan hakte, leidt geografe en afgevaardigde van het district Maidenhead May een smadelijke nederlaag. De gok dat de pro-Brexit kiezers massaal van UKIP naar de Conservatieven zouden overlopen bleek een verkeerde. May, die tegen de Brexit was, maakte dezelfde inschattingsfout als Cameron. Nigel Farage, de geestelijk vader van de Brexit, had dat overigens goed door en verweet May dat ze de meest ongeloofwaardige Brexit-leider van het Verenigd Koninkrijk is. Hij complimenteerde daarentegen Corbyn als een prima campagnevoerder.
Misschien is Corbyn nog wel de grootste verrassing van de afgelopen weken. Een stuntelende politiek leider die zich omringt met nog stunteliger adviseurs, een leider die bizarre uitspraken en voorstellen doet, een leider die een partijcrisis overleeft omdat hij te pro-EU is, weet een Euro-kritisch publiek aan zich te binden.
In mei leken de Britse kiezers het Brexit-avontuur nog volledig te steunen. Bij de lokale verkiezingen deden de Conservatieven het heel goed en leed Labour een gevoelige nederlaag. Nu zijn de rollen omgekeerd. Er zullen nog heel wat analyses over dit bizarre spektakel volgen. Was het de onhandige campagne van May, haar harde uitstraling, de slechte (en weer ingetrokken) beleidsvoorstellen tijdens de campagne? De opkomst van jonge, nieuwe kiezers, die in grote meerderheid voor Labour kozen?
En er is een theorie die stelt dat ze bewust de verkiezingen wilde in de wetenschap dat ze haar mandaat zou verliezen: als tegenstander van de Brexit kan ze nu de onderhandelingen, met steun van andere eurofiele partijen, vertragen.
Feit is wel dat de Schotse onafhankelijkheid verder weg is dan ooit, Nigel Farage zijn opwachting weer maakt in de politieke coulissen, men op het hoofdkwartier van de Conservative Party de messen slijpt en Corbyn tegen alle verwachtingen in (voorlopig) op lauweren zit. Het Verenigd Koninkrijk heeft een ‘hung parliament’ en gaat een periode van politieke instabiliteit tegemoet.