Donald Trump, Jeremy Corbyn en Emmanuel Macron – ze hebben niets gemeen. En toch staan ze alle drie symbool voor dezelfde trend.
Op het eerste gezicht hebben de politieke schokken die Amerika, Engeland en Frankrijk dit jaar hebben doen beven niets met elkaar gemeen. Bij nadere beschouwing laten ze echter een gemeenschappelijk patroon zien. Of het nu in de VS, in Groot-Brittannië of meest recent in Frankrijk is, overal hebben de burgers een slag toegebracht aan hun politieke elites zoals die al generaties niet meer voorgekomen is.
Het begon met het Brexit-referendum een jaar geleden, zette zich voort met de overwinning van Donald Trump tot aan de opmars van Jeremy Corbyn in de vervroegde Britse parlementsverkiezingen en eindigde nu in Frankrijk, waar de kiezers het sinds decennia bestaande partijensysteem hebben weggevaagd.
De protagonisten van de drie opschuddingen konden weliswaar haast niet meer van elkaar verschillen. Bij de Brexit stond de nationaal-conservatieve euroscepticus Nigel Farage aan het front, een jaar later schaarden zich onverwacht veel Britten achter de rooie rakker Corbyn. In de VS slaagde de kleurrijke, anti-intellectuele Donald Trump erin president te worden – terwijl hij net als Corbyn door grote delen van de eigen partijleiding verbitterd bestreden werd. In Frankrijk heeft de gladde ex-Socialist Emmanuel Macron de oude partijen, in het bijzonder de Parti Socialiste, weggevaagd.
Het ziet er naar uit dat het de burgers, nog voor ideologische kwesties, met name er om ging de gevestigde macht, de oude elites, af te straffen of meteen geheel van het erf te jagen. Wie er voor hen in de plaats zou komen, lijkt voor velen secundair te zijn geweest – hoofdzaak was dat zij die al sinds lengte van dagen aan de politieke top verkeren eindelijk verdwijnen. Men is ze dermate beu, dat men bij de zoektocht naar alternatieven niet vrij is van willekeur.
Duitsland vormt een verbluffende uitzondering op deze trend. Regeringsleider Merkel en haar partij kunnen pochen op goede peilingen, temeer daar de concurrent van de SPD nauwelijks iets fundamenteel afwijkends biedt. Merkel slaagde er sowieso in links te neutraliseren door op alle momenteel prominente punten (asiel, immigratie, ‘gender’, energie en klimaat), linkse standpunten tot de hare te maken.
De regeerders in Berlijn profiteren ervan, dat de bulk van de mensen in Duitsland verschoond denkt te blijven van de de economische problemen die in de drie genoemde westerse landen grote delen van de bevolking teisteren – ook al moet men daarvoor een koopkracht die in veel gevallen geringer is dan die van mensen met vergelijkbare beroepen in die landen op de koop toe nemen. In Duitsland wordt het pas spannend wanneer deze economische zelfgenoegzaamheid in crisis raakt.