Bulgarije: Versplintering bemoeilijkt vorming regering

door | 6 oktober 2014

Hoewel de officiële uitslag nog niet bekend is gemaakt, wordt uit de exit poll duidelijk, dat de verkiezingen van afgelopen zondag geleid hebben tot versplintering van het Bulgaarse politieke landschap, het aantal partijen in het parlement groeit van vier naar acht.

De centrumrechtse partij GERB (Burgers voor de Europese Ontwikkeling van Bulgarije) heeft de verkiezingen met zo’n 33% overtuigend gewonnen. De vraag is echter of oud-premier en partijleider Boyko Borisov er in slaagt een regeringscoalitie te vormen. Doordat meer partijen de kiesdrempel hebben gehaald, vertaald de lichte stemmenwinst van GERB zich ook niet in zetelwinst, in tegendeel, GERB verliest volgens de exit poll twaalf zetels om er nog 85 van de 240 over te houden.

Een voor de hand liggende coalitiepartner voor GERB is het Hervormersblok, een centrumrechtse alliantie van vier kleine liberale, christendemocratische, conservatieve en boerenpartijtjes, waarvan er drie net als GERB bij de Europese Volkspartij zijn aangesloten. Zij hebben waarschijnlijk 23 zetels. De Hervormers lijken hun huid echter duur te willen verkopen, zo stelde een van de leiders van het Blok reeds dat hij zich moeilijk een regering onder leiding van Borisov kon voorstellen.

Andere partijen die deel zouden kunnen nemen aan een coalitie zijn het Patriottische Front, een nieuwe alliantie van kleine nationaal-conservatieve en nationalistische partijtjes, en de centrumrechtse anticorruptiepartij Bulgarije Zonder Censuur (BBT), die respectievelijk 19 en 16 zetels hebben.

Blijf op de hoogte van nieuws, opinie en achtergronden met een internationale focus: Volg Novini!

De vraag is hoe stabiel een dergelijke regeringscoalitie zou zijn. Na de verkiezingen van 2009 kende Bulgarije ook een zeer verdeeld parlement. Borisov vormde toen een centrumrechtse minderheidsregering met steun van drie partijen, waaronder de nationalistische partij Ataka (Aanval). Dit leidde tot kritiek uit EU-kringen. In 2013 won GERB – ondanks aanzienlijk stemmenverlies – de verkiezingen opnieuw, maar kwamen er slechts vier partijen in het parlement. Borisov slaagde er niet in een coalitie te vormen, waarop er een regering gevormd werd door de socialisten en de partij van de Turkse minderheid, die samen net geen meerderheid hadden. De aanstelling als minister van Veiligheid van de mediamagnaat Delyan Peevski leidde in het voorjaar van 2013 tot aanhoudende demonstraties. Een deel van de socialisten splitste zich af en in de verkiezingen voor het Europees Parlement behaalden de socialisten een slecht resultaat. De rechtse oppositie eiste daarop vervroegde verkiezingen, die afgelopen zondag plaats vonden. Sinds augustus wordt het land geregeerd door een demissionair kabinet. De uitkomst van die verkiezingen maakt het niet ondenkbaar dat op korte termijn opnieuw verkiezingen uitgeschreven moeten worden.

Het geringe vertrouwen van de Bulgaarse kiezers in de politiek komt duidelijk tot uiting in de opkomst, die volgens de exit poll het laagste niveau bereikt heeft in 25 jaar. Een van de meest dringende beslissingen die een nieuwe regering te wachten staat, gaat over het lot van de Corpbank, de op drie na grootste kredietverstrekker in Bulgarije. Deze werd na een bankrun in juni gesloten en sindsdien is door de politieke instabiliteit onduidelijk wat er met de bank zal gebeuren en wat dit zal betekenen voor de klanten van de bank. Ook oefende de Europese Commissie druk uit op de Bulgaarse regering om de aanleg van de South Stream-pijpleiding stil te leggen. Verder heeft Bulgarije nog te kampen met de gevolgen van de grote overstromingen van dit jaar. Bulgarije trad in 2007 toe tot de Europese Unie, maar heeft nog altijd te kampen met corruptie en armoede. Eén op de vijf Bulgaren leeft onder de armoedegrens en het gemiddelde salaris is zo’n 400 euro per maand.