Een motie die opriep tot het opheffen van de sancties tegen Rusland in het kader van de Oekraïne-crisis, werd dinsdag in het Bulgaarse parlement slechts met een nipte meerderheid verworpen.
De motie die was ingediend door de socialistische BSP riep op tot heroverweging van de Bulgaarse steun voor de sancties van de Europese Unie tegen Rusland. De BSP is de grootste oppositiepartij in Bulgarije en werd tot voor kort geleid door Sergei Stanishev, die voorzitter is van de Partij van Europese Socialisten (PES).
De motie van de socialisten werd verworpen met 52 tegen 47 stemmen en 31 onthoudingen. Niet alle 240 parlementsleden waren aanwezig. Naast de aanwezige parlementsleden van de BSP, kreeg de motie steun van BSP-afsplitsing ABV, het nationaal-conservatieve ‘Patriottische Front’-blok van NFSB en VMRO, en de nationalistische Ataka-partij. ABV is een coalitiepartij en het Patriottische Front een gedoogpartij van de centrum-rechtse regering. De parlementsleden van andere regeringspartijen, GERB van premier Boyko Borisov en het Hervormers Blok (beide lid van de Europese Volkspartij) stemden tegen de motie of onthielden zich van stemming, evenals de afgevaardigden van de oppositiepartij DPS, die de Turkse minderheid vertegenwoordigt en lid is van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa.
Het belang van de stemming moet niet onderschat worden, aangezien tot de sancties van de Europese Unie tegen Rusland besloten moet worden met unanimiteit van de lidstaten.
BPS-leider Michail Mikov stelde in het parlement dat de sancties ineffectief zijn gebleken ten aanzien van het beoogde doel, dat ze daarentegen wel schadelijk zijn voor Bulgarije en dat ze daarom verworpen moeten worden. Ataka-leider Volen Siderov steunde weliswaar de motie, maar bekritiseerde tegelijk de BPS, omdat ze de sancties wel gesteund heeft toen het kabinet van Plamen Oresharski nog aan de regering was in 2013 en 2014: “Je kunt niet als je aan de macht bent een russofoob beleid voeren en nu net doen of je russofiel bent.”