Op doorreis naar Montenegro kwam ik door Bosnië. Interessant land, maar met een grote hoeveelheid littekens van de oorlog van de 90’er jaren. Kogelinslagen in huizen zijn veelvuldig te bespeuren. De weg is ook niet fantastisch, geen snelweg te bekennen en de smalle tweebaansweg kronkelt door een bijna even smalle kloof. Omdat het donker wordt besluit ik maar om ergens langs de kant van de weg een motel te nemen. Ik krijg een eenvoudige kamer, met spinnewebben boven het bed enzo. Wordt vast niet al te vaak verhuurd. Er is geen spiegel in de badkamer en ook geen douchegordijn. Onder de stortbak van de WC zit een enorme kruisspin, maar dat is niet het ergste, de WC trekt namelijk niet door.
.. Maar gelukkig is daar een oplossing voor, douchekop boven de WC aanzetten en sproeien/spoelen maar! Ook het elektrisch systeem heeft ongetwijfeld betere tijden gekend. Het peertje hangt in een losse fitting aan een paar draadjes. Maar goed, dat zijn allemaal maar kleinigheden, want het hotel heeft een schitterend uitzicht over de Vrbas-rivier.
Jajce, een klein eindje verder gelegen langs de weg, is een klein oud stadje midden in de bergen. Met donderend geraas stort zich hier een zijrivier via een waterval zich in de Vrbas. Jajce is gedurende de Bosnische oorlog van 1992 tot 1995 vrijwel geheel aan gruzelementen geschoten. Er moet nog veel hersteld worden, sommige huizen hebben een flinke voltreffer gehad van artillerievuur, andere huizen zijn grotendeels uitgebrand. Het oude fort is de oorlog zo te zien vrijwel ongeschonden doorgekomen. De vernietigingen waren puur gericht op de burgerbevolking en de woningen. Bizarre gewaarwording.