Paus Benedictus XVI heeft op 21 december zijn kerstrede gehouden voor de Romeinse Curie. Hij wees erop dat we dit jaar allerlei moeilijke situaties gekend hebben, belangrijke vragen en uitdagingen, maar dat er ook tekenen van hoop zijn, zowel in de Kerk als in de wereld. Een belangrijk onderwerp op dit moment in de geschiedenis is het gezin. De Paus benadrukt dat het gezin nog altijd sterk en vitaal is, maar men kan niet ontkennen dat er een crisis is die de fundamenten ervan bedreigt – vooral in de Westerse wereld.
De synode benadrukte regelmatig het belang van het gezin als de authentieke plaats waar de blauwdruk van het menselijke bestaan wordt doorgegeven. Het is duidelijk dat het vraagstuk van de familie niet over een particuliere sociale constructie gaat, maar over de mens zelf – over wat hij is en wat het betekent om authentiek menselijk te zijn. Het gezin vraagt toewijding, wat ook lijden en het boven zichzelf uitstijgen vereist. Wanneer dit engagement verworpen wordt, verdwijnen de sleutelfiguren van het menselijke bestaan: vader, moeder en kind – de essentiële elementen van de menselijke beleving gaan verloren.
Gilles Bernheim, de Grootrabbijn van Frankrijk, heeft in een gedetailleerde studie aangetoond dat de huidige aanval op de ware structuur van het gezin – bestaande uit vader, moeder en kind – veel dieper gaat. Tot nu toe zagen we een vals begrip van de menselijke vrijheid als de oorzaak van de crisis van het gezin, maar nu wordt duidelijk dat het begrip van het menselijke bestaan zelf in vraag wordt gesteld. Zoals Simone de Beauvoir schreef: ‘Men is niet geboren als vrouw, maar wordt het.’ Deze zin is het fundament van wat vandaag onder de term ‘gender’ wordt verstaan als een nieuwe filosofie van de seksualiteit.
Volgens deze zienswijze is de seksualiteit niet langer een gegevenheid van de natuur, maar een sociale rol die we voor onszelf kiezen. De valsheid van deze theorie en de antropologische revolutie die erin besloten ligt, zijn duidelijk. Mensen betwisten de idee dat ze een natuur hebben, die ze aan hun lichamelijke identiteit ontlenen en die een definiërend element van hun mens-zijn is. Ze ontkennen hun natuur en beslissen dat het niet iets is dat is voorgegeven, maar dat ze zelf maken. Volgens de bijbelse schepping is door God geschapen zijn als man en vrouw de essentie van het mens-zijn.
Deze dualiteit is een essentieel aspect van de menselijkheid, zoals ze werd ingesteld door God. Deze dualiteit is voorgegeven. Man en vrouw in hun geschapen toestand als complementaire versie van wat het betekent om mens te zijn, wordt nu in vraag gesteld. Als er geen voorgegeven dualiteit van man en vrouw is in de schepping, dan is het gezin ook niet langer een realiteit die door de schepping haar plaats heeft gekregen. Bernheim toont aan dat het kind van een subject van rechten, nu verwordt tot een object waar mensen menen recht op te hebben.
Als de vrijheid om creatief te zijn verwordt tot vrijheid om zichzelf te creëren, dan wordt de Schepper ontkend en de mens van zijn waardigheid ontdaan als goddelijk schepsel – als het beeld van God in de kern van zijn bestaan. De bescherming van het gezin gaat over de mens zelf. En het wordt duidelijk dat wanneer God wordt ontkend, ook de menselijke waardigheid verdwijnt.
De volledige tekst van de toespraak van de paus tegenover de Romeinse Curie is (in het Engels) te vinden op de site van de Catholic Herald.