Eva Hartog staat sinds juli van dit jaar aan het hoofd van The Moscow Times van oprichter Derk Sauer, die de Engelstalige krant dit jaar onderbracht in een in Nederland gevestigde stichting. Met het aantreden van Hartog hield de papieren editie op te bestaan, maar met haar vier jaar ervaring als webeditor bij de krant is zij vastbesloten een succes te maken van de overgebleven online-versie.
Is het nog mogelijk een onafhankelijke krant te maken in een land waar de persvrijheid onder druk staat? Wat betekent dit voor de hoofdredactionele koers? Klopt het beeld dat Nederlanders hebben van Rusland? Zucht het Russische volk onder een dictatuur?
The Moscow Times is gevestigd op de bovenste verdieping van een hoog glazen kantoorgebouw, met uitzicht op een stadion in aanbouw voor het WK Voetbal dat volgend jaar in Rusland gehouden wordt. Eva Hartog zwaait er de scepter over een redactioneel team van jeugdige leeftijdgenoten.
Op de dag van interview gaat er een schok door journalistiek Rusland. Tatjana Felgenhauer, adjunct-hoofdredacteur en presentatrice van het radiostation Echo Moskou, wordt in haar nek gestoken, door een man, die later zou verklaren met haar in telepathisch contact te staan. De aangevallen presentatrice is inmiddels buiten levensgevaar, maar Eva Hartog moet nog bekomen van de schrik.
“Ik luisterde elke ochtend naar haar, al jarenlang. Ze is presentatrice bij een klein lokaal station, met een klein publiek. Ze vormt geen enkele bedreiging voor de georganiseerde misdaad of de autoriteiten. Het enige wat ze doet is een ochtendprogramma presenteren, waarin ze de actualiteiten bespreekt, op een stoute, brutale manier, met grapjes. Het feit dat zelfs zo’n journalist al niet veilig is, verlegt de grens.”
De aard van de dreiging voor journalisten is veranderd?
“Vroeger als je een stuk schreef over bijvoorbeeld de FSB of Poetin, dan wist je: ‘Het Kremlin komt achter je aan.’ Dat was niet fijn, want dan werd je doodgeschoten of in elkaar geslagen. Maar de thema’s kon je opnoemen, en je wist wie er achter de aanvallen zat. Dus als je werd doodgeschoten, zoals Anna Politkovskaya, dan wist iedereen meteen: ‘Dat heeft te maken met Tsjetsjenië.’ Dat maakt het niet beter, maar dat maakt het wel heel duidelijk. Wat er nu langzamerhand aan het gebeuren is: Het Kremlin houdt zich minder bezig met het bedreigen of erger van journalisten, maar ze tolereren wel dat andere mensen het doen. Dat betekent dat elke persoon die je tegen komt op straat een potentiële aanvaller is.”
Uit cijfers van het in New York gevestigde Committee To Protect Journalists blijkt dat onder Poetin het aantal vermoorde journalisten sterk is afgenomen. Maar nu zit de pers in Rusland dus met een ander probleem? Eenzame gekken die zich aangemoedigd voelen journalisten aan te vallen.
“In de Russische media is een beeld gecreëerd van mensen die patriottistisch en pro-Kremlin zijn, en aan de andere kant mensen die anti-Kremlin zijn en daarmee westers en vijanden van Rusland. Met het gevolg dat er vigilantes zijn gekomen, die, op eigen initiatief, alleen of in groepjes, achter mensen aangaan.”
Denk je dat het Kremlin het wel best vindt dat eenzame gekken de schrik er in houden bij de oppositie?
“De aanvaller van Tanja Felgenhauer was een psycho, maar het gebeurt wel allemaal in een setting waarin dat getolereerd wordt, zo niet aangespoord. De staat lijkt te zeggen: ‘Wij hebben er niks mee te maken.’
De journaliste die vandaag is aangevallen vormde geen enkele bedreiging voor het Kremlin. Maar de aanvallen op journalisten houden wel de schrik er in. Dit heeft zo zijn voordelen voor de overheid, omdat dat de controle over de media en daarmee de maatschappij versterkt.”
Er zijn geen politici die hun afschuw uitspreken over dit soort aanvallen?
“Dat is nog niet gebeurd. Het is ook geen nationaal thema. Over het algemeen zijn de mensen van de oppositie nichefiguren, dus met weinig naamsbekendheid. Ik denk ook dat, als mensen wel zouden weten over de aanvallen op journalisten, ze vaak hun schouders daarover ophalen, en bij zichzelf denken: ‘Die journalisten roepen het over zichzelf af. Het zijn foreign agents, gesponsord door de Amerikanen.’ Of: ‘Dan moeten ze maar niet dat soort dingen zeggen.”
(The Moscow Times meldde later dat Poetin zich had uitgesproken over de aanval op Felgenhauer, EvdB)
Is het terecht dat de Russen zich zorgen maken over de invloed van het Westen op hun media? Vanuit de VS en tal van Europese landen waaronder Nederland worden vele miljoenen aan belastinggeld besteed aan zogenoemde ‘onafhankelijke Russischtalige media’. Zo ging er Nederlands belastinggeld naar oppositiekrant Novaya Gazeta.
“Ik begrijp de zorgen die de Russen hierover hebben. Maar het is angst grenzend aan paranoia.”
Het is geen gerechtvaardigde angst? Wie de media heeft, heeft de macht.
“Als er een geopolitieke strategie steekt achter geld vanuit het Westen naar Rusland, dan ken ik die niet. Wat ik wel zie zijn kleine NGO’s en kleine mediabedrijven die niks met politiek doen, maar die wel getroffen worden door alle beperkende wetten en maatregelen van de laatste jaren. Zo is er het Levada Center, het enige onafhankelijke enquêtebureau dat we hier hebben, de Maurice de Hond van Rusland. Zij hebben het administratieve stempel gekregen van foreign agent , en dat alleen maar omdat zij mensen vragen naar hun mening over politieke zaken.”
(Met buitenlands geld gefinancierde politiek georiënteerde NGO’s in Rusland moeten zich sinds 2012 registreren als foreign agent. In de VS bestaat al sinds 1938 dergelijke wetgeving, EvdB).
Stel je voor dat de Russen in Nederland gaan doen wat de Nederlandse overheid in Rusland doet: Het financieren van een Nederlandstalige, ‘onafhankelijke’ krant. Hoe zouden onze politici en media reageren?
“Ik vind dat je die vergelijking niet kunt maken. Voor een krant in Nederland is het veel makkelijker om te blijven bestaan dan voor een krant in Rusland. Als jij in Rusland aan onafhankelijke journalistiek wilt doen, dan wordt dat heel lastig zonder hulp vanuit het buitenland. Waar moet je anders het geld vandaan halen? Er wordt in Rusland druk uitgeoefend op sponsors om geen advertenties te plaatsen in onafhankelijke mediabedrijven. Ik heb daar zoveel voorbeelden van gezien.
Als Rusland zich wil beschermen tegen buitenlandse beïnvloeding, dan is daar op zich niks mis mee, maar zorg dan voor een infrastructuur die onafhankelijke berichtgeving mogelijk maakt. En dat is juist wat er niet gebeurt. Door alle beperkende maatregelen van de afgelopen jaren wordt de civil society, het maatschappelijk middenveld, volledig kapot gemaakt.”
(Echo Moskou is in bezit van staatsbedrijf Gazprom, maar laat in uitzendingen regelmatig critici van de Russische regering aan het woord. EvdB)”
Jij stelt dat de Nederlandse en de Russische media niet met elkaar zijn te vergelijken. Maar ranking-organisaties als Reporters Sans Frontières en Freedom House doen dit wel. Ze plaatsen Nederland ergens bovenaan en Rusland nog onder de Verenigde Arabische Emiraten.
“Ik weet niet wat ik van zo’n ranking vind. Behalve dat ik het label ‘not free’ van Freedom House wel op de Russische pers van toepassing vind.”
Jij voelt je niet vrij om te schrijven wat je wilt? Vier jaar geleden plaatste The Moscow Times een artikel over een hond uit Oekraïne die op Poetin leek, met de foto’s van de hond en Poetin naast elkaar. Dat moet je in Nederland eens proberen met het portret van de koning.
“Dat soort vrijheden heb je dan weer wel in Rusland. Het is niet het best gelezen artikel ooit, maar het komt dicht in de buurt. Het is minstens 200.000 keer gelezen. Nou zitten we bij The Moscow Times wel in een unieke positie. Wij schrijven in het Engels voor een buitenlands publiek. Je kunt dat niet vergelijken met de situatie van Russische journalisten. Ik heb er nog niet één ontmoet die zich vrij voelt. Dat er desondanks journalisten zijn die alles schrijven wat ze willen, bekent niet dat ze vrij zijn. Ze zeggen: ‘Ik zet mijn carrière of leven op het spel om dit te doen.’
Ik ken ook veel mensen die voor staatsbedrijven werken zoals RT en RIA Novosti. Die mensen weten beter dan wie ook hoe onvrij het systeem is. Ze zijn heel pragmatisch daarin. Ze denken: ‘Ik wil geld verdienen.’ En: ‘Het is niet mijn probleem.’
Als je in Rusland bij een oppositiemedium ontslagen wordt, dan zijn er misschien nog maar twee outlets waar je eventueel nog aan de slag kunt. Dat betekent in de praktijk meestal: einde journalistieke carrière. De oppositiemedia zoals Novaya Gazeta werken in hele kleine teams. Veel kans om daar aan de slag te gaan is er dus niet.”
Waar ligt de rode lijn? Waarover kun je wel berichten in Rusland? En waarover niet?
“Die rode lijn ligt in elk geval bij Poetin en zijn naasten. En dan moet het om geld gaan.”
Waar wil jij heen met de krant? Welke koers sla je in, nu de papieren krant is opgehouden te bestaan en je een vijandiger klimaat ervaart voor journalisten?
“De media in Rusland zijn sterk gepolariseerd geraakt. Je zit of aan de Kremlin-kant of in de oppositie. Waar ik het met Derk heel vaak over heb: Wij willen wat meer in het midden gaan zitten, naar een neutrale berichtgeving toe. Daarnaast willen wij in de opiniesectie een podium gaan bieden voor zowel pro-Kremlin-meningen als anti-Kremlin meningen. Dat bestaat nog niet hier. Als er iets gebeurt in Rusland, dan weet je al van te voren welke krant wat zegt en op welke toon. Zo mag je als je voor een oppositiekrant schrijft geen goed woord over Poetin zeggen of over de burgemeester van Moskou, die overigens Moskou heeft omgetoverd tot best een mooie stad. Zelfs dat zeggen is al heel erg controversieel. Want daarmee praat je Poetin goed. Dus kortom, je hebt geen genuanceerd debat omdat je positie moet innemen als krant. Wij proberen dat juist niet te doen.”
Wat was jouw beeld van Rusland toen je vier jaar geleden hierheen kwam? Jouw moeder is Russisch-Oekraïens. Speelde dat een rol?
“Totaal niet. Niemand gelooft dat, maar het is wel zo. Ik ben als standaard-Nederlander naar Rusland gekomen vanuit het idee: ‘Het is hier gevaarlijk en ze lopen achter in hun opvattingen’. Ik ben daar veel zachter en genuanceerder in geworden. Dat heeft Rusland met mij gedaan, niet mijn moeder.
Ik kwam in 2013 naar Rusland, en wat een feestelijk Nederland-Ruslandjaar had moeten worden, liep volledig uit de hand. De Russische marine die het Greenpeace-schip Artic Sunrise enterde, de aanval op de adjunct van de Nederlandse ambassadeur. Er ging van alles mis. Ik heb toen meteen mee kunnen maken hoe aan beide kanten bericht werd. In Rusland was het pure propaganda. Maar wat ik in Nederland teruglas verbaasde mij heel erg. Dat heeft mij wel uit de droom geholpen dat wij aan totaal neutrale journalistiek doen in Nederland.”
Wat ontbrak er aan de Nederlandse berichtgeving over Rusland?
“Ik zag weinig nuance en kennis. Het was een beetje plat. En het werkt nog steeds zo. Volgens mij is dat niet bewust. Maar ik zie vaak weinig van Rusland terug in de berichtgeving. Ik geef op verzoek soms korte praatjes voor groepen Nederlanders die hier naartoe komen, en ik krijg soms ook vrienden en familie op bezoek. Iedereen blijkt dan heel erg verbaasd over hoe Moskou er uitziet, hoe de Russen zijn als je met ze praat over de politieke situatie. Dat zijn allemaal mensen die de Volkskrant of het NRC lezen, het Nederlandse nieuws goed volgen. Zeg maar: de intellectuele elite van Nederland. Hun beeld van Rusland blijkt heel erg af te wijken van wat Rusland werkelijk is, of in elk geval zoals ik Rusland ervaar. Het is voor die mensen bijna een shock Rusland zelf te ondergaan. Ze merken al snel dat er hier ook nuance is, dat hier ook debat bestaat en dat het hier geen primitieve dictatuur is. Ik vind dat zorgwekkend, want dan doe je als krant of televisieprogramma je werk misschien niet goed genoeg. Dan ontbreekt in elk geval een deel van het verhaal. Dat andere deel is heel belangrijk, want anders zal je het nooit snappen. Het blijft dan een mysterie waarom Poetin doet wat hij doet, en waarom mensen hem zo massaal steunen.”
De Russen lopen weg met Poetin omdat de armoede en chaos die ze meemaakten onder Jeltsin nog vers in het geheugen liggen?
“Absoluut. Met Russen sprekend over hun geschiedenis, gaat het altijd gelijk over de jaren negentig, en verder terug gaat het eigenlijk niet. De totale instabiliteit, de hyperinflatie, geen eten, de bloeiende misdaad, ergens op straat iets moeten verkopen terwijl je eigenlijk academicus bent, de oligarchen die alles naar zich toetrokken. Dat gefaalde experiment van de jaren negentig is bepalender voor hoe mensen nu over de politiek denken dan de ervaring met het communisme. Wij kunnen ons dat in Nederland misschien niet voorstellen, maar het is wel zo.”
Russische media en Nederlandse Ruslandverslaggeving
Dit interview is onderdeel van een reeks interviews en artikelen van Eric van de Beek over de Russische media en de verslaggeving van Nederlandse media over Rusland. Eveneens verschenen in deze reeks:
|