Van alle staten ter wereld geven de Verenigde Staten verreweg het meeste uit aan hun krijgsmacht. Maar niet alles is met geld op te lossen. Zo neemt het aantal voor militaire dienst geschikte Amerikanen drastisch af.
Nadat deze zowel door de Senaat als het Huis van Afgevaardigden van het Amerikaanse Congres goedgekeurd was, heeft president Donald Trump de begroting voor het lopende jaar ondertekend. De meest opvallende post in het geheel zijn zonder twijfel de uitgaven voor de krijgsmacht, die ten opzichte van het voorgaande jaar met 15,5 procent zijn gestegen.
“Onze krijgsmacht”, aldus de president, “wordt nu sterker dan ooit tevoren. We houden van onze krijgsmacht en hebben die nodig en hebben die alles gegeven – en zelfs nog meer.” De Verenigde Staten staan met hun militaire uitgaven in internationale vergelijking dan ook zonder concurrentie eenzaam aan de top. Men moet de uitgaven van de daarop volgende twaalf staten bij elkaar optellen om op de som van de Amerikaanse uitgaven te komen, namelijk circa 1 biljoen (1000 miljard) Amerikaanse dollar. Daartegenover bedragen de defensie-uitgaven van het door de VS en westerse vazallen als agressor afgeschilderde Rusland slechts een in vergelijking geringe 65 miljard dollar.
Het verschil laat zich eenvoudig verklaren. De reden ervoor ligt in het simpele feit dat het geld kost om oorlog te voeren. En de Amerikanen hebben sinds 1945 zo’n 35 militaire operaties doorgevoerd, deels met hun NAVO-bondgenoten, deels zonder, deels met VN-mandaat, deels zonder. Daaronder vallen openlijke oorlogen, gevallen van subversieve militaire ondersteuning van rebellen in burgeroorlogen – zoals in Venezuela – en couppogingen, maar ook vergeldingsacties bij hardnekkige weerstand van landen die niet wilden toegeven aan de Amerikaanse machtsaanspraak. Deels duren deze oorlogen, zoals die in Afghanistan, jarenlang voort en overlappen ze in de tijd met diverse andere operaties. Dat de Verenigde Staten maar één oorlog voeren, komt niet eens voor.
Niet meegeteld zijn de drone-oorlogen tegen tenminste een half dozijn landen. In veel gevallen is het niet de Amerikaanse krijgsmacht die oorlog voert, maar de CIA met subversieve acties en eigen gevechtseenheden. Terwijl de CIA dergelijke missies op grote schaal uit de illegale drugshandel financiert, is de krijgsmacht op de officiële begroting aangewezen.
Niet alleen oorlogshandelingen zijn enorm duur, maar ook het onderhoud aan bijna duizend Amerikaanse militaire bases rond de wereld. Om ook hier een vergelijking te maken met de gezworen vijand: Rusland beschikt over welgeteld vijf militaire bases buiten de Russische Federatie.
De gigantische uitgaven die de VS doen voor hun krijgsmacht dienen slechts één doel: Ze willen de doorzettende ontwikkeling naar een multipolaire wereldorde terugdraaien en zichzelf opnieuw als enige wereldmacht vestigen – zoals ze dat in de jaren ’90 in hoge mate kenden. De Amerikaanse minister van Defensie James Mattis verklaarde onlangs:
We zullen de campagne tegen terroristen voortzetten, maar de concurrentie van de grootmachten – niet het terrorisme – is nu het primaire zwaartepunt van de nationale veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika. Van nu af aan zullen Rusland en China de hoofdvijanden van Amerika zijn, waarbij Iran en Noord-Korea als verdere vijanden gerekend worden.”
Met de extra miljarden voor de Amerikaanse krijgsmacht moeten schepen en tanks gekocht worden, nieuwe wapensystemen ontwikkeld worden en allerlei munitie gekocht worden. Een ding valt met meer geld echter niet per se te realiseren. De rekrutering van extra militairen stuit in de VS op een onverwachte grens. Het aantal voor de militaire dienst geschikte Amerikanen neemt steeds verder af. Amerikaanse media melden dat van de jonge Amerikanen in de leeftijd van 17 tot 24 jaar bijna een derde vanwege zwaarlijvigheid, andere gezondheidsproblemen, gebrekkige opleiding of vanwege een crimineel verleden afvalt. Al deze mensen zijn niet eens geschikt om dienst te nemen. In een interview stelde de Amerikaanse luitenant-generaal b.d. Tom Spoehr:
We hebben allemaal het beeld van een krachtige Amerikaanse burger in het hoofd, die tot alles in staat is. Dit beeld komt niet meer overeen met de werkelijkheid.”
De nieuwe militaire planning voorziet echter in het opvoeren van de sterkte aan manschappen met 56.000 man. Het Pentagon heeft evenwel nu al grote moeite om überhaupt de huidige, lagere raming te vervullen. Dit leidt tot vertwijfelde maatregelen. Omdat vanwege gezondheidsproblemen, intellectuele zwakte en criminaliteit veel jonge mensen niet geschikt zijn, ziet men zich gedwongen in toenemende mate een beroep te doen op rekruten met psychische storingen. De tot nu toe in dit opzicht geldende uitzonderingen van uitsluiting van militaire dienst werden reeds verruimd. Kolonel b.d. Elspeth Ritchie, vroeger hoofd-psychiatrie bij het Amerikaanse leger, licht toe:
Nu kunnen ook personen die vroeger vanwege diagnoses als de neiging tot zelfverminking, manisch-depressieve psychosen, depressie of een drugsverslaving uitgesloten waren, als in staat tot militaire dienst aangenomen worden.”
De Verenigde Staten bevinden zich volgens de psychiater in een continue oorlog. Zodoende wordt het gebrek aan nieuwe soldaten in toenemende mate merkbaar. En op grond van deze “moeilijke tijden” is men dan tot het besluit gekomen ook geestelijk zieken aan te nemen. Dat hun toestand zich door het soldatenleven verslechtert houdt Ritchie voor waarschijnlijk. Zeker is wat haar betreft dat men in ieder geval geen schizofrenen in dienst zou moeten nemen.