ACHT GRONDWETSHERZIENINGEN EN NIEMAND DIE HET ZIET

door | 16 maart 2021

Auteur: Oscar Hendriks

ERRATUM

In het mediapanel van 24 februari Grondwetswijziging: het belangrijkste onderwerp van de verkiezingen wordt bewust verzwegen zegt schrijver dezes (rond 26 min. 50 sec.) dat Femke Van Kooten-Arissen op 19 februari in de Eerste Kamer controversieel verklaring en hoofdelijke stemming vroeg over de Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19 (avondklok). Het was echter senator Marjolein Faber-Van de Klashorst (PVV) die de leden uit hun ochtendslaap wekte en dwong hals-over-kop naar Den Haag af te reizen. De vergadering was overigens met minder dan de voorgeschreven 38 leden geopend en had daarom niet eens mogen beginnen. De foutieve vermelding van mevrouw Van Kooten vond haar oorsprong in het feit dat ook zij om controversieel verklaring van hetzelfde wetsvoorstel had gevraagd, maar dan een dag eerder in de Tweede Kamer.

De Grondwet

Het debat in het mediapanel verschoof van een analyse van het gestuntel rond de  avondklokwetgeving naar de Grondwet. Schrijver dezes opperde dat bij de verkiezingen van 17 maart allerlei grondwetswijzigingen, die de zogenoemde eerste lezing in Tweede en Eerste Kamer hebben doorlopen, volgens de Grondwet, Artikel 137, lid 3 eerst aan de kiezer moeten worden voorgelegd. De Tweede Kamer zou volgens de bedoeling van de Grondwet officieel daartoe ontbonden moeten worden. Afgezien van terloopse vermeldingen van standpunten, zwijgen de kandidaten in hun verkiezingsprogramma’s over grondwetswijzigingen, hooguit vermelden ze terloops hun standpunten. Maar liefst acht zogenoemde veranderingswetten zijn in het staatsblad gepubliceerd, de laatste op 24 februari, dus tijdens de verkiezingscampagne! Nog twee andere waren al door de Tweede Kamer, maar zijn onlangs door de Eerste Kamer controversieel verklaard.

Het bizarre wetsvoorstel over het correctief referendum en dat over de controversiële aanvulling op artikel 1 staan al als nieuwe initiatiefwetten op de agenda van 8 april 2021 van de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken van de nieuwe Tweede Kamer!

 Veel veranderingen zijn het gevolg van het rapport Lage drempels, hoge dijken van de Staatscommissie parlementair stelsel (Commissie Remkes). Politici verschuilen zich veelal achter dit “maatschappelijk debat”.

Opmerkelijk is dat over geen enkele van de voorstellen hoofdelijk is gestemd. Blijkbaar vonden de leden van de beide Kamers der Staten-Generaal de door te voeren veranderingen niet belangrijk genoeg om deze aan de hoogste vorm van correcte besluitvorming te onderwerpen, namelijk Grondwetsartikel 67, lid 4: Over zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, wanneer één lid dit verlangt.

Vrijwel niemand valt dit democratisch tekort op [1]. Aldus verwordt de komende verkiezing tot een volslagen farce. De vraag is in hoeverre het Nederlandse volk dan nog gebonden is aan de door te voeren wijzigingen. Politici menen al decennia dat zij de samenleving kunnen sturen door eindeloos wetten en wetswijzigingen te produceren en deze dan ook nog te verbergen in pseudo-wetten (raamwetten, grote en kleine Koninklijke Besluiten). Gelet op het permanente on(grond)wettig gedrag van Regering en Staten-Generaal zou men met goede gronden kunnen stellen dat “de staat” der Nederlanden stervende is.

In totaal hadden de kandidaten dus acht wetten van Grondwetswijziging aan de kiezers expliciet moeten duidelijk maken. Om in dit verzuim te voorzien zullen we hier zo beknopt en volledig mogelijk een overzicht geven van alle veranderingen in volgorde van de artikelen:

 

Commentaren bij de tabel

Ad. 1

– De Staatscommissie parlementair stelsel had nog een consistent voorstel voor een algemene bepaling:

  1. Nederland is een democratische rechtsstaat.
  2. De overheid eerbiedigt en waarborgt de menselijke waardigheid, de grondrechten en de fundamentele rechtsbeginselen.
  3. Openbaar gezag wordt alleen uitgeoefend krachtens de Grondwet of de wet

– De regering verhaspelde dit tot een nietszeggende tekst:

De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.

– Niet de concrete overheid, maar de abstracte grondwet “waarborgt” nu. Niemand is dan aanspreekbaar.

– Het lid Segers (CU) probeerde met een amendement “de menselijke waardigheid” te redden, maar kreeg slechts steun van GroenLinks, DENK, D66, SGP en CU.

– Baudet (FvD) kreeg van geen enkele fractie steun voor zijn amendement de “soevereiniteit van het Nederlandse volk” op te nemen.

– De VVD stemde in de Tweede Kamer vóór, maar in de Eerste Kamer tegen met als stemverklaring: “Het argument van ‘baat het niet, schaadt het ook niet”’acht mijn fractie te mager voor een aanpassing van de Grondwet.”

Ad. 2

– De toevoeging “seksuele gerichtheid” aan het toch al controversiële artikel 1 – dat ten onrechte een horizontale werking wordt toegedicht – relativeert het begrip “geslacht” en opent de weg naar “genderchaos”.

– Dit wetsvoorstel is op dezelfde dag dat het in het Staatsblad 2021, nr. 87 kwam (24 februari 2021) voor tweede lezing opnieuw ingediend bij de Tweede Kamer (35741) en staat al geagendeerd op de agenda van 8 april 2021. De indieners hebben haast!

Ad. 3

– De huidige tekst van Art. 13 luidt:

  1. Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter.
  2. Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.

– De “onschendbaarheid” van het briefgeheim wordt afgewaardeerd tot het recht op “eerbiediging” van het briefgeheim.

– Het absolute briefgeheim wordt afgewaardeerd tot het relatieve telefoon- en telegraafgeheim (omgeduid tot “telecommunicatiegeheim”), dat technisch een schijngeheim is.

– De last (en daarmee verantwoordelijkheid) van de rechter voor de opheffing van het briefgeheim vervalt, een machtiging volstaat.

– Geheel nieuw is dat het “belang van de nationale veiligheid” ook de rechter buiten spel kan zetten. Despotische willekeur verpakt als grondrecht. Iedere corona-boa zou straks uw brieven kunnen openen.

– Iedere adviesinstantie adviseerde tegen het wetsvoorstel (Raad van state, Autoriteit persoonsgegevens, Ned. vereniging voor rechtspraak, Ned. juristencomité voor de mensenrechten, Bits of freedom, Privacy first); de Staten-Generaal besliste unaniem anders.

– De Afluisterwet AIVD was uitgangspunt voor het wetsvoorstel, niet het belang van de burger!

Ad. 4

– Het huidige artikel 17 luidt:

Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent.

– De toevoeging is een fragmentarische overname van de bepalingen uit de mensenrechtenverdragen en is een op zich zinvolle verduidelijking van de rechten van de burger.

Ad. 5

– Dit is staatsrechtelijk misschien wel het grootste gedrocht. De invoering van Kieskring 20 (Caribische eilanden) in 2017 op basis van het toen gewijzigde Grondwetsartikel 55 en het nieuwe Artikel 132a was een doorbreking van de traditie van 1815 dat de provincies de samenstellende delen van Nederland vormden en dat hun inwoners de Staten-Generaal kozen.

– Kieskring 20 opende de weg tot de nu voorgestelde “kieskring” van Nederlanders buiten Nederland (niet-ingezetenen).

– PVV waarschuwde voor dreigende kieskringen van dubbele nationaliteithouders in Marokko, Turkije, etc., etc.

– Deze afschaffing van het territorialiteitsbeginsel doet de staat opgaan in een wereldorde.

Wat dat betreft zegt de stemverklaring van de heer Rombouts (CDA) in de Eerste Kamer alles: Voorzitter. Onze fractie zal voor dit wetsontwerp stemmen, omdat de CDA-fractie ook van mening is dat het wenselijk is dat buitenlanders invloed kunnen uitoefenen op de verkiezing van de Eerste Kamer.

Om het beter te begrijpen leze men de huidige Grondwetsartikelen:

– Art. 129, lid 1:

De leden van provinciale staten en van de gemeenteraad worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders, tevens ingezetenen van de provincie onderscheidenlijk de gemeente, die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voor het lidmaatschap gelden dezelfde vereisten.

– Artikel 55:

De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten en de leden van een kiescollege als bedoeld in artikel 132a, derde lid. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.

– Art. 132a, lid 3:

In deze openbare lichamen worden verkiezingen gehouden voor een kiescollege voor de Eerste Kamer. Artikel 129 is van overeenkomstige toepassing.

– De vereiste van ingezetenschap uit Art. 129, lid 1 is onverenigbaar met de huidige Art. 55 en Art. 132a, lid 3. Deze contradictie is een goed voorbeeld van de constitutionale waanzinnigheid van de wetgever.

Ad. 6

– Niet aan een referendum kunnen worden onderworpen: het koningschap, het koninklijk huis, grondwetswijziging, belastingen, de begroting, verdragen, rijkswetten. Het kartel beschermt zich dus tegen invloed van het volk bij de belangrijkste staatsrechtelijke kwesties, zodat een referendum over de Europese Grondwet of het Oekraïne-EU verdrag zou nooit meer mogelijk zal zijn.

– Het correctief referendum komt niet alleen op nationaal niveau, maar tegelijk op provinciaal, gemeentelijk en waterschapsniveau. Hierdoor zal een nog grotere chaos ontstaan in alle bestuurslagen. Het holt de bestuurskracht van gemeenteraad en provinciale staten verder uit, en zal als bezigheidstherapie voor beroepsproceduretijgers uit de cultuurmarxistische Augiasstal gaan dienen.

– Het wetsvoorstel zelf is een zoekplaatje. Dit is geïnstitutionaliseerde revolutie.

– De wet verscheen op 10 februari in het Staatsblad, een dag later diende Van Raak (SP) het als nieuw initiatiefswetsontwerp in. Het is al geagendeerd voor de procedurevergadering van 8 april. Vreemd, dat dit vóór de verkiezingen kan. Het bewijst de doolhof van de parlementaire besluitvorming, waarover de kiezer volstrekt in het ongewisse wordt gelaten.

Ad. 7

– Grondwetswijziging is iets zo uitzonderlijks, dat dit aan het volk moet worden voorgelegd. In ons constitutionele systeem is het volk immers de basis van de soevereiniteit. Daarom is sinds 1814 een hoge drempel voorgeschreven via een dubbele wetgevingsprocedure, welke ten aanzien van de tweede lezing geleidelijk is verlaagd. Zo schafte Thorbecke al de dubbele Tweede Kamer af en verlaagde hij het quorum van 3/4 naar 2/3. Politici en partijen hebben de grondwetsherzieningen voor het Nederlandse volk heel lang zorgvuldig verborgen gehouden door de kamerontbinding met reguliere verkiezingen te laten samenvallen. Alleen in 1948 werden er aparte verkiezingen gehouden. Zelfs de algehele grondwetsherziening, uitmondend in de Grondwet van 1983, speelde bij de verkiezingen van 1981 geen enkele rol.

– Met het nu voorliggende voorstel zal de voorgeschreven Tweede Kamer-ontbinding uit de grondwet verdwijnen. Daarmee zullen de kandidaten zich na ruim tweehonderd jaar ontslagen wanen van hun plicht het volk in de verkiezingscampagne te wijzen op  voorgenomen grondwetsherzieningen.

Ad. 8

– Deze artikelen slaan op gerommel met de Kieswet en op de tijdelijke vervanging wegens zwangschap, bevalling of ziekte van leden van de Staten-Generaal (Grondwet, Art. 57a), welke inmiddels wettelijk geregeld zijn. Op de constitutionele contradictie van Artikel 57a zullen we nu niet ingaan.

Noot 

[1]    Prof.Dr. Bert van den Braak, De fictie blijft bestaan: Grondwetsherziening als onderwerp bij verkiezingen, 9 november 2020 op: https://www.montesquieu-instituut.nl