Jan Bennink fileert Sigrid Kaag: U betrapt mij niet, u ziet mijn macht.
Ik verbied ú nog te vliegen.
Uw vluchten kan niet meer.
Mijn vlucht moet.
Ik doe belangrijk werk.
Graag solitair, zonder grauwe pottenkijkers.
Of nutteloze air breathers.
Zo kan ik me beter concentreren op het lege blaadje,
waar ik mijn leesbril voor heb afgezet.
En nu ik toch van 10 kilometer hoogte op u neerkijk.
Ik verbied ú nog langer vlees te eten.
Dat is slecht voor het klimaat.
Ik moet dat wel.
Want ík moet gezond blijven.
Want ik doe belangrijk werk.
Op deze vlucht is net genoeg tijd,
om een Chateaubriand naar binnen te spoelen
met een mooie Meursault.
Ik verbied u op aardgas te stoken.
Uw ouders te knuffelen.
In benzineauto’s te rijden.
Van uw land te houden, uw uiterlijk en cultuur, uw feestdagen.
Ik verbied u hinderlijk oud te worden
of geboren met een gebrek.
Ik verbied u een huisdier te hebben.
Geen hond of poes meer voor u.
Ik verbied u uw kinderen zelf op te voeden
en leid ze met zachte hand
naar een spuitje.
Realiseert u zich alstublieft…
Ik heb hier niet om gevraagd.
Ik ben hier speciaal voor ingevlogen.
Omdat ik belangrijk werk doe.
Ik knip met mijn gemanicuurde vingers.
En mijn taxi naar Luxembourg, taxiet zacht gierend naderbij
en komt vlak voor mijn Louboutins tot stilstand.
Maar u mag ook wat.
U mag mij betalen.
Ook mijn schoenen.
U mag ze zelfs voor me poetsen.
Buigen doet maar een beetje pijn.
Ik ben zo belangrijk dat ik dit regeringstoestel leeg terug kan laten vliegen,
vol roomijs, mest of kippen; 4 keer, 10 keer, via Mozambique of op zijn kop.
Een kwestie van met mijn koele vingers knippen.
En weet u wat ik doe als u nog langer zeurt?
Dan stuur ik dit toestel met één blikje Whiskas naar Gaza.
En voer het aan de straatkatten.
U betrapt mij niet.
U ziet mijn macht.