Zaterdag 20 februari jl. besloten mijn man en ik na bezoek aan onze kinderen – die in Den Haag wonen – te wandelen in Den Haag of in Scheveningen. In verband met voorspelde adviezen, besloten we in de mooie wijken van Den Haag te wandelen. We kwamen terecht op het voetpad naast de Koningskade. Hier eenmaal aangekomen moest mijn man naar het toilet. Ik ging zelf op een bankje zitten met mijn rug naar het Malieveld, lekker in het zonnetje.
Na een tijdje kwam mijn man terug en ging bij mij op het bankje zitten. Na ca. 15 minuten kwam er politie te paard op het voetpad. Inmiddels stonden we met een man te praten toen bleek dat er politie te paard naar ons toe kwam. Ik liep met de man het pad af en ter hoogte van een blauw politiebusje draaide ik mij om, want waar bleef mijn man nu?
Ik zag dat mijn man op ca. 10-12 meter afstand stond te praten bij de politie te paard en dat hij vervolgens ruw werd aangepakt door twee politiemensen en min of meer op de grond werd gedwongen. Ik raakte in paniek en het eerste wat ik mij realiseerde is dat als hij mee zou moeten ik zonder autosleutel zou staan.
Een vreemde gedacht bij een paniekreactie, maar ik had slechts één doel: ik wilde de autosleutel. Vervolgens werd ik ruw aangepakt door een agente die bij het busje stond en ik moest onmiddellijk het voetpad verlaten. Dat wilde ik ook, alleen ik vroeg haar of ik de autosleutel van mijn man mocht krijgen. De agente gaf geen enkel antwoord en schreeuwde alleen dat ik van het voetpad moest en begon mij te slaan op mijn rug. Ik bleef roepen dat ik de autosleutel wilde.
Plotseling stond er een agent naast mij (uit het busje?) die mij in een wurggreep nam en vervolgens lag ik plat op de grond. Ik had het gevoel dat ik stikte. Ik probeerde nogmaals uit te leggen dat ik de autosleutel wilde hebben.
Er kwamen twee (?) mannen uit het busje die mij in het busje sleurden en mijn handen hardhandig op mijn rug vastbond met tie-wrap die als het ware mijn handen afbond. Ik kwam op mijn buik en gezicht op de vloer van het busje te liggen met mijn gezicht tegen de achterdeur. Ik bleef maar vragen om mijn autosleutel en waarom ik hier lag. Ondertussen ging men, naast verbaal geweld (schreeuwen en vloeken), door mij hardhandig te bewerken. Ik kreeg harde klappen op onder meer mijn rug en ik moest maar opstaan. Alleen ik lag in zo’n houding dat het onmogelijk was om op te staan. Er werd zeker met 3 man aan mij gesjord en vervolgens kwam ik in een zeer vreemde houding te liggen op een zodanige manier dat ik merkte dat vanuit mijn stuitbeen (3 jaar geleden stevig geblesseerd) een hevige pijn opkwam waarbij ik mijn gevoel in mijn linkerbeen kwijt raakte. Iets waar ik nu drie jaar voor bij een ostheopaat in behandeling ben.
Ik schreeuwde het uit van de pijn. Het resultaat was dat er nog meer tegen mij geschreeuwd werd (ik moest mijn bek houden), alleen ik bleef het uitgillen van de pijn.
Ik werd weer ruw aangepakt van achteren en ik moest mijn naam en geboortedatum geven. Waarop ik nog kon uitbrengen: Ik ga in deze houding even nu niets zeggen, ik stik van de pijn, lig op een zeer vreemde houding waarbij ik ook nog op een obstakel lag in het busje en ik wil hieruit.
Na een beetje rondgereden te hebben, stopte het busje en moest ik overstappen in een ander busje. Ik gaf aan dat ik dus niet kon lopen, noch meer zitten. Er werd agressief naar mij geschreeuwd dat ik moest overstappen, alleen dat kon ik dus niet. Vervolgens werd ik door twee of drie man hardhandig in een busje geduwd, op een bankje gesleept waar ik min of half op lag. Er werd op dat moment ook gezegd dat ik werd gefilmd.
En daar lag/hing/zat ik, met mijn handen op mijn rug en inmiddels een enorme pijn aan nek, rug en handen en dan voornamelijk mijn stuitje met een verlammende pijn naar mijn voet.
Vervolgens ging het busje rijden waarbij ik hoopte dat ik niet van die bank zou afvallen. Na deze rit ging het busje open en stonden er zeker acht politiemensen die ook hier weer mij agressief toeschreeuwden dat ik uit het busje moest stappen. Alleen ja, dat ging dus niet wegens de pijn. Dat vertelde ik ook. Wat er toen gebeurde was echt ongelooflijk, men vloekte, schreeuwde naar mij (je kon op het Malieveld – waar ik overigens niet was – ook lopen dus hier ook) en vervolgens probeerde men mij hardhandig te laten lopen. Ik schreeuwde het weer uit van de pijn. Toen kwamen er twee mannen op mij af die mijn handen pakten en beiden dreigden dat ik moest lopen en dat zij anders mijn duimen zouden breken. Vervolgens pakten beiden mijn duim en ik had ook echt het gevoel dat mijn duimen op het punt stonden gebroken te worden. Ik gilde het uit, niet alleen van pijn in stuitje/been, maar ook van dit geweld. Dit is zeer beangstigend en bedreigend, iets wat ik nooit heb meegemaakt.
Ik werd het busje uitgesleurd door zes man die mij als het ware over de grond sleepte omdat ik niet op mijn benen kon staan. Zo ook door een gang en ik werd in een open hokje gesleurd met de boodschap dat ik hier moest staan.
Ja, hoe? Met het sleuren was mijn fysieke gesteldheid er niet beter van geworden. Ik lag met mijn hoofd tegen de achterwand en toen besloot men dat er maar een rolstoel moest komen. Daar werd ik vervolgens in gehesen. Er stonden op dat moment zo’n twaalf politiemensen om mij heen.
Met rolstoel werd ik in een kamer gereden waar een hulpofficier van justitie zat en waar twee agenten stonden (man en vrouw). De hulpofficier gaf nog zijn naam, zei vervolgens niet veel, ging een en ander lezen en vertrok uit de kamer. Ik bleef achter met de twee agenten die overigens zeer aardig waren en tegen wie ik vertelde dat ik zo’n pijn had. Ja, er was een dokter voor mij geroepen. Ik kreeg van de agent een bekertje water.
Na een tijdje kwam de hulpofficier terug en ik vertelde dat ik zo’n pijn had. Er kwam een andere agente die hiernaar vroeg en ik vertelde hoe mijn scheurtje in mijn stuitbeen enkele jaren geleden is ontstaan en over de behandelingen. Zij verliet daarna de kamer. De hulpofficier meldde dat er een huisarts was opgeroepen.
Daarna werd ik in een lift gereden met twee agenten en op de vierde verdieping in een cel geplaatst met het uittrekken van mijn schoenen en mijn juwelen. Zij lieten mij achter met een bekertje water. Ik hing hier zo’n 1,5 uur in mijn rolstoel ook omdat ik nog enorme pijn in mijn linkerbeen had. Moeizaam ben ik een keer naar het toilet gegaan.
Na een tijdje kwamen twee agenten vragen of ik een maaltijd wilde. Ik zei ja en ik kreeg een magnetron maaltijd met een beker melk. Bij nader inzien had ik geen trek, dit nog wegens de pijn.
Rond 19.00 uur (? Ik had geen horloge) werd ik met rolstoel naar een verhoorkamer gebracht. Iedere deur, drempel gaf een schok in mijn stuitje.
In de verhoorkamer wachtten twee mensen mij op, een man en een vrouw. Die lazen mijn rechten op en hadden vragen voor mij. Aan de hand van mijn antwoorden typte de man tegelijkertijd het verslag uit. De verklaring moest ik hierna ondertekenen, maar ik kreeg geen kopie.
Opvallend uit dit ‘verhoor’, wat geen verhoor was maar een recht op een verklaring:
- De vrouw begint het gesprek met zo’n agressieve toon dat ik reageerde met: Ik zit hier op de een of andere manier in een situatie die onterecht is. Dat betekent niet dat u mij op zo’n agressieve toon hoeft te benaderen. Laten we het in ieder geval beschaafd houden. Ze bond in.
- Op het moment dat ik vertelde dat we ervoor gekozen hadden om lekker te wandelen door Den Haag omdat we na al die maanden opgehokt te zijn wel eens ergens anders wilden zijn: antwoordde zij dat zij na haar werk ook na 21.00 uur binnen moest blijven. Mijn reactie: het gaat hier om mij en niet om wat u ervaart.
- Cruciaal was de opmerking van de man dat hij aangaf dat de politieagente bij het busje mij had verteld ‘dat er voor de autosleutel zou worden gezorgd’. Ik gaf aan dat dit pertinent niet waar was en dat zij direct begon met mij te slaan en dat ik daarna snel op de grond lag in een wurggreep. Hij probeerde dit weer waarop ik zei: ik ben een van de grondleggers van de standaard communicatie volgens EQF, erkend door de stichting van de Arbeid waarbij naar ethiek verwezen is. Daar geloof ik heilig is en als ik iets verkeerd zou hebben gezegd of gedaan is het ook mooi als ik dat zou bevestigen. Alleen dat is hier juist niet het geval dus ik wil dat u nu ophoudt om mij woorden in de mond te leggen.
Na dit gesprek werd ik weer naar mijn cel gereden. Daar heb ik ca. nog een half uur in gezeten totdat ik rond 20.00 uur de cel mocht verlaten. Ik werd naar een balie gereden waar ik mijn spulletjes kon ophalen (incl. jas, schoenen) en ik werd naar de hal gebracht. Ik mocht hier op een bankje zitten en waar was mijn echtgenoot nu?
Die bleek al buiten te zijn. Nadat hij de auto had opgehaald, vertrokken wij weer richting huis.
Ik strompelde mijn huis in en heb de hele nacht slecht geslapen. Niet alleen wegens pijn in stuitje, been, maar ook wegens mijn pijn bij mijn keel, schouders, rug en zo ook handen. Overigens heb ik diverse malen gevraagd waar die dokter nu bleef. Niemand wist dit en die is ook nooit gekomen.
Voordat we naar bed gingen hebben mijn man nog uitgebreid onze ervaringen gedeeld. Waarbij opvallend was dat ik met zoveel absurd geweld ben behandeld, terwijl hier geen enkele grond, aanleiding voor was.
Tevens was de grote overeenkomst dat wij het woord Corona niet hebben gehoord. Nergens ook inachtneming van 1,5 m afstand, mondkapje, aanraken enzovoorts. Heel bijzonder.