Door Gerard Koning
In vervlogen tijden, zeg voor 2020, bedreigden ‘social justice warriors’ (die zich toen nog linksradicalen noemden) zaalverhuurders als deze een ruimte wilden verhuren aan een organisatie die volgens links ‘fout’ was. Die bedreigingen bestonden uit telefoontjes, het via bevriende journalisten openbaar maken van de locatie van het zaaltje, en als dat niet hielp ging men over tot fysiek en materieel geweld: demonstreren, ramen ingooien, bekladden, sloten dichtlijmen, et cetera. Ook kwam het voor dat sprekers die een ‘foute’ mening verkondigden of lid waren van een ‘foute’ club, het spreken onmogelijk werd gemaakt. Een bommelding was een beproefd middel, of achterin de zaal gaan staan schreeuwen zodra de spreker het podium betrad.
Na 2020 hoeft dat allemaal niet meer. Tegenwoordig schakelt radicaal links mensen uit via sociale media en de techbedrijven die deze kanalen aanbieden. Cancel culture, de-platforming en digitaal opjagen zijn de wapens die links nu hanteert. Een Twitterbericht dat via een hashtag snel verspreid wordt onder gebruikers leidt er toe dat Twitter zelf tweets verwijderd, een gebruiker net zo lang pest tot deze zijn account sluit (het plotseling verdwijnen van al je volgers bijvoorbeeld) of een gebruiker gewoonweg zonder waarschuwing verwijderen (zie Donald Trump). Twitter, Facebook, Google/YouTube laten zich graag gebruiken door de SJW-ers en sluiten aan de lopende band accounts van mensen en organisaties die kritisch zijn op het radicaallinkse programma. Alternatieve platforms, zoals Parler, worden door de aanbieder (Amazon in het geval van Parler) eveneens van hun servers verwijderd. Er heerst een wereldwijde digitale censuur, waarin overheden met hun jacht op zogenaamd ‘fake news’ een bedenkelijke rol spelen. Op allerlei manieren worden kritische en alternatieve nieuwsbronnen onder druk gezet: commerciële chantage, verspreiding hinderen of onmogelijk maken, digitale pesterijen, politie-invallen, enzovoorts. Big Tech, sociale activisten en overheden spannen samen om ieder kritisch geluid uit te bannen en definitief de mond te snoeren.
” De dwarsdenkers beweren dat het Duitse volk zich verzet tegen de totale oorlogsmaatregelen van de regering. Ze willen geen totale oorlog, ze willen zich overgeven. Ik vraag het u: wilt u een complete lockdown? En wilt u dat, indien nodig, totaler en radicaler dan we ons nu kunnen voorstellen?“ Een parafrase van de beruchte speech van Joseph Goebbels uit 1942 door de Duitse journalist Jürgen Elsässer. Elsässer, uitgever van het maandblad Compact-Magazin, maakt een vergelijking tussen 1942 en 2021. Volgens hem gaat het opnieuw om een Blitzkrieg, nu tegen een ‘onzichtbare vijand’, het coronavrius. In plaats van Goebbels hebben we nu Jaap van Dissel, Hugo de Jonge, Mark Rutte, en al die andere politici in binnen- en buitenland die spreken over een ‘oorlog’, ‘frontlinie’, ‘troepen’ en ‘strijd’. En net als tachtig jaar geleden gelden er nu ook oorlogsmaatregelen: avondklok, noodtoestand, bezoekregeling, registreren en controleren, uitsluiten, opruimen, ‘ausradieren’. Net als toen zijn er nu meelopers, collaborateurs, aangevers en verzetsstrijders.
Bijzonder opvallend aan deze nieuwe orde is dat de zelfbenoemde antifascisten aan de kant van de (nieuwe) machthebbers staan. Zij zijn de meelopers in het nieuwe dictatoriale systeem dat langzaam maar zeker uitgebouwd wordt. Zij steunen de verregaande maatregelen, zoals censuur, demonstratieverbod, hardhandig politieoptreden, noodtoestand, vaccinatieplicht en het inperken van allerlei grondrechten. In Duitsland willen verscheidene politici vaccinatie- of quarantaineweigeraars laten opsluiten. Elsässer spreekt van ‘lockdown stalinisme’. David Horowitz heeft gelijk: “Inside of every so-called liberal is a totalitarian screaming to come out.” Op een handjevol anarchisten, marxisten, hippies en conservatieven na bestaat er geen ideologische tegenstelling meer in de politiek. Misschien heeft Fukuyama toch gelijk gekregen en is zijn ‘einde van de geschiedenis’ inderdaad bereikt; in een fascistoïde lockdown onder een totalitair bewind dat alles onder controle wil houden en waarbinnen geen politieke tegenstellingen meer bestaan. De hegeliaanse antithese is opgeheven en de door links gedroomde synthese is gerealiseerd. Met behulp van, hoe ironisch, surveillance-capitalism en ‘duurzame’ multinationals. Dit alles onder de noemer ‘Build Back Better’: een blauwdruk voor een complete herinrichting van de globale samenleving.
De Duitse auteur Gerhard Wisnewski noemt het een “mondiaal 1933”: een machtsgreep door middel van een noodtoestand op wereldschaal, gecombineerd met een oorlogsplan. Wisnewski trekt in een interview in Compact-Magazin een parallel tussen de zogenaamde klimaatcrisis en de coronacrisis: “De zogenaamde coronacrisis kreeg de voorkeur boven de klimaatcrisis om dezelfde maatregelen effectiever en sneller door te voeren: paniek, controle, gehoorzaamheid, onderdanigheid, offerbereidheid. Waarschijnlijk omdat in de klimaatcrisis een duidelijke component ontbrak: doodsangst.” Klaus Schwab, voorzitter van het World Economic Forum (het WEF, dat jaarlijks in Davos allerlei pommeranten uit politiek en bedrijfsleven samenroept om te praten over de toestand in de wereld), schrijft in zijn boek ‘COVID-19: The Great Reset’ (2020) dat de wereld nooit meer zal worden als tevoren. Het nieuwe normaal zal permanent zijn. “De wereld zoals we die in de eerste drie maanden van 2020 kenden, bestaat niet meer, ze is verdwenen. Er komen radicale veranderingen op ons af, zodat sommige wetenschappers al praten over de tijd ‘Before Corona (BC)’ en ‘After Corona (AC)’.” Zelfs een van de laatste verwijzingen naar ons christelijke verleden wordt door corona uitgewist.
In een artikel op de website van het WEF staat een fictieve vertelling van een burger die leeft in 2030: “Ik bezit niets. Ik heb geen auto. Ik heb geen huis. Ik bezit geen apparatuur en kleding. Al deze dingen zijn kosteloos verkrijgbaar, zodat het voor ons geen zin heeft om veel te bezitten.” Het is de marxistische droom, in de 21ste eeuw gerealiseerd door een superrijke globale elite, die door middel van censuur, controle en repressie iedere tegenstand probeert uit te schakelen. Het is 1984 in cyberspace. De linkse schrijver van deze klassieker, George Orwell (die met eigen ogen tijdens de Spaanse Burgeroorlog had gezien hoe links tekeer ging), deed een onheilspellende voorspelling: “Als u een beeld van de toekomst wilt, stelt u zich een laars voor, stampend op een menselijk gezicht – voor altijd.” De Amerikaanse historicus Stanley Payne schrijft in een artikel in First Things (januari 2021) over de Spaanse Burgeroorlog: “Radicalen die er niet in slagen een constitutioneel systeem met geweld omver te werpen, kunnen het nuttig vinden datzelfde systeem uit te buiten. Hoewel het hun bedoeling is het regime te vernietigen, kunnen zij pretenderen het te verdedigen wanneer de instellingen ervan hun kortetermijnbelangen dienen. Zij zullen zich beroepen op de vrijheid van meningsuiting als dekmantel voor links geweld, ook al ontzeggen zij die vrijheid aan vreedzame demonstranten ter rechterzijde. Zij zullen verkiezingen honoreren, tenzij die de progressieve dominantie in gevaar brengen. Als rechts wint zal dat worden bestempeld als ‘ondemocratisch’”.
Maar het is juist de digitale wereld die voor vrijheidslievende burgers uitkomst biedt. Want naast alle Big Tech-platforms bestaan er alternatieven, die zich keer op keer weten te onttrekken aan de spiedende ogen van de staat en de dominante digitale platforms. Er is een complete digitale samizdat-cultuur opgebouwd, waarbinnen mensen ideeën, manifesten en oproepen uitwisselen. Terwijl brave burgers zich bezig hielden met beren voor het raam, applaudisseren voor ziekenhuizen en vogels tellen in de tuin, zetten querdenkers alternatieve informatiekanalen op, verspreiden digitaal oproepen tot verzet, geven informatie over wat je rechten zijn, en brengen ze de elite-netwerken in kaart; ooit het domein van linksradicalen. Maar die bestrijden wij nu met hun eigen wapens!