Een Messias is eerst en vooral de schepping van zijn volgelingen. Zo ergens dan wel in het geval van Anton de Kom die recent herdacht en geëerd werd met de omslagillustratie en een set artikelen in De Groene van 29 juli 2020. Niet zijn verrichtingen maar het geloof van zijn aanhangers geven deze Messias zijn status:
Een structureel werkloze Surinamer. Bekend van één boek, “Wij Slaven van Suriname”. Waarvan zijn vriend Jef Last zei dat eigenlijk hij de auteur was. Mislukt als free lance sociaal raadsman en als organisator van massademonstraties. Lijder aan psychische depressies en tijdelijk opgenomen in een psychiatrisch kliniek. Gearresteerd bij het rondbrengen van illegale bladen. Veroordeeld tot het concentratiekamp. Omgekomen in een van de KZ-epidemieën.
Het vervolg is een bijna magische manipulatie van de geschiedenis:
Die de status verkreeg van spiritueel vader des vaderlands van Suriname. Naamgever werd van de enige universiteit van dat land. En aan wie nu een ereplaats is toegekend in de Canon der Nederlandse Geschiedenis. Waarmee de relatie met het moederland nu in sierletters is vastgelegd: “Wij Slaven van Suriname”. En waarmee politiek correct Nederland een nieuw focus krijgt voor onze historie: “Wij Slavenmeesters van Suriname”. Zij en wij, nu wederzijds canoniek gekluisterd aan een obsoleet historisch verleden.