Wederom heeft Klaas Maas een uitstekende reeks brieven geselecteerd uit zijn rijke archief. Richting de Tweede Kamerverkiezingen op 15 maart verschijnt er iedere dag een blog van hem met een verkiezingsthema. De bovenste verschijnt steeds bovenaan.
20. IJSBEER
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 20-1-2017; niet geplaatst
Als die ijsbeer op het smeltende Noordpoolijs (De Groene van 19-1-2017) inderdaad Wilders moet voorstellen, had Bertrams zich meer moeite mogen geven op dat gezicht. Wilders dus. Stel u voor: een haatimam, aan het slot van zijn vrijdagavondpreek in een moskee ergens in de Randstad: ‘Broeders en zusters, antwoordt mij nu op de volgende vraag: Wat willen jullie, meer of minder Joden in Nederland? En de gelovigen, vooraf geïnstrueerd, scanderen enthousiast: minder, minder, minder! Na de gebruikelijke opschudding in de media, de follow-up en aangifte door organisaties als STIBA, de Anne Frank Stichting, D66, de PVV, GroenLinks etc. etc., volgt het onvermijdelijke haatimamproces. Met opnieuw een glansrol voor strafpleiter Knoops (Nee, de imam bedoelde natuurlijk niet alle in Nederland woonachtige Joden maar specifiek die Joden die zich te buiten gaan aan steun in materiële of morele zin aan het door Joden bedreven terrorisme jegens de Palestijnse inwoners van de Westoever en/of de Gazastrook. Nee, die specificatie werd niet gegeven tijdens de bewuste vrijdagavondpreek maar moet uit uitlatingen daarvoor en daarna zonder meer worden afgeleid). En met de eveneens onvermijdelijke veroordeling: “schuldig zonder strafoplegging”. Vrijheid van meningsuiting behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet: een groot goed dat veel geld kost, waar gewoonlijk geen bloed uit komt en dat de daders laat wegkomen met hun onfatsoen. Die verantwoordelijkheid volgens de wet mag van mij strikter worden ingevuld.
19. WILDERS’ RECHT OP VRIJE MENINGSUITING
Aangeboden aan De Telegraaf dd. 12-12-2016; niet geplaatst
Wilders is op de meest minimale manier en met de zachtste fluwelen handschoen die de rechter vinden kon, op de vingers getikt: ‘schuldig zonder strafoplegging’. Nu roeptoetert hij dat hij en met hem miljoenen Nederlanders berooft zijn van hun recht op vrije meningsuiting. Wilders – ‘gretiger dan ooit om door te knokken’ – heeft een probleem: hij mag graag moslims pesten, in het bijzonder Marokkanen. Eerst heeft hij hen willen stangen met zijn voorstel voor een kopvoddentaks, daarna kwam het pestfilmpje Fitna en tenslotte het minder-minder-minder-spreekkoor. Wilders en zijn aanhang zijn bepaald niet de eersten in hun angst voor de toename van een demografische minderheid die niet voor 100 procent achter de Hollandse normen en waarden staat. Tot diep in de jaren zestig hadden wij in Nederland de ‘papen’: De r.-k.-zuil die met een omvang van bijna 40 procent van de bevolking, triomfalistisch bezig was om met behulp van hun grote-gezinnenbeleid een demografische meerderheid te gaan vormen. Het ideaal was om de Nederlandse wet te kunnen baseren op de rooms-katholieke moraal en zeden: om van Nederland een soort ‘r.-k.-sharialand’ te maken. De bekende Leidse socioloog professor Van Heek publiceerde toen, in de jaren vijftig, een wetenschappelijke verhandeling waarin hij met alle wellevendheid maar ook alle duidelijkheid betoogde, dat de realisatie van een r.-k.-meerderheid in Nederland een voor onze samenleving ongewenste ontwikkeling zou zijn. Hij deed dat zonder ‘minder-minder-minder’-gejoel of andere grofheden. De Roomsen waren niet gesticht maar hielden hun reacties eveneens binnen de perken van fatsoenlijk taalgebruik. Wilders en zijn achterban zouden aan zulk fatsoen een voorbeeld kunnen nemen.
18. DENK?
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 8-12-2016; niet geplaatst
DENK – lees Koen Vossen in De Groene van 8-12-2016 – wil geen stemvee zijn. Wat is DENK eigenlijk wel? Kuzu en Öztürk mogen hun Nederturkse collega’s die niet altijd stemmen zoals hun moskeebesturen zouden wensen, graag met naam, toenaam, portret en fout stemgedrag aan de schandpaal van internet nagelen. Wel, ook de grote Turkse leider doet niet altijd wat hij beloofd heeft (van Turkije een fatsoenlijke seculiere democratie maken bijvoorbeeld). Waarom zou een Nederturk dan wel altijd open kaart moeten spelen?
Farid Azarkhan ontpopt zich als een pedant die meent onze vaderlandse geschiedenis de maat te moeten nemen door onze straatnaambordjes te toetsen op historisch koloniale en/of imperialistische content en dan voor politiek correcte censuur voor te dragen. Verder ambieert hij een aparte gedachtenpolitie, een soort inquisitie die de autochtone Hollander moet controleren op racisme in gedachten, woorden en daden. Hij zou kunnen bedenken dat zijn andere vaderland in strijd met de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, nog steeds een omvangrijk koloniaal gebied bezet houdt (het voormalige Spaanse Sahara): Wij waren kolonialen, zij zijn het. En overigens, het staat iedere Hollander vrij te denken dat de bevolkingen van Indonesië en Suriname in hun koloniale tijd misschien beter af waren dan nu; zoiets heet vrijheid van gedachten, het eerste stadium van vrijheid van meningsuiting.
En dan DENK’ s vierde publiekstrekker, de tragikomische figuur van Sylvana Simons, de zwarte madonna van het actuele speerpunt van het politiek correcte bijgeloof hier te lande: “Zwarte Piet is racisme”.
En deze verzameling van rancune, frustratie en onbenul zou de politieke hoop zijn van onze allochtonen? Wat hebben zij misdaan om DENK te verdienen? En wat bezielt De Groene om DENK te promoten? Een stiekeme hekel aan allochtonen?
17. ER-RISÈLÈH EN DE ONDERWIJSINSPECTIE
Aangeboden aan het Leidsch Dagblad dd. 8-12-2016; niet geplaatst
De Leidse islamitische school Er-Risèlèh scoorde bij de Cito-toets over de afgelopen 3 jaren bijzonder hoog: eenmaal (in 2014) extreem hoog en tweemaal boven verwachting hoog (Leidsch Dagblad 8-12-2016). Toch is de onderwijsinspectie hoogst ontevreden. Volgens haar metingen scoort de school dik onvoldoende op:
- het geven van duidelijke uitleg door docenten;
- het bieden van maatwerk aan leerlingen van verschillend niveau;
- zorgen voor een veilig gevoel;
- extra zorg aan leerlingen die dat nodig hebben;
- zicht hebben op de behoeften van de leerlingen;
- het monitoren van de kwaliteit van het onderwijs.
Er-Risèlèh krijgt de meest negatieve beoordeling waarover de onderwijsinspectie beschikt: zeer zwak!
Er is hier iets vreemds aan de hand. Een school is een doelorganisatie: ingericht om kinderen zo goed mogelijk te laten leren. De uiteindelijke toets daarvan is de meting van het eindniveau door de Cito-scores van de leerlingen. Alle door de onderwijsinspectie als negatief beoordeelde onderwijscondities (1 t/m 6) dienen uiteindelijk slechts één doel: de kwaliteit van het onderwijs, dat wil zeggen het behaalde niveau zoals gemeten met de Cito-toets. Als de beoordelingen van de onderwijsinspectie zouden kloppen, zouden ofwel de hoge prestaties van Er-Risèlèh onmogelijk moeten zijn, of wij moeten concluderen dat de gemeten condities met de kwaliteit van het onderwijs kennelijk niets te maken hebben. Dat het metingen zijn als van een keuringsarts die bij de controle van de hartconditie gaat kijken of de patiënt z’n nagels wel netjes geknipt heeft. Het zal toch niet zo zijn dat de onderwijsinspectie stiekem de pest heeft aan islamitische scholen? Misschien moeten de door de onderwijsinspectie uitgevoerde metingen nog eens gecontroleerd worden door een hogere instantie.
16. BEZEMER’S OMISSIE / NEDERTURKEN
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 30-9-2016; geplaatst dd. 13-10-2016, onder de kop “Nederturken”
Bezemer (De Groene’s “Echt idioot”, 29-9-2016) heeft zijn punt gescoord en zelfs ik weet hem niet te weerleggen. Inderdaad, een Nederturk heeft evenveel recht op patriottisch vlagvertoon als Tibetanen, Koerden, Palestijnen en alle overige allochtone en autochtone etniciteiten in ons land. Maar toch. Waarom sympathiseerden – heel even maar – onze media met het perspectief dat de hoeders van het gedachtengoed van Kemal Pasha, Turkije weer op het rechte seculiere pad zouden zetten? Omdat Erdogan een dubbel spel met ons gespeeld heeft: Ons een seculier democratisch Turkije als aspiratie heeft voorgehouden. Daarbij Europese subsidies heeft geïncasseerd om de nodige institutionele hervormingen door te voeren. En intussen gewerkt heeft aan de ontmanteling van de seculiere republiek, en de inrichting van een klerikale staat met een president voor het leven als despoot. En 70 procent van onze Turkse medelanders lijkt voorstander van die islamitische republiek onder Erdogan. De vendelzwaaiende aanhangers van de dalai lama, Öcalan, etc. wekken geen irritatie want de dalai lama, Öcalan, etc. hebben ons niet gepiepeld. Erdogan wel.
15. RASPAIL EN DE GANGES-MENS
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 12-9-2016; niet geplaatst
“Boeken die ons boos maakten” groeit uit tot een interessante serie, maar wie zijn die ‘ons’? ‘Ons’ suggereert een uniform politiek correct lezerspubliek en dat is voor De Groene beneden het gewenste ambitieniveau. Opinieartikelen krijgen pas zin met lezers die het ermee oneens zijn. Raspail’s Le Camp des Saints (De Groene 1-9-2016) is geen racistisch werk maar ontbeert wel het lef te wijzen op de historische oorzaken van de ‘failed states’ in de derde wereld. Rond de voorlaatste eeuwwisseling bestond een breed gedeeld inzicht dat de ontwikkelingsgang van de geschiedenis (of God) aan de blanke moederlanden (Europa, Noord Amerika) de morele opdracht had aangereikt om de rest van de wereld (hun kolonies) op te voeden tot westerse niveaus van beschaving en welvaart (‘the white man’s burden’). Natuurlijk was het batig slot belangrijk, maar daarvoor zet je geen landsdekkende gezondheidszorg op. Die opdracht is in de tweede helft van de vorige eeuw geabandonneerd en de gevolgen daarvan zijn nog altijd met ons. In beginsel kan elke staat zich ontwikkelen tot een geciviliseerde en welvarende samenleving. De oorzaken van de vele mislukkingen zijn even divers als de uitkomsten, maar in bijna alle gevallen is daar Europa dat zijn beschavingsmissie verzaakte, half uit idealisme (hun recht op zelfbeschikking), half uit gemakzucht (wij komen er zo met goed fatsoen vanaf). Nu zoeken de burgers van die mislukte staten een goed heenkomen elders en waarom niet naar de veroorzakers van hun ellende: Europa dat nu bezocht wordt door sprinkhanenplagen in mensengedaante. Overigens lossen die migraties niets op. De failed states blijven ‘failed’ en misschien verandert Europa ook in failed states. De Ganges-mens had beter een voorbeeld genomen aan China.
14. VRIJHEID VAN MENINGSUITING
Aangeboden aan NRC Handelsblad dd. 26-4-2016; niet geplaatst
Hans Teeuwens fellatio-pantomime met de oude koningin als slachtoffer, ook al is het ‘maar een grapje’, is even gênant en kwetsend als betrof het een willekeurige bekende Nederlandse of een van onze dierbaren. De presentatie van die act als voorbeeld van vrije meningsuiting, en dat in diverse toonaangevende tv-talkshows, is mij onbegrijpelijk. De vrijheid van expressie kan worden misbruikt. Wie een van de afstotendste gevallen van zulk misbruik opvoert ter verdediging van die vrijheid, schiet zichzelf in de voet. En meningsuiting is echt iets anders als vuilbekkerij. Je kunt je afvragen wat mensen als Jeroen Pauw bezielt om in een publiek debat de vrijheid van meningsuiting te verdedigen met zo’n evident geval van vuilbekkerij als voorbeeld.
Erdogan misbruikt zijn politieke macht om zijn tegenstanders systematisch monddood te maken. Fair play, het gunnen van spelruimte aan de tegenstander, is een Noord-Europese uitvinding die in de moslimwereld rond de Middellandse Zee nooit echt begrepen is. Wie daar de macht heeft, gunt z’n tegenstanders geen ruimte. En dus berooft Erdogan zijn politieke tegenstanders systematisch van hun mogelijkheden om te communiceren met hun publiek. Erdogan speelt vals en zolang Turkije een lidmaatschap van de EU ambieert, kan onze kritiek daarop niet stevig genoeg worden aangezet. Het lasterlijk geleuter over aan Erdogan toegeschreven seksuele voorkeuren en zijn fysieke uitrusting, leidt van die kritiek af en stelt Erdogan in een moreel gelijk dat hij niet verdient. Het is hoogst ongewenst dat nu in Turkije en bij de Turkse minderheden in de EU-landen de indruk kan ontstaan dat Erdogan’s inperking van de vrijheid van meningsuiting niets anders is dan het handhaven van het publiek fatsoen.
13. OVER DE GRENS
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 29-3-2016; niet geplaatst
Van Houtum en Lucassen baseren hun pleidooi voor ongelimiteerde migratie (De Groene 24-3-2016) op artikel 1 van de mensenrechten: alle mensen worden vrij en gelijk geboren. Helaas worden sommigen geboren in derdewereldarmoede terwijl anderen opgroeien in het welvarende Westen. Het gelijkheidsbeginsel geeft de arm geborene het recht op migratie naar een rijk land. Er zijn dus twee soorten mensen: zij die het recht hebben de hand op te houden en zij die de plicht hebben die hand te vullen. Het gelijkheidsbeginsel wordt zo onderuit gehaald. Nu gaat dat artikel 1 immers niet over economische gelijkheid die de vrijheid zou uitschakelen om door uitmuntende prestaties rijk te worden en die rijkdom na te laten. Maar stel dat. Tegenover het gelijkheidsbeginsel staat een plicht om zelfvoorzienend te zijn: bedelen is geen mensenrecht. Er bestaat natuurlijk zoiets als liefdadigheid – wat mij betreft een morele plicht, maar beperkt tot wat men missen kan: wie z’n gezin verwaarloost voor z’n goede doelen is verkeerd bezig. En zo werkt het ook op natieniveau. De eigen burgers hebben de eerste aanspraak, met de daarbij komende plichten zoals belasting en militaire dienst (de Staat is per saldo de enige gezagsinstantie die haar burgers verplichten kan hun leven te offeren voor het belang van de natie). De Staat die om migranten te faciliteren haar eigen burgers achterstelt of extra belast, moet kunnen aantonen dat ze handelt vanuit een humanitaire verplichting onder morele overmacht. En daarom is het onderscheid cruciaal tussen echte slachtoffers van oorlog of vervolging, en de rest van de migranten.
12. SYRIË
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 26-10-2015; niet geplaatst
Anno 1979: in ruil voor de sjah, de ayatollahs. Anno nu: in ruil voor Assad … ?, IS, Al Qaeda, Jabat al-Nusra? Het artikel van Robert Dulmers (De Groene 22-10-2015) over het Syrië van Assad vs. het Syrië van de rebellen, is wat men noemt een eye opener. Tot nu toe was de kamerbrede opinie in het Westen (VS, NAVO, EU) dat het regime van Assad hoe dan ook dient te verdwijnen; haar plaats zal vervolgens ingenomen worden door de democratische krachten in Syrië. Een vergelijkbare wishful thinking bepaalde in 1979 in het vrije Westen de opinie ten aanzien van Iran: president Carter was ostentatief niet van plan een vinger uit te steken voor de sjah, die toch vanaf 1953 voor Amerika een betrouwbare cliënt en bondgenoot was geweest. Daarmee was het pleit beslecht, de sjah vertrok en Khomeini kwam. De bevolking van Iran heeft dus goede reden Amerika te verwensen, maar tot op zekere hoogte geldt hier wel eigen schuld, dikke bult. Kader Abdolah mag dat nog eens uitleggen, in een prequel van De Kraai. Ik vraag mij soms af, zou Carter (en met hem zijn gelijkgezinden wereldwijd) zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor al die opgeknoopte homo’s? Assad (en met hem het Syrische volk) boft intussen dat hij géén cliënt is van de VS. Met voldoende hulp van Rusland en een beetje geluk, kan in Syrië het regime van verlicht despotisme hersteld worden dat verre te verkiezen is boven het soort bloeddorstige shariastaat waar de Iraniërs het nog steeds mee moeten doen. En dan te bedenken dat het ayatollahregime in vergelijking met IS bijna humaan genoemd kan worden.
11. MOHAMMED-CARTOONS
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 12-8-2015; niet geplaatst
Het interview met Flemming Rose (De Groene, 30-7-2015) – Jyllands-Posten’s redacteur achter de Mohammed-cartoons – is verhelderend maar roept ook nieuwe vragen op: een Deense stand-upcomedian gaf toe wel op de Bijbel maar niet op de Koran te durven urineren; de Tate Gallery zag af van een tentoonstelling waarin de Koran verscheurd zou worden. Flemming Rose achtte zulks ontoelaatbare inperkingen van de artistieke vrijheid en besloot tot z’n cartoonactie.
Bij een artistieke productie denk je toch sowieso aan een zekere creativiteit, inventiviteit en technisch kunnen. Wat is er creatief aan het pissen op de Bijbel? Elke zwakbegaafde psychopaat kan het bedenken; elke kleuter kan het uitvoeren. Het vulgaire Spaans kent een standaard extreme belediging: me cago en la leche de tu puta madre (ik schijt in de melk van je hoerende moeder). Die uitspraak is niet bedoeld als artistieke expressie of vrije meningsuiting, maar om een tegenstander tot razernij te brengen ten einde geweld met geweld te mogen beantwoorden. Zo’n motief geldt dunkt mij mutatis mutandis ook voor het urineren op andermans heilige boeken. Is het mogelijk dat wij het beledigen om het beledigen, als zodanig niet meer willen herkennen, of geldt dat alleen wanneer moslims de beledigde partij zijn?
10. JIHADDEELNAME
Aangeboden aan NRC Handelsblad dd. 2-12-2014; geredigeerde versie geplaatst dd. 6-12-2014
Sinds wanneer vervolgt Justitie Nederlandse staatsburgers wegens deelname, uit idealisme, aan een gewapende strijd elders? Het afreizen van jihadistisch georiënteerde jongeren naar Syrië is in generieke zin toch bepaald niet iets nieuws. In Oudenbosch (Noord Brabant) staat het Zouavenmuseum, met daarin alle memorabilia van het ronselen en de uitzending naar de Kerkelijke Staat (in de periode 1864-1870) van circa drieduizend Nederlandse vrijwilligers: overtuigde katholieke jongens, die de Kerkelijke Staat gingen verdedigen tegen de Italiaanse nationalisten. ‘De zaak van de Paus is de zaak van God’, aldus de Rooms-Katholieke Kerk die daarbij optrad als ronselaar en uitzendbureau. Menig West-Friese boerenzoon bracht het hoogste offer, ook Pieter Janszoon Jong die daarvoor een reliëfstandbeeld kreeg tegen de Sint-Nicolaaskerk van Lutjebroek. Justitie hield zich afzijdig! Ook bleef Justitie in wezen passief ten aanzien van de deelname door Nederlanders aan de Spaanse burgeroorlog (1936-1939; circa zeshonderd vrijwilligers aan de republikeinse kant; het aantal aan de nationalistische kant wordt nooit genoemd – onze historici vinden die deelname enigszins beschamend). De linkse vrijwilligers raakten hun staatsburgerschap kwijt: de wet verbiedt ons in vreemde krijgsdienst te treden. De rechtse vrijwilligers die zich aansloten bij de nationalistische opstand (geen erkend leger) hadden daarvan geen last. Ook de Nederlandse vrijwilligers die op individuele basis deelnamen aan de Joegoslavische burgeroorlogen (de jaren 90; biker-types aan de Kroatische kant; moslimjongens aan de Bosnische kant) zijn nooit lastig gevallen met een actief vervolgingsbeleid. Dus waarom nu wel? De wet is bij mijn weten niet wezenlijk veranderd. De nieuwe uitleg ervan door de Haagse rechtbank lijkt een opportunistisch meebewegen met de publieke afkeer van in het bijzonder de psychopathische praktijken van de Islamitische Staat, en van jihadistische jongeren in het algemeen. In ons land dient de wet echter voor allen gelijk te zijn. Onze politici en onze media (ook deze krant ja) zouden daar gewetensvoller op toe moeten zien.
9. IS POWNED EEN MINDERWAARDIGE OMROEP?
Aangeboden aan NRC Handelsblad dd. 15-5-2014; niet geplaatst
PowNews’ laatste truc: het klemzetten van Kamerleden met de vraag of de Marokkaanse cultuur minderwaardig is. Minderwaardig betekent in onze taal niet alleen minder waard, maar heeft ook de bijbetekenis van moreel verwerpelijk en Kamerlid na Kamerlid verslikt zich in die nuances. De Marokkaanse cultuur minderwaardig? Hoe dat te meten? BBP per hoofd? Daar zijn we dan snel uit, Nederland presteert het tienvoudige. Burgerlijke vrijheden? Mensenrechten? Kleurenrijkdom van het buitenleven? Warmte van de familiebanden? Natuurlijk zijn wij geneigd het eigene hoger te waarderen. Maar ons is ook geleerd zulk chauvinistisch vooroordeel niet aan de vreemdeling onder de neus te wrijven; een kwestie van ordinair fatsoen dat de publieke samenleving leefbaar en toegankelijk houdt voor iedereen. PowNews heeft in woord en daad al vaker duidelijk gemaakt dat ze van zulk ordinair fatsoen af willen; daar wordt door hen dan ook consequent aan gewerkt. Is PowNed daarmee een minderwaardige omroep?
8. HOEVELEN VAN ONS KUNNEN NAAR EER EN GEWETEN “MEER, MEER, MEER” ROEPEN?
Aangeboden aan De Telegraaf dd. 23-3-2014; niet geplaatst
In de DWDD-uitzending van 21 maart jongstleden gaf Prem Radhakishun een heel eigen bijdrage aan het Wildersdebat:
- Prem is voorstander van absolute vrijheid van meningsuiting: Wilders mag van hem zeggen wat hij heeft gezegd;
- Wilders leeft al bijna 10 jaar onder een regime van feitelijke gevangenschap. Dit sluit hem af van de normale sociale contacten die wij benutten om onze opinies uit te proberen en te corrigeren.
Ben ik het met Prem eens? Niet wat betreft de vrijheid van meningsuiting. Daaraan mogen grenzen worden gesteld, zoals belediging, smaad, laster, en ook fatsoen ja. Hamas-hamas-joden-aan-het-gas-roepers moeten justitieel gecorrigeerd kunnen worden. En wat Wilders oproep aangaat: men behoort goeden en kwaden niet over een kam te scheren en het hanteren van twee soorten staatsburgerschap – voor de autochtoon levenslang en onvervreemdbaar, voor de allochtoon vervreemdbaar als het strafblad daar aanleiding toe geeft – staat haaks op het beginsel van rechtsgelijkheid. Maar wat Wilders’ ‘gevangenschap’ betreft? Misschien kijken we daar – na 10 jaar gewenning – inderdaad te gemakkelijk overheen en verliezen daardoor uit het oog dat voor Wilders minder Marokkanen ook gewoon betekent minder mensen die hem naar het leven kunnen staan. Per saldo: Mohammed B. is een Marokkaan, de Hofstadgroep was een Marokkaanse terroristencel, de jochies in Ede die het V-teken maakten bij het nine-eleven-nieuws waren Marokkaanse basisscholieren. Verder lijken vooral Marokkaanse jongeren vatbaar voor homofobie en jihadfantasieën zoals dromen over een hersteld westelijk kalifaat (de onderwerping van West-Europa aan de islam), en zijn ze oververtegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Wilders doet de Marokkanen onrecht maar – zoals Tijl Uilenspiegel over zichzelf toegaf – misschien hebben ze het ernaar gemaakt. Overigens, hoe ver staat Wilders met “minder, minder, minder” eigenlijk van ons af? Hoeveel van ons kunnen naar eer en geweten “meer, meer, meer” roepen?
7. NEDERLAND SHARIA-LAND?
Aangeboden aan het Leidsch Dagblad dd. 16-5-2013; niet geplaatst
Het Leidsch Dagblad van 11 mei jongstleden verhaalt hoe in 1998 een Afghaans gezin het religieuze terreurbewind van de Taliban ontvlucht, naar Nederland komt, hier asiel vraagt en krijgt. Het zesjarig zoontje, ene Maiwand Al-Afghani (zijn huidige auteursnaam), groeit in z’n gastland op en studeert nu, op kosten van dat gastland, Bedrijfskunde in Leiden. Zijn ideaal? De invoering in Nederland van de sharia-staat. Godsdienst is zelden de vriend van het gezond verstand of het ordinair fatsoen, maar Al-Afghani’s wens om hier het religieuze dwangsysteem in te voeren waarvoor zijn ouders uit Afghanistan moesten vluchten, is geheel van God los en een belediging voor het land dat zijn ouders en hem gastvrijheid verleende. Al-Afghani wil als het zover is het Nederlandse leger inzetten om Spanje, ooit een moslimland, terug te veroveren voor de moslims. Hier wreekt zich de deconfiture van het geschiedenisonderwijs op de Nederlandse scholen: Al-Afghani had op school moeten leren dat Spanje voordat het door de moslims werd veroverd, een christelijk land was en dat als de christenen alle ooit christelijke landen die tussen de 7e en de 18e eeuw door de moslims zijn veroverd terug zouden veroveren, er tussen Marokko en de Perzische Golf alleen op het Arabisch schiereiland nog plaats zou zijn voor de Islam. Ook getuigt het van morele blindheid om de in Nederland heersende maatschappelijke normen en waarden, die afgeleid zijn van het christelijk ideaal van naastenliefde, te willen vervangen door de normen van een godsdienst die de beoefenaars voor honderd procent op het eigen voordeel richt: alles wat Al-Afghani doet, doet hij om het paradijs te verdienen. Als Al-Afghani werkelijk meent wat hij zegt, hoort hij het fatsoen te hebben afscheid te nemen van Nederland en terug te gaan naar Afghanistan. Hij kan zich daar aansluiten bij de Taliban, die denken net als hij.
6. OMAATJE
Aangeboden aan het Leidsch Dagblad dd. 16-1-2012; geredigeerde versie geplaatst dd. 17-1-2012
Met een omaatjeshoofddoek om haar hoed heeft Hare Majesteit in Oman een moskee bezocht. Wel, Hare Majesteit is al jaren grootmoeder en krijgt ook al jaren belabberde kledingadviezen. Daarentegen was Maxima’s loshangende fantasiechador met bloemetjesmotief sexy genoeg om door een orthodoxe moskee-uitsmijter geweigerd te worden. De Omanis waren echter tolerant genoeg om in dit geval de intentie, een gebaar van hoffelijkheid, te waarderen boven de uitvoeringsmodus. Zo niet in Nederland: de moraalridders van onze Kopvoddentakspartij spraken schande van de hoed als symbolische kroon ingepakt in de hoofddoek (shawl zou ik zeggen) als het symbool van vrouwenonderdrukking. Een interpretatie die Hare Majesteit terecht afdeed als “onzin”. Toen gebeurde er iets opmerkelijks want met omzichtige mitsen en maren kreeg de Kopvoddentakspartij bijval uit de linkse hoek: Majesteit had het zo kort door de bocht niet mogen zeggen. De hoofddoek kan wel degelijk symbool zijn voor seksistische discriminatie (Leidsch Dagblad, 13-1-2012). Politiek opportunisme kan in ons land gewoonlijk rekenen op een rekkelijke bejegening. De Vrijzinnig Democratische Bond (een vooroorlogs soort D66) die in 1925 het eerste kabinet Colijn ten val bracht door z’n stem te geven aan een anti-paapse motie van de SGP, mocht desondanks bij alle volgende kabinetten Colijn aanschuiven als regeringspartij. Echter, linkse partijen die in concert met de PVV de Majesteit kritiseren omdat zij zich hoffelijk en tolerant heeft opgesteld jegens een andere cultuur, stellen hun morele geloofwaardigheid ter discussie. Er zou in onze landspolitiek een minimum fatsoensnorm moeten gelden die de grootmoeder des vaderlands vrijwaart van dit soort stoten onder de gordel. Als de Majesteit zich sterk maakt voor het publiek fatsoen verdient zij de steun van alle fatsoenlijke Nederlanders.
5. OVER TAQIYYA EN THEEDRINKEN
Aangeboden aan het Leidsch Dagblad dd. 10-11-2010; geplaatst dd. 20-11-2010
Najaar 1984 kreeg ik uitzicht op een aanstelling als geoloog aan de VU, terug in mijn vakgebied waar ik twee jaar eerder door universitaire reorganisaties was gebonjourd. “En Klaas”, zei de heer Toelen, mijn toenmalige baas en een vriendelijke katholiek, “als ze daar over het geloof beginnen, reservatio mentalis jongen, onthou dat”. Toelen, hoofd Personeelszaken van de Leidse universiteit, begreep dat ik als atheïst bij een sollicitatie aan de VU op het stuk van het geloof problemen kon krijgen. Ik moest aan zijn advies denken toen niet zo lang geleden de PVV-ideoloog Bosma ons een nieuw moslimbegrip kwam bijbrengen: taqiyya, de leugen in noodgevallen, die een moslim mag praktiseren tegen een ongelovige; een praktijk waar onze cultuur natuurlijk ver boven staat. Reservatio mentalis, Kerklatijn voor “geestelijk voorbehoud” (lees: leugen om bestwil), maakt inderdaad geen strikt onderscheid tussen gelovig en ongelovig. En ook wij Hollanders van protestantse herkomst hoeven niet te weten wat iemand gelooft als we het nodig vinden hem pootje te lichten. Deze eigenheimer-taqiyya wordt ook vrijelijk gepraktiseerd in onze politiek. Ik zeg maar zo: een goed politicus belooft niets maar laat de kiezer in de waan van alles. Vandaag las ik in het Leidsch Dagblad (dd. 10-11-2010) dat Cohen over zijn bezwaren tegen de PVV tijdens de verkiezingstijd heen stapt en nu samen met Wilders gaat zagen aan de poten van de troon. De grote theedrinker was al nooit een enthousiast monarchist en dat Geert nog steeds de pest heeft aan de kopvoddendragers, doet er dus niet meer toe want ook Femke, Pechtold en Roemer – gewetens van de natie en hoeders van ons publiek fatsoen – doen allemaal mee. Kortom, wij zien de contouren van een nieuwe coalitie: paarsplus met de gedoogsteun van Wilders. Als ’t even wil, is de VVD daarbij niet eens meer nodig. Job en Geert moeten dat perspectief samen maar eens evalueren, onder het genot van een kopje thee.
4. WAT GIJ NIET WILT DAT U GESCHIEDT DOE DAT OOK DE MOSLIM NIET
Aangeboden aan het Leidsch Dagblad dd. 28-9-2010; geredigeerde versie geplaatst dd. 8-10-2010
Christus heeft ooit zijn volgelingen een dienst bewezen door het hele spectrum van geboden en verboden te vatten in slechts twee hoofdregels: het eerste gebod: hebt God lief boven alles, met geheel uw hart, geheel uw verstand en al uw kracht; en het tweede gebod “daaraan gelijk”: hebt uw naaste lief als uzelf. “Aan deze twee geboden”, zei Christus, “hangt de ganse wet en de profeten”. Met het eerste gebod begint een eenvoudig atheïst niets; men concentreert niet al z’n mentale en emotionele vermogens op een niet bestaande entiteit. Bij het tweede gebod daarentegen heb ik altijd gedacht: dat zou te doen moeten zijn; zoveel houd ik nu ook weer niet van mijzelf. Ik verwacht niet door mijn medemensen in alles te worden ontzien of tegemoet gekomen, wel hoop ik dat ze mij behandelen volgens regels van fair play en billijkheid, en volgens die regels wil ik hen behandelen. Anders verwoord “Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet”. In die seculiere vorm is het gebod tot naastenliefde feitelijk de grondslag voor de moreel beschaafde samenleving. De vraag wie dan precies die “naaste” mag zijn heeft Christus aan zijn Joods publiek beantwoord met een parabel waarin hij een lid van de door de Joden geminachte etnische minderheid der Samaritanen, opvoert als bij uitstek de naaste. Had Christus het aan ons moeten uitleggen dat had zijn parabel “De barmhartige Marokkaan” kunnen heten. Met als moraal: wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook de moslim niet.
De actuele politieke ontwikkeling noopt tot de vraag of een christelijke politieke partij een formele samenwerking mag aangaan met een beweging die zich kenmerkt door z’n openlijk beleden liefdeloze afkeer van de Islam en haar aanhangers. De C in de naam CDA zou minimaal garant moeten staan voor een basis van fatsoen, ook jegens de moslims. Die impliciete garantie was, naast pragmatische overwegingen, voor mij reden om toch maar op het CDA te stemmen. Als het CDA haar christelijke beginselen serieus neemt kan ze geen samenwerking aangaan met de PVV, ook niet via een gedoogconstructie. Doet het CDA dat toch dan pleegt ze op z’n minst kiezersbedrog. Kortom, het a.s. CDA-congres dient te gaan over haar beginselen en haar geloofwaardigheid.
3. DONNER HAD GEEN GELIJK
Aangeboden aan De Groene Amsterdammer dd. 29-8-2010; geredigeerde versie geplaatst dd. 9-9-2010
Aukje van Roessels onbegrijpelijke instemming (De Groene van 19-8-2010, pagina 7) met Donners stelling (destijds in 2006) dat in Nederland de sharia ingevoerd moet kunnen worden als een twee derde meerderheid daar voor is, had per kerende post weerlegd moeten worden. Om dat verzuim (ik was met vakantie) te redresseren het volgende:
De absurditeit van Donners stelling kan eenvoudig worden aangetoond met de volgende extreme analogie: als destijds de Duitsers met een twee derde meerderheid zouden hebben ingestemd met de door Hitler voorgestane ‘oplossing van het Jodenvraagstuk’, dan hadden dus in Duitsland de joden democratisch vergast kunnen worden. De fout in deze uitspraak, en in de stelling van Donner, berust hierin dat stilzwijgend is aangenomen dat democratische besluitvorming los staat van morele normen en waarden en verheven is boven het onderscheid tussen goed en kwaad. Quod non. Onze democratie staat op een seculiere morele grondslag; op basisprincipes die wij kennen als de ‘grondrechten’ en die benaderd zijn in bijvoorbeeld de “Droits de l’homme et du citoyen” van de Franse revolutie, in de vastlegging van de burgerrechten in de Amerikaanse grondwet en ook in de “Universal Declaration of Human Rights” van de Verenigde Naties. Onze ‘democratische spelregels’ zijn van deze grondrechten afgeleid en zijn daarvan het vehikel. Dat wil zeggen, ze zijn ontwikkeld om die grondrechten te handhaven en te effectueren, niet om ze onderuit te halen. De in ‘onze’ cultuur ontwikkelde, inmiddels universele vorm van democratie is dus géén simpel systeem van regeren bij meerderheidsbesluit maar een systeem dat allereerst berust op een aantal fundamentele ‘afspraken’ die de vrijheid van het individu moeten garanderen tegenover de macht van de staat. ‘Afspraken’ die op hoofdlijnen als volgt kunnen worden samengevat:
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen privé en publiek. Het publieke domein omvat alleen die zaken die zich niet binnen het privédomein laten regelen.
- Over de publieke zaken beslissen we bij meerderheid – de Staat voert die beslissingen uit.
- Over de privézaken behoort eenieder in vrijheid voor zich te kunnen beslissen – de Staat heeft daarin géén bevoegdheid.
Wanneer nu binnen onze samenleving een meerderheid de democratische spelregels zou misbruiken om haar religieuze leefregels op te leggen aan een minderheid, worden daarmee de grondrechten verkracht, vervalt democratische burgervrede en verkrijgt die ‘ontrechte’ minderheid het morele recht zich, desnoods met geweld, te verzetten tegen deze tirannie van de meerderheid. Donner en Van Roessel mogen zich afvragen waar de Tachtigjarige Oorlog ook weer over ging.
2. LUBBERS HEEFT IETS UIT TE LEGGEN.
Aangeboden aan het Leidsch Dagblad dd. 3-8-2010; geplaatst dd. 10-8-2010
Wie had ooit gedacht dat Lubbers het attest van politieke aanvaardbaarheid van Wilders en zijn PVV zou voorleggen aan Hare Majesteit als was hij een tweede Von Papen, de christendemocraat die de kanselierskandidatuur van Hitler wist te verkopen aan de toen al dementerende Reichspräsident Von Hindenburg (Hare Majesteit zal toch niet ook? …).
Natuurlijk verdient de Nederlandse kiezer een klinkende draai om zijn oren voor de jongste verkiezingsuitslag. Populistische hysterie komt bij ons in gedaanten van afnemende morele kwaliteit: eerst Fortuin, daarna Verdonk, en dan nu de moslim-bashers. Men argumenteert nu – en met de stembuiging der redelijkheid – dat de PVV anderhalf miljoen kiezers vertegenwoordigt en dat het niet aangaat die mensen op voorhand uit te sluiten.
De vraag is echter niet of democratische politieke partijen de PVV mogen uitsluiten, maar of zulke partijen mogen samenwerken met een partij die zelf een bepaalde bevolkingsgroep uitsluit. Wilders is er (en dat is geen geringe prestatie) vrijwel in z’n eentje in geslaagd de moslimminderheid in de ogen van bijna een kwart van de Nederlanders verdacht te maken en heeft met zijn kopvoddentaksvoorstel die mensen minachtend in het verdomhoekje van de samenleving willen trappen. Fatsoenlijke mensen stemmen niet op de Kopvoddentakspartij. Fatsoenlijke partijen werken niet met die partij samen.
Natuurlijk verdient ook Cohen een pak slaag voor zijn kortzichtige partijpolitieke egoïsme dat de deur openzette voor de regeringsdeelname van de Nederlands islamhaters. Het CDA en de VVD dienen echter te bedenken dat in de huidige politieke patstelling morele belangen spelen die boven het partijpolitieke gekissebis uit behoren te gaan.
Elke minderheid binnen onze natiestaat hoort de overheid te kunnen vertrouwen als de onpartijdige handhaver van wetten en rechten die handelt zonder aanzien des persoons. Een minderheidskabinet dat in gijzeling gegeven wordt aan een gedogende partij die de maatschappelijke discriminatie van de moslimminderheid voorstaat, tast dat vertrouwen in zijn fundament aan en is daarom onaanvaardbaar. Mogen de partijcongressen van CDA en VVD zich hierover helder uitspreken.
1. EMANCIPATIE KOST TIJD
Aangeboden aan het Leidsch Dagblad dd. 17-7-2009, geplaatst dd. 21-7-2009
In het Leidsch Dagblad van zaterdag 11/07/2009 heeft de (katholieke) voorzitter van de CDA-jongeren, Van Velzen, zijn bezorgdheid geuit over het onvermogen van moslims om te integreren in onze samenleving: ‘het zijn geen protestanten die, als je maar lang genoeg wacht, vanzelf wel opgaan in de Nederlandse samenleving’. Van Velzen heeft tijdens z’n geschiedenisles kennelijk slecht opgelet. Het waren niet de protestanten maar de katholieken die in de achterliggende anderhalve eeuw moeizaam zijn geëvolueerd van hun ultramontaanse loyaliteit aan een paus die het recht op vrije meningsuiting, ja zelf op gewetensvrijheid, ontkende, naar het loyaal burgerschap van de hedendaagse seculiere democratische samenleving. Het waren de katholieken die in de tweede helft van de vorige eeuw stilzwijgend hun demografisch offensief hebben gestaakt dat beoogde in Nederland de meerderheid te verkrijgen ten einde de katholieke moraal te kunnen opleggen als nationale wetgeving. Het waren daarmee ook de katholieken die de intentie opgaven hun lijst van verboden boeken natiebreed in te voeren en vervolgens die lijst ook voor intern gebruik hebben afgeschaft, zodat nu alle Nederlandse katholieken zonder gewetensbezwaar kennis mogen nemen van atheïstische auteurs als Multatuli, Mulisch, Sartre, Freud en Marx.
Als nu de Nederlandse katholieken zichzelf hebben kunnen ontslaan van de geestelijke horigheid aan een kerkvorst van wie de brandstapels weer mochten roken, moet het ook voor de Nederlandse moslims mogelijk worden geacht dat zij zich weten te bevrijden uit soortgelijke kluisters van fundamentalistisch dogmatisme en gewetensdwang. De Nederlandse samenleving heeft met de katholieken en hun emancipatie ruim 150 jaar geduld gehad en zelfs de andere kant opgekeken toen zij het land vol zetten met hun protserige neogotische nieuwbouwkerken. Is het dan niet billijk om de moslims voor hun emancipatie ook een eeuw of daaromtrent te gunnen en die moskeeën op de koop toe te nemen? Emancipatie is de zelfopvoeding van een bevolkingsgroep tot het niveau dat zij hun minderwaardigheidsgevoelens hebben overwonnen en hun godsdienst niet meer hoeven te gebruiken om zich tegen de andersdenkende meerderheid af te zetten. Zoiets kost kennelijk enkele generaties tijd. De bijdrage daarbij van een politicus als Geert Wilders is net zo zinvol als die van de papenvreters destijds. Want dat is wat Wilders eigenlijk is: een soort papenvreter, maar dan tegen moslims. De CDA-jongeren (juist zij) zouden er goed aan doen van die neo-papenvreterij afstand te nemen.