Op 20 december 2019 deed de Hoge Raad uitspraak in de door de stichting Urgenda aangespannen klimaatzaak. Urgenda eiste vijf jaar geleden bij de rechtbank Den Haag dat de staat maatregelen zou nemen om 25 tot 40 procent CO2-reductie te bewerkstelligen. De rechtbank en het gerechtshof wezen deze vordering toe, en de Hoge Raad bekrachtigt deze eerdere uitspraken nu. Het belangrijkste argument van deze rechters is dat op de Nederlandse staat een rechtsplicht rust om het recht op leven en het recht privacy te beschermen. De gevaarlijke klimaatverandering die voorspeld wordt, kan deze rechten op termijn bedreigen. Het recht op leven brengt niet alleen met zich mee dat de overheid zelf geen mensen mag doden, maar ook dat zij mensen moet beschermen tegen externe dreigingen. Als er bijvoorbeeld een gevaarlijke seriemoordenaar in Nederland rondloopt, kan de overheid ook niet stil blijven zitten. Dat wil echter niet zeggen dat elk dodelijk slachtoffer dat valt, meteen een schending van het recht op leven door de overheid is. Als de overheid op zich geschikte maatregelen, bijvoorbeeld een groot politieteam, inzet, en er vallen dan toch nog enkele slachtoffers, dan is dat uiteraard te betreuren, maar heeft de overheid het recht op leven niet geschonden. LEES VEDER IN EPOQUE MAGAZINE >>