Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben de Verenigde Staten van Amerika een ferme greep op Japan. Recente politieke ontwikkelingen in Japan werken echter naar het geleidelijk losser maken van die greep toe.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft Japan onder Amerikaans bewind een democratische grondwet gekregen, waarin de macht van de keizer en zijn regering werd ingeperkt ten gunste van die van het parlement. Die grondwet verhindert ook dat Japan zijn strijdkrachten kan gebruiken voor andere doeleinden dan landsverdediging. Daarnaast hebben de VS en Japan een zogeheten veiligheidspact. De VS noch Japan heeft ooit een beroep op de ander gedaan in het kader van dat pact. Het is natuurlijk ook geen gelijkwaardig pact. Het meest merkbare gevolg ervan is dat de VS diverse militaire bases in Japan hebben, terwijl Japan voor de kosten daarvan opdraait. De nog altijd voortdurende stationering van Amerikaanse troepen in Japan is niet bepaald populair onder de bevolking. Zo zette op de onlangs in Japan gehouden top van de G7 de Japanse premier Shinzo Abe de Amerikaanse president Barack Obama nog in zijn hemd, door zijn misnoegen kenbaar te maken over de verkrachting en vermoording van een Japanse op het eiland Okinawa door een Amerikaanse huurling. Een diplomatieke faux pas die vooral voor binnenlandse consumptie bedoeld lijkt.
De G7-top vond overigens plaats nabij de Grote Schrijn van Ise. Hoewel de symboliek daarvan aan westerse waarnemers lijkt te ontsnappen, is ze niet zo subtiel dat het in Japan zelf zijn uitwerking zou missen. Die schrijn is gewijd aan de patroongodin van het Japanse keizerhuis en staat daarmee symbool voor het meer autoritaire, monarchistische Japan van voor de oorlog. Deze symboliek zal in ieder geval niet ontsnapt zijn aan Japanse nationalisten, met name georganiseerd in het Japanse Congres (Nippon Kaigi). De rechtse critici van Abe – geïnspireerd door de religieuze traditie van het sjintoïsme en het denken van de nationalistische schrijver Yukio Mishima – vinden hem, ondanks zijn sporadische retorische anti-amerikanisme, veelal te soft en in de praktijk eigenlijk een lakei van de Amerikanen.
Intussen werken partijgenoten van Abe echter naar verluidt achter de schermen wel aan een grondwetswijziging, waardoor artikel 9 gewijzigd wordt en de Japanse strijdkrachten niet meer uitsluitend defensief ingezet kunnen worden. De Amerikanen lijken dat te accepteren zolang Japan maar opdraait voor de kosten van de Amerikaanse legerbases op hun grondgebied. Het wederzijdse verdedigingspact zal dan ook nog wel een tijdje intact gelaten worden, zeker nu het conflict met China over een aantal minuscule eilandjes zo hoog opgespeeld wordt. Maar uiteindelijk zou ook dat pact onder druk kunnen komen te staan, doordat de Amerikaanse en Japanse belangen nu eenmaal uiteen lopen.
De Amerikaanse retoriek over ‘collectieve veiligheid’ en een ‘gelijkwaardig partnerschap’ kan intussen niet verhullen dat de VS Japan oogluikend toestaan het verdedigingsleger al meer toe te rusten voor meer offensieve oorlogvoering. De stormachtige manier waarop Japan daarmee bezig is, doet denken aan de schending van het Verdrag van Londen eind jaren dertig, toen Japan in hoog tempo vliegdekschepen en onderzeeboten bouwde. Die zoals bekend ingezet werden in de aanval op Pearl Harbor. Eventuele toekomstige Japanse agressie zal zich echter eerder op China of Rusland richten dan op Amerika.
Ondanks de Japanse herbewapening ligt het echter in de lijn der verwachting dat de Japanse invloed in de regio eerder af dan toe zal nemen. Het land lijdt immers onder een combinatie van factoren, zoals demografische krimp, economische stagnatie en een massieve staatsschuld. Zo zou Japan uiteindelijk wel eens een blok aan het been van de VS kunnen worden, waardoor het niet ondenkbaar is dat uiteindelijk de Amerikanen het pact zouden opzeggen om zo de handen vrij te hebben in de samenwerking met Korea, de ASEAN-landen en, wie weet, op enig moment zelfs China.