Of we het nu leuk vinden of niet, moderne mensen betrekken hun kennis van het ‘ware, goede en schone’ niet meer van druïden, priesters of dominees. Die functie is overgenomen door journalisten, BN’ers en politici. Als je de hele ontwikkeling bekijkt van druïden en medicijnmannen via priesters en dominees tot journalisten en BN’ers dan zie je daarin een patroon.
De druïden en priesters waren mensen die hun gehele leven en opvoeding wijdden aan hun missie als brandpunt tussen het bekende en het onbekende, het eigene en het vreemde, het tijdelijke en het eeuwige. Hun autoriteit ging die van de hoofdman en krijgers te boven.
De dominees en voormannen zijn mensen die zeer breed en intensief geschoold zijn, maar daarnaast ook een wereldlijk leven hadden met familie. Ze waren gemiddeld genomen gewaagd aan de wereldlijke leiders.
De moderne journalisten hebben hooguit een bescheiden HBO’tje en zijn qua inhoud geen enkele partij meer voor het samengebalde wereldlijke genius uit marketing, economie, wetenschap, techniek, recht, geopolitiek enzovoort. Ze leven een leven net als andere burgers, ze verdienen de kost met het inkopen, bewerken en verkopen van informatie.
Als ik een beeld bij dat patroon moet bedenken, komt mij onvermijdelijk het beeld uit de droom van Nebukadnezar naar voren. Het beeld met het hoofd van goud, de borst van zilver, de lendenen van koper, de benen van ijzer en de voeten van leem. Als we het over lemen voeten hebben dan hebben we het over een vorm die aansluit bij het beeld van de ‘grote beschaving’, maar inhoudelijk bestaat uit een waardeloze substantie. Ik weet niet op welke hoogte u ons journaille plaatst, maar ik kan soms niet wachten tot die rollende steen van de realiteit beneden is.