Een ingezonden artikel van Eric Polet:
Het verdronken Syrische jongetje Aylan is al langere tijd hét symbool van de slachtoffers van de Europese welkomstcultuur. Maar niet alleen Syriërs zijn de dupe, ook Oekraïners. Het associatieverdrag met Oekraïne heeft al duizenden doden veroorzaakt nog voordat het van kracht is.
De niet aflatende vluchtelingenstroom naar Europa, en het associatieverdrag van de Europese Unie met Oekraïne. Het zijn twee onderwerpen die op het oog niks met elkaar gemeen hebben, maar schijn bedriegt. Waar de Willkommenskultur van de Duitse bondskanselier Angela Merkel de vluchtelingenstroom naar Europa flink heeft aangejaagd, daar heeft de lokroep van europarlementariërs Guy Verhofstadt en Hans van Baalen Oekraïne in een burgeroorlog gestort, met duizenden doden en honderdduizenden vluchtelingen tot gevolg.
Dat deze overeenkomst niet onmiddellijk in het oog springt, is zo gek niet. Want waar Europeanen de asielzoekerscentra voor hun neus kunnen zien volstromen met migranten uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika, daar blijven de rampzalige gevolgen van de vrijage van de EU met Oekraïne aan hun zicht onttrokken. Zo’n 900 duizend van de miljoen mensen die Oekraïne inmiddels zijn ontvlucht, hebben geen asiel aangevraagd in Nederland of in andere EU-landen, maar in buurland Rusland. En hoewel er ook in Oekraïne kinderen zijn die het slachtoffer zijn geworden van het warme welkom dat onze EU-leiders Oekraïne hebben geheten, in het oostelijke deel van het land, Donbass, krijgen we daar geen beelden van te zien op het NOS-Journaal en in onze landelijke dagbladen.
Toch zullen de gevolgen van de EU-politiek ten aanzien van Oekraïne uiteindelijk ook voor ons voelbaar worden. We zullen het merken in onze portemonnee (we gaan in zee met een land dat zo goed als failliet is) en in het ergste geval zal het ons in oorlog brengen met Rusland (het associatieverdrag behelst óók militaire samenwerking met Oekraïne).
NL: klein, maar groot
Evengoed is er nog hoop. Het kleine Nederland zou een groot verschil kunnen maken. Tegen de migratiestroom vanuit Noord-Afrika en het Midden-Oosten kunnen we in ons eentje niks beginnen. De bewaking van de Europese buitengrenzen verloopt via Brussel en wij zijn één van de vele landen die hierover mogen meepraten. Maar het associatieverdrag van de EU met Oekraïne is een ander verhaal. Hoewel wij ook daar één van de vele EU-lidstaten zijn die hierover meebeslissen, is onze stem van doorslaggevend belang geworden. Alle EU-lidstaten hebben inmiddels het verdrag geratificeerd, uitgezonderd Nederland. Wij zijn het enige land dat een referendum houdt over het verdrag. Dit dankzij de inspanningen van het comité GeenPijl dat 450 duizend handtekeningen wist te verzamelen; en dus 150 duizend meer dan de 300 duizend handtekeningen die nodig zijn om in Nederland een referendum van de grond te krijgen.
En hoewel het een adviserend referendum is, dus niet-bindend, zal, zeker bij een massaal ‘nee’ tegen het verdrag, ons kabinet niet makkelijk weg kunnen komen met een ratificatie.
‘Nee’ is ‘Ja’
Een massaal ‘nee’ zal niet alleen in ons eigen belang zijn, het zal ook in het voordeel werken van Oekraïne. Een ‘nee’ tegen het associatieverdrag is tegelijk een ‘ja’ voor Oekraïne. Want hoe zat het ook alweer met de revolutie die in Oekraïne begon op het Maidanplein in Kiev? Eind 2014 kwamen tienduizenden Oekraïners daar bijeen. Niet alleen vanwege de weigering van de toenmalige president Viktor Janoekovitsj om het associatieverdrag met de EU te ondertekenen. Maar ook om te demonstreren tegen de wijdverbreide corruptie binnen de overheid. Wat heeft dat de burgers van Oekraïne uiteindelijk gebracht? Hoe zit het met de corruptie sinds Janoekovitsj van het toneel is verdwenen? Volgens Transparency International behoort Oekraïne nog steeds tot de meest corrupte landen ter wereld.
En ook is een groot deel van de hulpgelden die Oekraïne, vooruitlopend op de inwerkingtreding van het associatieverdrag, al heeft ontvangen, verdwenen in de diepe zakken van de oligarchen, de schaduwregenten van het land. De Oekraïense burgers zijn er geen cent wijzer van geworden.
Wie dus ‘ja’ stemt op 6 april, steunt indirect de corrupte machthebbers in Oekraïne, en benadeelt het Oekraïense volk dat nu juist graag ziet dat er een einde komt aan de corruptie.
Toenemende repressie
Een ‘ja’-stem bevordert ook ander ongewenst gedrag van de Oekraïense overheid. De regering neemt steeds meer repressieve maatregelen. Vorige week nog diende de partij van president Porosjenko een wetsvoorstel in dat het mogelijk moet maken mensen het staatsburgerschap te ontnemen als ze zich kritisch uitspreken over de regering.
De bekende journalist Roeslan Katsaba uit de stad Lviv (regio met de sterkste anti-Russische en pro-Europese stemming) zit al langer dan een jaar achter de tralies omdat hij de regering ervan beschuldigd heeft een oorlog te voeren tegen de eigen burgers en zijn landgenoten heeft opgeroepen de dienstplicht te ontwijken.
Critici van de regering zijn hun leven niet meer zeker. Het afgelopen jaar werden er twee vermoord, en kwamen er tenminste acht onder verdachte omstandigheden om het leven.
Zo werd journalist Oles Boezina, die pleitte voor een samenleving waarin Oekraïners, Russen, Wit-Russen en anderen op gelijke basis met elkaar samenleven, vorig jaar voor zijn huis doodgeschoten. Eén van de vermoedelijke daders, die onder huisarrest is geplaatst, wordt, als hij een stap buiten de deur zet, letterlijk op handen gedragen door zijn nationalistische vrienden.
Arrogantie van de macht
Het Nederlandse referendum biedt ons de mogelijkheid af te rekenen met de arrogantie van de macht. Zie president Porosjenko, die, op bezoek in Nederland, en geflankeerd door premier Mark Rutte, ons voor het oog van de camera smalend toeriep: “Dit referendum houdt het Associatieverdrag niet tegen. Dat moet iedereen in Europa en Oekraïne begrijpen.“
En zie de europarlementariërs Hans van Baalen en Guy Verhofstadt die op het Maidanplein de daar verzamelde menigte opjutten door de gouden bergen in het vooruitzicht te stellen. Waar haalden ze het gore lef vandaan zich te mengen in de interne aangelegenheden van een soeverein land?
Op 6 april kan het kleine Nederland een groot verschil maken. Niet alleen dus voor onszelf, maar ook voor de Oekraïense bevolking, die zucht onder een autoritair regime en de verschrikkingen van een burgeroorlog. Zonder de valse belofte van het associatieverdrag had het land er nu een stuk beter voorgestaan. Dan waren er in elk geval geen duizenden doden gevallen en honderdduizenden mensen ontheemd geraakt. Het associatieverdrag is een splijtzwam onder Oekraïne, die zo snel mogelijk moet worden verwijderd.
Geen verongelukte jongetjes Aylan meer. Niet langs de kusten van de Middellandse Zee, maar ook niet in de dorpen en steden van Oost-Oekraïne. Het is goed mensen welkom te heten, maar met beleid, en zeker niet ten koste van mensenlevens.