Toen Amalickiah, een vooraanstaand leider der Nephieten, er niet in slaagde om zichzelf tot koning te laten maken, liep hij over naar de Lamanieten. Een burgeroorlog ontstond. Kapitein Moroni van de Nephieten riep zijn volk te wapen. Hij deed dit door zijn mantel te nemen, hem te scheuren tot hij bruikbaar was als een vlag en schreef erop “In de gedenkenis van God, onze religie, en vrijheid, en onze vrede, en onze vrouwen, en onze kinderen”. Deze mantel werd de “title of liberty” genoemd en in de oorlog die volgde werd er een versie op elke toren gehesen die veroverd werd op de aspirant-tiran Amalickiah: “And it came to pass also, that he caused the title of liberty to be hoisted upon every tower which was in all the land, which was possessed by the Nephites; and thus Moroni planted the standard of liberty among the Nephites.” Daarna zou er nog een poging komen om een koning te installeren, die de bestaande kritocratie (heerschappij door rechters) omver wou werpen. De aanvoerder van deze poging, Pachus, botste op zijn beurt op Moroni en moest tevens het onderspit delven. Moroni toonde zijn volk dat om vrij te zijn van staatsdwingelandij men op God moest vertrouwen. Ieder die zich tot koning durfde kronen, of een koninklijk gedrag vertoonde, was een gevaar en moest verwijderd worden. Aldus staat geschreven in het boek van Mormon.
Men moet bij de titel koning niet puur het monarchale zien, maar het in de context zien zoals Lucius Junius Brutus het gezien zou hebben. Die verdreef de laatste Romeinse koning, Tarquinius Superbus, en zorgde ervoor dat het woord koning een gruwelijk verwijt werd. Zo gruwelijk dat Gaius Julius Caesar, die de gedragingen van een koning vertoonde, vermoord moest worden om zo de heilige waarden te beschermen.
De Bundy ranchers
Het is vanuit die redenering dat momenteel in Burns (Oregon, Verenigde Staten van Amerika) gewapende militieleden onder leiding van de Bundy familie grond bezetten die officieel in handen is van de Amerikaanse federale overheid. Amanda Peacher, journaliste voor OPB (Oregon Public Broadcasting), vroeg aan de persoon die de toegang tot de gronden bewaakte zijn naam. Het antwoord was: “I am captain Moroni, from Utah”. Utah is een Amerikaanse staat in het Midwesten en is gesticht vanaf 1847 door Mormoonse kolonisten onder leiding van Brigham Young. Zij waren daarvoor in oorlog geweest met staatsmilities uit Illinois. Stichter van de Mormoonse kerk, de Church of Latter Day Saints (LDS), Joseph Smith was in juni 1844 gelyncht door een menigte, daartoe aangezet door de Democratische gouverneur van Illinois Thomas Ford. Young had de Mormonen naar wat later Utah zou worden gebracht omdat gouverneur Ford hen begon uit te drijven met behulp van gewapende milities.
De Mormonen zouden nooit meer een grote fan zijn van de federale overheid. Ook door de rest van de Amerika werden en worden zij met een scheef oog bekeken. Mitt Romney, voormalig Republikeins presidentskandidaat, is een actief Mormoon en heeft een ietwat positiever beeld van de volgelingen van de LDS kunnen ophangen. Desondanks blijft het wantrouwen naar deze sekte/religie groot.
In 1910 breekt in Mexico een gewapende revolutie uit en moet Mormoon Abraham Bundy vluchten. Eerder in 1890 had hij zijn woonplaats in Beaver Dam Wash moeten ontvluchten door overstromingen. Aangekomen in Arizona stichtte hij het dorpje Mount Trumbull, dat door iedereen Bundyville werd genoemd. In de winter van 1936-1937 werd Bundyville drie maanden afgesneden van de buitenwereld. Vee stierf bij de honderden. De Bundy’s waren echter taai. Zoals typisch is voor Mormonen, hadden zij zeer grote gezinnen. Matriarch Chloe had op haar 63 jaar reeds 50 kleinkinderen en achterkleinkinderen, nadat zij zelf 14 kinderen op de wereld had gezet. Eén van haar dochters, Genieve, had 16 kinderen gebaard en had al haar tanden nog (wat bij zwangere vrouwen met gebrekkige medische bijstand wel eens een probleem kan zijn). Alle Bundy’s waren gezond, intelligent en aantrekkelijk volgens schrijfster Maurin Whipple. Geen enkele afwijking onder al die kinderen te bespeuren, een taaie familie. Zij waren veeboeren en tussen 1925 en 1940 hadden zij bijna 4.000 are in bezit. Met de opkomst van een regulering van graasrechten verkregen zij echter niet de nodige rechten op water in hun graaslanden. Opnieuw moesten Mormonen vertrekken omdat hun leven onmogelijk werd gemaakt door een Amerikaanse staat.
De Bundy’s trokken naar Bunkerville (Nevada) in de jaren 1950 en begonnen met het verkrijgen van 160 are land. Deze keer wel met genoeg waterrechten. Huidig patriarch van de familie, Cliven Bundy, had in 1997 waterrechten verkregen bij een dozijn putten voor 100 veestuks tegelijk, bij sommige 250. In de jaren ’60 waren echter reeds de eerste donderwolken verschenen. Openbare gronden werden omgevormd van gebied voor mijnbouw en veeteelt naar ecologische bescherming en publieke ontspanningsgebieden. Het Bureau of Land Management (BLM) zou voortaan belastingen heffen op het vee en jaarlijks aanpassingen van de aantallen vee in de kuddes eisen. Eind jaren ’70 werden de activiteiten van ranchers zoals de Bundy’s als niet-prioritair beschouwd. Het zorgde voor de zogenaamde Sagebrush Rebellion, een beweging die eiste dat federale gronden werden overgedragen naar staten. Cliven Bundy zou deze zaak hartstochtelijk steunen. In 1993 moest zijn graasvergunning voor de vierde keer hernieuwd worden. Opnieuw verlaagde het BLM het aantal toegestane kuddedieren en verhoogde het de bestaande graastaksen. Tevens waarschuwde het BLM dat er nog meer veranderingen op til waren omdat men besloot de woestijnschildpad te beschermen. In andere woorden: de kans was groot dat Cliven Bundy voor de tweede keer zou kunnen verkassen. Opnieuw door regulering van een Amerikaanse staat. Begrijpelijk dat de man, zowel uit eigen ervaring als de geschiedenis van zijn geloofsgemeenschap, hier meer in zag dan enkel bureaucraten aan het werk. Vanaf 1998 begon Cliven Bundy aan een reeks rechtszaken om dit te tegen te gaan. Sinds 1994 was hij, uit protest tegen het BLM, al gestopt met het betalen van graastaksen. De meest recente uitspraak op 9 juli 2013 (United States vs Cliven Bundy) stelde alvast dat het publieke belang gebaat was bij het tegenhouden van grazend vee op federaal land.