Met de lancering van het project om te komen tot een Aziatische Infrastructuur-Investeringsbank (AIIB), die een concurrent moet worden van bestaande instellingen als het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), heeft China de Verenigde Staten reeds uitgedaagd. Nu heeft de Volksrepubliek tevens te kennen gegeven de facturering van haar aardolieaankopen in Amerikaanse Dollars ter discussie te stellen.
Nog dit jaar wil het land aan de Shanghai International Energy Exchange (INE) de handel met oliecontracten op basis van de eigen munt, de Yuan (Renminbi), aanbieden. Tot nog toe gelden ‘Crude Brent’ voor Noordzeeolie en de Amerikaanse soort ‘Western Texas Intermediate’ (WTI) als referentiemerken voor de oliemarkt. Het Chinese voornemen is dus ook een uitdaging aan de beide standaarden die tot nog toe de wereldoliehandel domineren.
Eerdere pogingen om de Amerikaanse Dollar van zijn monopoliepositie bij de handel in aardolie af te helpen, hebben dikwijls drastische reacties van de Verenigde Staten uitgelokt. Eind 2000 had de Iraakse dictator Saddam Hoessein aangekondigd EU-landen olie voor Euro’s en niet meer voor Dollars te willen verkopen. Met de Amerikaanse invasie van Irak in 2003 was niet alleen het lot van Hoessein bezegeld, maar ook dat van het project ‘Euro’s voor olie’. Eveneens opvallend is het verloop in de tijd van de gebeurtenissen in Libië. Daar had Moeammar Khadaffi in 2011 aangekondigd Libië’s aardolie alleen nog voor Goud-Dinars te willen verkopen. Bovendien had Khadaffi de andere aardolie-exporterende landen in Afrika en de Arabische wereld opgeroepen zijn voorbeeld te volgen en aardolie alleen nog voor goud te leveren. Enkele maanden later speelde een militaire interventie door de Verenigde Staten en enkele andere NAVO-lidstaten een beslissende rol in de val van Khadaffi.
In het geval van China komt de poging om de Petrodollar concurrentie aan te doen echter niet van de aanbod- maar van de vraagzijde. Het rijk van het midden is de grootste energieverbruiker ter wereld en heeft de VS als grootste olie-importeur afgelost. Wat Peking in de kaart speelt, zijn de sancties van de VS en hun Europese bondgenoten tegen Rusland. Die hebben ertoe geleid dat Moskou en Peking de rijen sluiten. Reeds in mei van dit jaar werd Saoedi-Arabië als tot dan toe grootste olieleverancier van China afgelost door Rusland. Het Russische energiebedrijf Gazprom heeft reeds aangegeven akkoord te gaan met het afhandelen van zijn transacties met de Volksrepubliek in Chinese Yuan in plaats van Amerikaanse Dollars.
Dat de VS er veel aan gelegen is de rol van de Dollar in de oliehandel te verdedigen hoeft niet te verbazen. De status van de Dollar als mondiale reservemunt hangt immers in niet geringe mate samen met het feit dat aardolie overal ter wereld in Dollars betaald wordt. Een voor de VS aangenaam gevolg van de facturering in Dollars is de praxis van aardolieproducenten als Saoedi-Arabië om hun Dollarinkomsten uit de aardolie-export in Amerikaanse staatsobligaties te beleggen.
Intussen heeft de lage olieprijs er echter toe geleid dat dit terugvloeien van Dollars in toenemende mate niet meer functioneert. Diverse olieproducerende landen zijn namelijk begonnen Amerikaanse staatsobligaties van de hand te doen om te compenseren voor uitblijvende exportinkomsten. Dat ook de Chinezen intussen Amerikaanse staatsobligaties verkopen, legt verdere druk op de Amerikaanse betalingsbalans. Zo heeft China alleen in de maand augustus Amerikaanse staatsobligaties ter waarde van 93 miljard Dollar afgestoten.