De eurosceptische Socialisten (PSRM) hebben zondag de parlementsverkiezingen in Moldavië gewonnen met 20,7% van de stemmen en 25 van de 101 zetels. Het zal voor de Socialisten echter moeilijk zijn een meerderheid voor een regeringscoalitie te vinden. De regerende coalitie van de centrumrechtse Liberaal-Democraten (PLDM), de Liberalen en de sociaaldemocratische Democratische Partij behoudt namelijk ondanks fors stemmenverlies een meerderheid van de zetels.
Integratie met de Europese Unie en de relaties met Rusland waren een belangrijk thema in de verkiezingscampagne van het land dat aan vier kanten wordt ingesloten door EU-lid Roemenië enerzijds en het verscheurde Oekraïne anderzijds. In de afvallige regio Transnistrië werd niet gestemd. De drie regerende partijen van Moldavië gelden als de grootste protagonisten van Europese integratie, terwijl de oppositionele Communisten er niet afwijzend tegenover staan maar tegelijk goede banden met Rusland willen houden. De Communisten, die tot 2009 de macht hadden in Moldavië waren bij de vorige parlementsverkiezingen met 39,9% van de stemmen nog de grootste partij, maar werden zondag voorbijgestreefd door de nieuwe Socialisten, die uitgesproken eurosceptisch zijn. De Communisten behaalden nu nog maar 17,8%.
‘Vaderland’, een centrumrechtse eurosceptische partij die als concurrent van de eurofiele PLDM gezien werd, werd eind november van de verkiezingen uitgesloten, onder het voorwendsel dat ze buitenlandse financiële middelen aangenomen zou hebben. De partij stond de afgelopen maanden in de peilingen tussen de acht en tien procent van de stemmen. Doordat de uitsluiting van de partij zo kort voor de verkiezingen plaats vond, was er geen tijd om nieuwe stembiljetten te drukken. Daarom werd de partij op de biljetten van het stempel ‘teruggetrokken’ voorzien. Het ongebruikelijk grote aantal ongeldige stemmen – meer dan zes keer zo groot als in 2010 – suggereert dat veel mensen die op deze partij hadden willen stemmen alsnog dit vakje hebben aangekruist, waarmee hun stem ongeldig werd. Had Vaderland wel aan de verkiezingen deel kunnen nemen, had het politieke speelveld er nu heel anders uit gezien.
Diverse andere, min of meer eurokritische partijen, zoals de Communistische Hervormers, een anti-corruptiepartij en de christendemocraten, haalden de – van vier naar zes procent verhoogde – kiesdrempel niet.