Het oprichtingscongres van de Wit-Russische Christen-Democraten (BCD) heeft vandaag plaatsgevonden in het cultuurpaleis van de tractorfabriek in Minsk. De BCD meldt dat er in totaal 108 afgevaardigden uit Minsk en diverse regios hebben deelgenomen, meer dan 200 gasten waren aanwezig. Ondanks de weigering van visa voor diverse buitenlandse gasten waren er toch verschillende mensen uit Centraal en Oost Europa aanwezig.
Op het congres is de beslissing genomen om als partij slogan de leus: “De partij voor het volk met een Christelijk hart” te nemen. Co-Partijvoorzitter Vital Rymasheusky hield een emotionele rede waarin hij terugblikte op zijn kandidatuur in de presidentsverkiezingen en de gebeurtenissen die leidden tot de dramatisch verlopen demonstratie van 19 december 2010, die leidde tot de arrestatie van verschillende kopstukken van de Wit-Russische oppositie. Heel Europa heeft tijdens die avond de duistere kant van Loekasjenko’s regime gezien en alle twijfel over mogelijke intenties van hem is ondertussen weggenomen.
Rymasheusky vroeg de aanwezigen om geduld te hebben en zich voor te bereiden op nog zwaardere repressie in de komende jaren. Als belangrijk punt van zorg noemde hij de wet waarbij de oproerpolitie gerechtigd is om met scherp op ongewapende groepen demonstrerende mensen te schieten. Als belangrijkste taak van de BCD ziet hij in de huidige situatie het bestrijden van angst en haatgevoelens onder haar leden. Hij memoreerde dat wij in deze dagen de komst van Jezus Christus op aarde gedenken, die niet in de wereld gekomen is voor vrienden, maar voor vijanden. Het is onze taak als christenen om dit voorbeeld van oprechte opofferingsgezindheid van Christus over te nemen en ons blijvend te realiseren dat ook voor de grootste zondaren vergeving mogelijk is.
Na het congres heeft de partij een solidariteitsconcert met de politieke gevangenen van de BCD en andere oppositiepartijen georganiseerd.
De twee gearresteerde BCD leiders uit Brest-Litovsk, waarover door SGP, CU en PVV kamervragen gesteld, zijn ondertussen veroordeeld tot 5 dagen cel wegens de beschuldiging “vloeken op straat”, zodat ze niet hebben kunnen deelnemen aan het oprichtingscongres.