Afgelopen week publiceerde de Franse krant Le Monde een artikel waarbij deze het Syrische leger ridiculiseerde en het omschreef als een soort alawitisch – een der tientallen religieuze minderheden in het land – huurlingenleger dat militair amper iets voorstelt. Maar Le Monde is wat betreft de buitenlandse berichtgeving, en zeker Syrië, niet veel meer dan de spreekbuis van de Franse regering, of dat nu Nicolas Sarkozy, François Hollande of Emmanuel Macron is.
Onderhandelen
Ondertussen staat dit leger op het punt het land geheel te zuiveren van die dikwijls uit het buitenland afkomstige salafistische terreurgroepen. Zonder hulp van Hezbollah of de buitenlandse door Iran aangebrachte vrijwilligers viel het op 20 juni de door die jihadisten bezette delen van de provincies Daraa, Quneitra en Sweida aan. Met daarbij het zuidelijk stuk van de provinciehoofdstad Daraa, goed voor ongeveer 50%. Een stad met normaal tot 150.000 inwoners, voorsteden incluis.
Een goede twee weken later was het oostelijk deel van dit gebied praktisch geheel veroverd op die jihadisten. En daarbij dient men dan nog rekening te houden met het feit dat het grootste deel van de tijd verloren werd met onderhandelingen met die groepen in de hoop zoveel mogelijk bloedvergieten en vernielingen te vermijden.
Niet simpel want alhoewel al Qaida hier minder sterk staat dan in de noordelijke provincie Idlib, zorgde die ook hier voor veel problemen. Desondanks ging het Syrische leger als een mes door zachte boter door de verdedigingslinies van die terreurgroepen. Wat nog maar eens toont welke fantasierijke verhalen kranten als Le Monde publiceren.
Dorpsnotabelen die een overeenkomst met de regering wilden tekenen bekochten dat zeker in het begin van dit offensief en ervoor niet zelden met hun leven. Wat op dit ogenblik nog te veroveren is zijn twee gebieden pal aan de door Israël bezette Golanhoogvlakte. Een stuk ervan bezet door al Qaida en haar bondgenoten en een in handen van de groep Khalid ibn al Walid, een filiaal van ISIS.
Bij deze militaire operatie werden door het regeringsleger o.m. ook voorraden Franse telegeleide antitankraketten ontdekt alsmede Britse pantservoertuigen. Geen toeval want in 2003 gaf de EU de toelating aan haar lidstaten om officieel wapens te leveren aan wat men dan de gematigde (sic) rebellen noemde. Gematigde rebellen die nu deels zijn overgelopen naar Khalid ibn al Walid, de mannen van ISIS. Met hun Franse en Britse wapens.
Eigen boontjes doppen
Voor de Syrische en ook Jordaanse regering is dit een goede en vooral zeer belangrijke zaak. Vanaf nu immers kan de handel tussen Jordanië en Syrië weer op gang komen. De autoweg tussen de Jordaanse hoofdstad Amman en de Syrische steden Damascus, Homs en Hama kan aldus weer geopend worden. Een economisch zeer positieve ontwikkeling.
Vermoedelijk zal eind deze maand het hele gebied aan de Jordaanse en Israëlische grens weer geheel in handen van de Syrische regering komen. Waarna deze troepenmacht zich noordwaarts zal verplaatsen naar de provincie Idlib. De eerste berichten uit de Russische media en het Syrische leger wijzen in die richting. Maar dan is het vermoedelijk al september.
Noch de VS noch Israël lijken tegenwoordig enig bezwaar te maken tegen deze ontwikkeling in het zuiden van Syrië. Eerst klonk het in Washington dat er ernstige gevolgen voor Syrië zouden zijn als men dit gebied aan zou vallen.
De week nadien liet men echter al verstaan dat wat Washington betreft die jihadisten hun eigen boontjes moeten doppen. “Ze staan er alleen voor”, klonk het daar. De wispelturigheid van de VS bewijzend. Wat al jaren hier het geval is.
Het was het signaal voor Damascus om met de aanval te starten. En voor Israël, zoals men officieel verklaarde, is er geen enkel probleem dat het Syrische leger als enige de grens met de zionistische staat bewaakt.
Plots kan premier Benjamin Netanyahu er mee leven. Het was ooit anders. Zijn vermeende basiseis is dat er daar geen troepen van Hezbollah en Iran gestationeerd worden. Wat voor beiden geen probleem lijkt. Syrië heeft hen militair ook niet meer nodig.
Wat ook opviel en zorgde voor moeilijke onderhandelingen was dat men die jihadisten in ruil voor een overgave zoals elders geen busticket richting Idlib meer beloofde. “Men gaat dit gebied toch weldra aanvallen’’, klonk het hier en daar in Syrische regeringskringen.
Beslan
En dat men Idlib gaat aanvallen is logisch. Vooreerst is al Qaida daar de veruit sterkste partij, zijn er cellen van ISIS actief en, belangrijk, bevinden er zich grote aantallen vrijwilligers uit de vroegere Sovjet-Unie die onder de vlag van de Turkestan Islamic Party (TIP) in een vaste alliantie met al Qaida zitten. Waarbij die TIP recentelijk nog met enkele tientallen drones een serie mislukte aanvallen op de Russische luchtmachtbasis van Khmeimim uitvoerde.
En tussen de Russen en die TIP zijn er, waaronder voor de twee oorlogen voor de controle over Tsjetsjenië, nog een serie rekeningen die openstaan. Moskou is bijvoorbeeld zeker niet de gijzeling op 3 september 2004 van die lagere school in Beslan vergeten. Hierbij vielen er eventjes 783 gewonden en 334 doden waaronder 186 kinderen.
En het vernielen van die jihadisten is de voornaamste reden waarom Rusland in Syrië aan de kant van de Syrische regering staat. Verwacht dus een erg bloedig gevecht. Een symbolische mogelijk laatste veldslag van het Russische leger tegen die salafistische terreurgroepen. Hier zal veel bloed vloeien.
Koerden
Ook in de relatie van de Syrische regering met de Koerdische nationalisten van de YPG zijn er positieve ontwikkelingen. Zo voeren beiden nu onderhandelingen en volgens Syrische bronnen zou de YPG twee voorname eisen hebben, zijnde onderwijs in de eigen taal en een vertegenwoordiger op het ministerie van Olie. Een centenkwestie.
Gisteren lekte bij de YPG ook uit dat er met de regering een akkoord is om gezamenlijk de Tabqa-dam op de Eufraat te beheren. Die dam regelt het peil van de Eufraat, zorgt voor de irrigatie van die vallei en de energievoorziening van een groot deel van het land. Het is op dit vlak de belangrijkste installatie van het land.
Probleem is hier welke Koerdische taal men zou moeten onderwijzen. Er zijn er immers vier. En de vraag is of Damascus hiertoe wel bereid zal zijn. Die Koerdisch-nationalistische groepen krijgen immers steun van Israël en de VS en zowel in Iran, Irak, Syrië als Turkije is men radicaal tegen elke mogelijke stap richting een eigen staat gecontroleerd door die nationalisten.
Maar de YPG beseft nu ook wel dat de VS een totaal onbetrouwbare partner is en men nu eenmaal moet leven met de Syrische regering, een veel sterkere partij dan zij. Typerend is dat zij recent een district van de provinciehoofdplaats Hassaka overdroegen aan het Syrische leger die er al een deel van die stad met de centrale administratie nog steeds bezet.
Ook is men in het kader van wat de YPG het opkuisen van die zone noemt bezig met het verwijderen van de beeltenissen van Abdullah Ocalan, de leider van de Turkse PKK. Het was een basiseis van Damascus. Ook is er terug handel mogelijk over de Eufraat tussen het gebied van de Syrische regering en dat waar de VS met de YPG de baas is.
Donald Trump
Volgens berichten in de Russische media zou de kwestie Syrië trouwens centraal staan bij het gesprek van Vladimir Poetin en Donald Trump. Het lijkt er dan ook op dat de VS zich vrij snel uit Syrië gaan terugtrekken.
Trump stelde in het recente verleden trouwens herhaalde malen dat hij weg wil uit Syrië. Het is dan ook geen toeval dat Netanyahu recent nog maar eens voor een zoveelste maal bij Poetin op bezoek was. Of hij veel bekomen heeft is echter zeer twijfelachtig.
Voor Syrië is de oorlog alleszins een aflopende zaak. Van de beweringen van de door de staten van het Arabisch schiereiland, de VS of het Verenigd Koninkrijk betaalde ‘deskundigen’ over de snel te verwachten val van de Syrische regering blijft niets meer over.
Hetzelfde toen diezelfde ‘specialisten’ de bewering in 2016 van president Bashar al Assad over het geheel heroveren van zijn land weglachten. Als figuren als Jorn De Cock, Charles Lister, Eliot Higgins (Bellingcat), Hassan Hassan, Montasser Alde‘emeh of Koert Debeuf nu nog lachen dan is dat eerder groen. Maar ze zullen er zich wel uitpraten. Het zijn intellectuelen en hun bochtenwerk is beter dan dat van welke paling ook.