Denemarken overweegt een nieuwe wet in te voeren die het mogelijk maakt om de aanleg van de Nordstream-2-pijpleiding tegen te houden om politieke redenen. Het Deense parlement besprak donderdag een voorstel hiertoe.
Het gaat om de aanleg van een tweede pijpleiding over de bodem van de Oostzee, voor de export van Russisch aardgas naar Duitsland en West-Europa. Het plan voorziet in een pijpleiding die grotendeels door internationale wateren gaat, behalve bij het Deense eiland Bornholm.
Duitsland en West-Europa hebben belang bij de aanleg van de pijpleiding, omdat hiermee de afhankelijkheid van Oekraïne als doorvoerland verkleind wordt. Het politiek instabiele Oekraïne heeft in het verleden herhaaldelijk illegaal Russisch gas afgetapt, waardoor landen ten westen van Oekraïne te weinig gas ontvingen. De pijpleiding zou aangelegd worden door Gazprom in samenwerking met Duitse, Oostenrijkse, Nederlandse en Franse partners.
Denemarken heeft zelf geen strategisch belang bij het blokkeren van Nordstream 2, maar wordt al maanden onder druk gezet door diverse anti-Russische EU-lidstaten en de Verenigde Staten om de pijpleiding tegen te houden. Eerder moest de Deense regering echter constateren dat er op grond van bestaande wetgeving geen legitieme reden was om de aanleg van de pijpleiding tegen te houden, omdat de voorgenomen pijpleiding voldoet aan de Deense regelgeving.
Als het Deense parlement nu een wet aanneemt die het mogelijk maakt om op grond van andere overwegingen aanleg van de pijpleiding niet toe te staan, heeft de Deense regering een manier om tegemoet te komen aan de internationale druk.
Als de pijpleiding niet over Bornholm aangelegd kan worden, zou het theoretisch nog ten noorden of ten zuiden van het eiland kunnen. Dat alternatief wordt echter bemoeilijkt door het feit dat het om drukke scheepvaartroutes gaat. Polen en Zweden zouden zich waarschijnlijk ook in allerlei bochten wringen om een alternatieve route te dwarsbomen.