De veel bekritiseerde muur die de Amerikaanse president Donald Trump wil laten bouwen langs de Mexicaanse grens, moet ook het overslaan van de extreme criminaliteit uit het buurland verhinderen. Intussen gaat het er namelijk zelfs in de Irakese hoofdstad Bagdad veiliger aan toe dan in sommige delen van Mexico.
In de afgelopen maanden werden de Verenigde Mexicaanse Staten, zoals Mexico officieel heet, opgeschud door een ongekende golf van geweld. Sinds januari werden al meer dan 10.000 mensen vermoord (cijfers van de Consejo Ciudadano para la Seguridad Pública y la Justicia Pena), dat is dertig procent meer dan in het jaar daarvoor en bijna de helft van het aantal mensen dat in het zelfde tijdsbestek in Syrië om het leven kwam.
De oorzaken voor deze schokkende ontwikkeling, die zich op vergelijkbare wijze in andere Midden-Amerikaanse landen als Honduras en El Salvador voltrekt, zijn talrijk. Er is in de eerste plaats een zeer ongelijke verdeling van de rijkdom in combinatie met hoge jeugdwerkloosheid. Daarbij komt de grote beschikbaarheid van vuurwapens. Twee derde van de moorden in de Latijns-Amerikaanse staten worden met vuurwapens begaan, waarvan de meesten uit de Verenigde Staten stammen. Met de bouw van een muur langs de grens tussen de VS en Mexico zouden wapens minder gemakkelijk illegaal hun weg naar Mexico vinden.
Een andere belangrijke oorzaak is het inefficiënte strafvervolgingssysteem. Dat stimuleert de criminaliteit omdat daders een gerede kans hebben er mee weg te komen. Zo belandt momenteel nog niet eens een op de vijf moordenaars in de gevangenis.
De hoofdverantwoordelijke voor de geweldsuitbarstingen zijn de drugskartels, ook wel narco’s genoemd. Intussen treden politie en leger weliswaar zeer consequent tegen deze kartels op, zodat in Mexico sinds 2012 107 van de 122 meest gezochte maffiabazen uitgeschakeld konden worden, maar de veiligheidssituatie is er allerminst door verbeterd. Het tegendeel is eerder het geval. Door het wegvallen van de leiders ontstond een machtsvacuüm in het leiderschap van de georganiseerde misdaad, wat leidde tot verbitterde opvolgingsstrijd.
In Mexico woedt momenteel met name een strijd tussen het gevestigde Sinaloa-kartel en het Cártel de Jalisco Nueva Generación alsmede diverse kleinere groeperingen, die ook een stuk van de koek willen bemachtigen. Deze versplintering van de scène als gevolg van de succesvolle arrestaties tot nu toe brengt de Mexicaanse staatsmacht momenteel aan de randen van zijn capaciteiten, temeer daar de narco’s toenemend met de georganiseerde misdaad in Azië samenwerken.
Bovendien is er dan nog de alomtegenwoordige corruptie. De kartels, die jaarlijks honderden miljarden omzetten, hebben talrijke politici en functionarissen van het Openbaar Ministerie en de politie op hun loonlijst staan. Zodoende blijft de meest effectieve stap tegen de misdaadsyndicaten ook uit, namelijk de consequente vernietiging van hun financiële en logistieke structuren.
Om deze reden kan het kankergezwel van de gewelddadige misdaad zich steeds verder uitbreiden. In Mexico heeft het sinds het begin van dit jaar in het bijzonder het tot nog toe als relatief rustig geldende schiereiland Yucatán, met zijn vele geliefde toeristische bestemmingen, in de greep gekregen. In 2016 vierden daar nog tien miljoen gasten uit de hele wereld hun vakantie, wat het land inkomsten ter hoogte van zes miljard Amerikaanse dollars opleverde. Ook dat staat op het spel wanneer de drugsoorlog nu ook in de regio tussen Cancún en de Maya-ruïnes van Chichén Itzá escaleert.
Acapulco verzinkt in anarchie
In de badplaats Acapulco, aan de Pacifische kust, is de zaak al geëscaleerd. Acapulco was ooit een hoogst mondaine ontmoetingsplaats voor de rijken en schonen van de wereld. Brigitte Bardot, Frank Sinatra en de Kennedy’s brachten er graag tijd door. Ook werd de stad in talrijke liederen bezongen en werden er zo’n 250 speelfilms opgenomen.
Vandaag de dag is de vroegere vakantiemetropool de gemeente met het hoogste aantal moordgevallen van heel Mexico, hoewel er inmiddels al 13.000 mariniers en andere soldaten en 6.000 federale politieagenten door de straten patrouilleren.
Achtergrond van deze ontwikkeling is de bloedige machtsstrijd tussen zo’n vijftig drugskartels, waaronder de bijzonder gewelddadige groeperingen La Barredora en Cida. Alleen al in 2015 sneuvelden vijf lokale politiechefs in deze strijd, alle vijf stonden op de loonlijst van verschillende elkaar bestrijdende misdaadsyndicaten. Daarnaast hebben ook de geldafpersingen een ondraaglijke omvang aangenomen.
Een en ander is vanzelfsprekend zeer schadelijk voor de zaken van de toeristische sector. Zodoende heeft Acapulco sinds 2007 rond de tachtig procent aan gasten ingeboet – intussen komen er bijna uitsluitend nog binnenlandse vakantiegasten uit de 300 kilometer verderop gelegen hoofdstad Mexico-stad. Deze clientèle blijft echter gemiddeld maar een dag of drie. Ten gevolge van de terugloop zijn inmiddels meer dan 600 zaken opgedoekt, restaurants, hotels, boetieks en wat dies meer zij. Ook leggen er nauwelijks nog cruiseschepen in de haven van de oude binnenstad aan, ook het aantal directe internationale lijnvluchten naar Acapulco verminderde drastisch.
De uit de uitdijende criminaliteit voortvloeiende economische misère leidde al in 2012 tot een praktisch bankroet van de stad. Sindsdien blijven zelfs de meest dringende investeringen in de infrastructuur uit. Daarmee verloor Acapulco de laatste rest aan glamour en verzonk in complete anarchie.