“Het behandelen van de psychologische verwarring ten gevolge van een geslachtsidentiteitsstoornis met hormonen of geslachtsveranderende chirurgie is als anorexia behandelen met liposuctie,” aldus Paul McHugh. McHugh was voor 26 jaar hoofd-psychiater van het Johns Hopkins Ziekenhuis in Baltimore. Dat ziekenhuis werd wereldberoemd omdat het als eerste begon met geslachtsveranderende ingrepen, maar stopte daarmee in de zeventig jaren nadat onderzoek uitwees dat de geestelijke toestand van patiënten er niet beter door werd.
Transgenderisme is het nieuwste speerpunt van de LHBTQI-beweging, een beweging die als “een culturele tsunami” de westerse wereld overspoelt, schrijft Katherine Kersten in het decembernummer van het Amerikaanse maandblad First Things. Acht jaar Obama heeft de beweging vleugels gegeven. Ze schrikt er tegenwoordig niet voor terug om iconen van de burgerrechtenbeweging uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw in te zetten voor haar doelen. ‘Wees de Rosa Parks van jouw school en kom uit de kast als transgender’ luidt de leuze van een actiegroep in Minnesota. Actiegroepen in deze staat wisten een uitmuntende en zeer goed aangeschreven lagere school in St. Paul, de hoofdstad van de staat, naar de rand van de afgrond te brengen. De activisten steunden de ouders van een vijf jaar oud kind dat de kleuterschool van Nova Classical Academy, de school in kwestie, volgde. Zij hadden aan de schoolleiding gevraagd om voorzieningen te treffen voor hun zoontje “die van meisjesspullen houdt”. De directie van Nova besloot daarop het lesprogramma aan te passen en kinderen – tussen 6 en 10 jaar – te leren “over hoe mooi het is jezelf te zijn”. Het voorstel verdeelde de ouders en onderwijzers in twee kampen. Voorlichtingsbijeenkomsten en ouderavonden werden geïnfiltreerd door LHBT-activisten, die met steun van juristen al snel de tegenstanders van het wijzigen van het lesprogramma wegzetten als intolerant. “We werden belachelijk gemaakt, bespot en beschuldigd als haatdragend en onwetend,” zegt een van de ouders tegen Kersten. Een beroep op vrije meningsuiting werd afgewezen omdat het zou leiden tot een “vijandig klimaat”. De tegenstanders moesten onder politiebewaking bijeenkomen. Bestuursleden van de school werd geadviseerd deze bijeenkomsten niet te bezoeken omdat hun aanwezigheid zou neerkomen op ‘pesterij’. Toen uiteindelijk de school, ondanks protesten, hun gender-neutraal beleid doorzette – inclusief de Orwelliaanse taalverandering – haalden de ouders van het kind dat de aanleiding voor dit alles vormde hem van school! Reden? De school had hun ‘dochter’ (sic) het recht ontzegd om op een “veilige en tijdige wijze een gender-verandering mogelijk te maken”. Bovendien had de school ouders de keuze gegeven om hun kinderen geen lessen te laten volgen die transgender-onderwerpen behandelen. Als klap op de vuurpijl dienden de ouders van de kleuter een officiële klacht in bij het Departement van Mensenrechten van de gemeente.
Het voorbeeld van de Nova basisschool in St. Paul laat zien hoe fanatiek, intolerant en totalitair de genderbeweging is. Of het nu gaat om het homohuwelijk, transgender-toiletten, of gender-onderwijs, de activisten dulden geen tegenspraak en snoeren andersdenkenden de mond. Vrijheid van meningsuiting en geweten bestaat voor hen niet. Ze leven in een fantasiewereld, waarin de realiteit er niet meer toe doet, schrijft Kersten. Ze vergelijkt het met het klassieke gnostieke denken, waarbinnen de fysieke werkelijkheid verworpen werd als iets slechts. Het ontkent de natuur, de menselijke wil en het gezond verstand. Kersten citeert de filosoof Eric Voegelin, die zei dat “in de gnostieke droomwereld het niet-erkennen van de werkelijkheid het eerste principe is”.
Terwijl de wetenschap heel duidelijk is. Iedere menselijke cel bepaalt of een individu man of vrouw is: voor de eerste het XY-chromosoom, voor de laatste het XX-chromosoom. Mannelijk of vrouwelijk wordt anatomisch na de conceptie bepaald en bevestigd in de geboorte. Professor McHugh schrijft: “In zoogdieren zoals mensen zorgt de vrouw voor het nageslacht en de man voor de bevruchting. Er is geen andere biologische classificatie voor de geslachten mogelijk.” De enorme aandacht voor transgenderisme onder jongeren heeft te maken met de crisis in het welzijn van jongeren. Zij hebben te maken met angst- en gedragsstoornissen, onzerheid, depressie, alcohol misbruik, en zelfmoordfantasieën. Het verdwijnen van gezinnen en andere sociale instellingen verzwakt de moraal en het gedrag van jongeren. Het ontbreekt hen simpelweg aan veiligheid, stabiliteit en toekomstdoelen. Bovendien leven ze tegenwoordig in een van seks doordrenkte maatschappij. De muziek- en filmindustrie en de sociale media bombarderen kinderen continue met suggestieve en verleidelijke beelden. Steeds meer jongeren krijgen het idee dat ze ‘vastzitten’ in hun lichaam. Volgens McHugh heeft transgenderisme onder jongeren een cultstatus. Maar in plaats van hun ontwikkeling af te wachten en jongeren therapie aan te bieden, moet nu alles wijken voor de grillen van ‘jongens die denken dat ze een meisje zijn’ en vice versa. Met als gevolg dat er dure medische behandelingen volgen, operaties en een leven lang slikken van medicijnen, met alle risico’s van dien.
Wetenschappers die hier kritiek op hebben of kanttekeningen bij plaatsen houden hun mond. Uit angst hun baan te verliezen of geen subsidie meer te ontvangen. Kersten haalt het voorbeeld aan van dokter Kenneth Zucker, een van meest vooraanstaande wetenschappers op het gebied van genderidentiteit bij kinderen. Hij vond dat kinderen met geslachtsidentiteitsstoornissen het beste geholpen zijn met therapie. In 2015 verloor Zucker onder druk van genderactivisten zijn baan.
Nederland is koploper als het gaat om LHBT-kwesties. Protocollen, behandelmethodes en visies die hier bedacht en ingezet worden, vinden navolging in het buitenland. Toch zal de transgenderbeweging tegen haar eigen grenzen aanlopen, voorspelt Kersten. Simpelweg omdat ze de werkelijkheid niet onder ogen wil zien. Wat als iemand met een genderidentiteitsstoornis zichzelf typeert als persoon met een handicap en een beroep gaat doen op voorzieningen en financiële tegemoetkomingen hiervoor? Wat als een blanke middenstander zichzelf als zwart verklaart en steun vraagt op grond van subsidies voor minderheden? Wat als een veertig jarige vrouw zichzelf beschouwt als 65+ en aanspraak wil maken op AOW? Hoe gaat de overheid hier dan mee om? Want op basis van wat kunnen zij deze mensen hun rechten ontzeggen? In een fantasiewereld is namelijk alles mogelijk.