Gisteravond werd bij de VPRO de documentaire van Wilfred de Bruijn over de Franse presidentsverkiezingen uitgezonden. Twee memorabele momenten in deze extra lange verkiezingsspecial: de kapster uit Ivoorkust die actief is in het Front National, tot hoorbare ontzetting van de documentairemaker, en de oud-communist die Le Pen steunt:
“Meneer, mijn ouders waren actief in het communistische verzet. Zij vluchten uit het Noorden naar Parijs om daar onder te duiken. Maar na de oorlog gingen ze weer terug. Denkt u dat al die vluchtelingen weer terug gaan?”
Maar het meest opmerkelijk was de algehele verbijstering van de programmamaker over al die arbeiders die op het Front National stemmen. “Hoe kunnen al die mensen die vroeger op arbeiderspartijen stemden nu kiezen voor het Front National?” “Maar meneer, het FN is de arbeiderspartij!”
De uitzending maakte scherp duidelijk in welke bubbel mensen als De Bruijn (en met hem Macron e.a.) leven. Het D66-wereldbeeld van open grenzen, een flexibele economie en dito banen, groene lastenverzwaring, een therapeutische oplossing voor politieke conflicten en vooral een niet-materiële politieke agenda van euthanasie, abortus, homohuwelijk en voltooid leven.
De maatschappelijke toplaag versus het volk, de gediplomeerden versus de schoolverlaters, de exotische cuisine-liefhebbers versus de streekpot. Best nog mogelijk dat al deze arbeiders, gecombineerd met een gemobiliseerde katholieke beweging, Le Pen naar het Élysée brengen.