Benoît Hamon heeft tegen de verwachting in de eerste ronde van de voorverkiezingen voor de presidentskandidaat van de Franse Parti Socialiste gewonnen.
Hamon behaalde 36 procent van de stemmen en liet daarmee zowel Manuel Valls (31 procent) als Arnaud Montebourg (17 procent). Hamon, die als vertegenwoordiger van de linkervleugel van de partij gezien wordt, mag het in de tweede ronde tegen de huidige premier Manuel Valls opnemen, die juist meer een ‘new labour’-imago heeft.
De in de eerste ronde uitgeschakelde oud-minister van Economische Zaken Montebourg sprak na zijn verlies zijn steun uit voor Hamon, die zodoende goede kans maakt om de uiteindelijke kandidaat van de PS in de presidentsverkiezingen te worden. De peilingen wijzen er echter al enige tijd op dat de kandidaat van de PS, ongeacht wie van de drie het zou worden, geen kans maakt om door te gaan naar de tweede ronde.
Toch is het van belang wie de PS-kandidaat wordt, omdat dit van invloed kan zijn op de kansen van andere kandidaten. Zo zou de links-liberale onafhankelijke kandidaat Emmanuel Macron in de eerste ronde meer stemmen kunnen trekken als zijn directe concurrent ter linker zijde een socialist is in plaats van een andere links-liberaal.
Als Hamon en niet Valls de presidentskandidaat van de PS wordt, verbetert dat met andere woorden de kansen van Macron om door te gaan naar de tweede ronde. Daarvoor zou Macron de centrumrechtse oud-premier François Fillon voorbij moeten streven, om het vervolgens in de tweede ronde tegen Marine Le Pen van het Front National op te nemen.
Valls heeft het nadeel dat hij de zittende premier is en dus met de opgebrande zittende president François Hollande geassocieerd wordt. Hamon wordt binnen de partij daarentegen als een frisse wind gezien, ook al omdat hij een linkser geluid laat horen. De bekendheid van Hamon onder de kiezers in het algemeen is echter geringer dan die van Valls.