Gelijk met de wisseling van de wacht in het Witte Huis brengt de Amerikaanse filmindustrie een hommage aan Jackie Kennedy op het witte doek. Het gekozen tijdstip voor de lancering van de film is vanzelfsprekend geen toeval. Zou Hillary Clinton, zoals men in Hollywood verwachtte, de presidentsverkiezingen gewonnen, dan had de boodschap geluid: De nieuwe Amerikaanse president kan aanknopen aan een grootse traditie. Met Jackie Kennedy was er al eens een geweldige, moedige Democraten-vrouw in het Witte Huis. En nu dan eindelijk één als president in plaats van first lady.
Zoals bekend liep het in werkelijkheid anders. De Republikeinse kandidaat won de verkiezingen en zelfs tegenstanders van Trump moeten bij evaluatie van de campagne toegeven dat Hillary Clinton haast perfect beantwoord aan Trumps clichébeeld van het politieke establishment. Na de nederlaag van Clinton kan de film echter ten minste nog als balsem voor gekwetste Democraten-zieltjes dienen, met als boodschap: Niet alle Democraten-dynastieën werden gefnuikt door affaires en schandalen.
Jackie wordt in de gelijknamige speelfilm zacht gezegd welwillend neergezet. Van de hoofdrolspeelsters, de uit Star Wars en Black Swan bekende Natalie Portman, heette het in de Amerikaanse media weliswaar dat ze een treffende gelijkenis met Jackie Kennedy vertoont, maar dat geldt hooguit oppervlakkig. Portmans trekken zijn veel lieflijker. Maar dat past goed in de strategie van de film, waarin Jackie Kennedy als zachte, kwetsbare en door twijfel aan zichzelf geplaagde vrouw voorgesteld wordt.
Het andere beeld van de koude, berekenende vrouw die met de emoties van het volk speelt, moet duidelijk ontkracht worden. Zo komt de beroemde aan deze verdenking voeding gevende scene, waarin John F. Kennedy junior voor de kist van zijn vader salueert in de film niet voor. In plaats daarvan wordt daarentegen Jackie Kennedy geschilderd als een vrouw die de massa’s werkelijk liefhad, een hoogst emotionele vrouw die uit plichtsbetrachting haar gevoelens ten minste ten dele voor het publiek verbergt.
Dat Jackie Kennedy als geen presidentsvrouw voor haar op haar effect in de publieke waarneming bedacht was, wordt in de film niet geloochend, maar zelfs dat wordt positief gepresenteerd. Zo ontvangt Jackie Kennedy als first lady de televisie in haar Witte Huis en krijgt van tevoren door een adviseuse ingeprent wat ze moet zeggen. Tijdens haar optreden voor de camera werpt ze vervolgens dermate verlegen, bevestiging zoekende blikken naar haar adviseuse, dat je er als kijker bijna van zou gaan blozen.
Zo meisjesachtig zullen echter maar weinigen de werkelijke Jackie Kennedy in herinnering dragen. Alle acteurs in de film zijn trouwens erg goed, vooral de Kennedys. Uitzondering daarop is eigenlijk alleen John F. Kennedys opvolger als president, Lyndon B. Johnson.
De eigenlijke handeling van de film bestaat erin dat een journalist, Theodore H. White van het inmiddels door Time opgekochte Life magazine, Jackie Kennedy een week na de moordaanslag op haar man bezoekt in de zomerresidentie van haar familie en haar interviewt. De journalist komt met een taxi, van begin af aan is de kraag van zijn overhemd open en zijn stropdas een weinig los gemaakt. Wanneer de rouwende weduwe iets zegt wat hem onvrijwillig amuseert, onderdrukt hij zijn geamuseerdheid nauwelijks.
Jackie Kennedy doet in hoogst eigen persoon de deur voor de journalist open, personeel is geen velden of wegen te bekennen. Deze enscenering werkt nou niet bepaald geloofwaardig, maar moet kennelijk de indruk wekken van een egalitaire sfeer scheppen waarin een openhartig en eerlijk gesprek plaats vindt. Zodoende laten de filmmakers Jackie Kennedy de journalist ook vermanen dat hij niet alles op mag schrijven wat ze hem nu gaat vertellen.
De hele film had een relatief goedkoop twee-personen-stuk kunnen worden, als er niet een hele reeks veel uitbundigere en actierijkere flashbacks in zaten, die strekken van de aankomst van het presidentiële paar in Dallas tot aan de pompeuze rouwdienst voor de door Peter Sarsgaard gespeelde John F. Kennedy. De flashbacks zijn eigenlijk de krenten in de pap die gevormd wordt door de raamvertelling van het interview.
Behandeld wordt kortom een weliswaar klein, maar niettemin interessant stuk van de Amerikaanse politieke geschiedenis. De manier waarop dit gepresenteerd wordt vraagt wel enig geduld van de kijker en is naar Europese smaak wel erg pathetisch. Dat uit zich in emotioneel geladen dialogen en gedeeltes met close-ups en theatrale achtergrondmuziek. Als men nu wist dat het gepresenteerde authentiek was, kon de kijker zich er tenminste nog mee troosten er iets van op te steken. Maar in de voorstelling van hoe bijvoorbeeld Jackie Kennedy haar met bloed besmeurde jurk uittrekt na de aanslag, of van haar privégesprekken met haar zwager Robert of met haar pastoor, hebben de makers van de film zich erg veel artistieke vrijheid gepermitteerd.
Tegen het einde van de 100 minuten durende film komt het tot zo’n accumulatie van pathetische scènes, dat men als kijker na iedere scène vermoedt dat deze wel het einde van de film zal markeren, om vervolgens verrast te worden door een scène die dit in pathetiek nog weer moet overtreffen. Deze film zal ongetwijfeld de nodige kijkers trekken, maar andere films die in het Witte Huis spelen hebben voor de kijker dikwijls het voordeel meer feiten en minder verheerlijking te bieden.