OEKRAÏNE EN ONZE VERZUURDE RELATIE MET RUSLAND: Een verkenning in 28 ingezonden stukken en essays
Bij stralend zomerweer word ik achteropgereden door een stralend witte Mercedes met groot licht; dat soort veiligheidsgelovigen, u kent ze. U kunt ze negeren tot u beseft dat hun soort in Europa de dienst uitmaakt en op zekere onwelkome dag u komt verplichten mee te gaan in hun geloof: Veiligheid vóór alles. Vanuit dat oogpunt is het perfect te verdedigen elk van ons te verplichten buitenshuis een valhelm te dragen. En waarom niet ook binnenshuis? De EU ontwikkelt Europese veiligheidsnormen. De EU neemt ons monetair beleid over. De EU bepaalt in essentie ons financieel beleid. Onze grenzen mogen wij niet meer bewaken. Ook ons buitenlands beleid wordt steeds meer gedirigeerd vanuit Brussel:
Justitie in Oekraïne doet onderzoek naar de betrokkenheid van Akzo Nobel (’s werelds eerste verfspecialist) en Mammoet (‘global market leader in engineered heavy lifting and transport’) bij de bouw van de omstreden brug tussen het Taman schiereiland en de Krim (diverse dagbladen, 7.7.2018). Het Nederlands OM liet in mei 2017 al weten onderzoek te doen naar de betrokkenheid van zeven Nederlandse bedrijven bij de bouw van die 18 km lange dubbele brug (meer dan half zo lang als de Afsluitdijk) die het oostpunt van het Krimschiereiland nu direct verbindt met Rusland. Een staaltje van technisch kunnen dat op 15 mei jl. werd bekroond met de feestelijke opening door Poetin zelf. Oekraïne maar ook de EU, spreken nu van een illegale brug naar een geannexeerd deel van Oekraïne: een publiek werk dat integraal valt onder de sancties waarmee de EU die annexatie heeft bestraft.
Brussel heeft dat sanctiebeleid tegen Rusland ingesteld nadat in 2014, kort na de door de EU gesteunde staatsgreep in Kiev waarbij de pro-Russische president Janoekovitsj werd verjaagd, een ruime meerderheid van de bevolking van het schiereiland de Krim bij referendum besloot zich los te maken van Oekraïne en Rusland te verzoeken een aansluiting toe te staan. De ‘autonome regio’ de Krim was in 1954 zonder referendum door Chroesjtsjov, naar verluid in een dronken bui, aan de SSR Oekraïne geschonken; in feite een overdracht van een autonome regio van de ene naar een andere (soort van) provincie. Al in 1991, kort na de ineenstorting van de Sovjetunie, nam de Krimbevolking een referendumbesluit tot aansluiting bij Rusland. Dat besluit werd echter destijds door Rusland niet gesteund en door Oekraïne geannuleerd. Dat Rusland in 2014 wel bewilligde in zo’n verzoek verbaasde niemand. Sinds Oekraïne koos voor nauwe samenwerking met de EU waarmee ook de optie voor het NATO-lidmaatschap reëel werd, was de bestendigheid van Ruslands marinebasis in Sebastopol, het hoofdkwartier van Ruslands Zwarte-zeevloot, niet langer gegarandeerd. Dat Rusland ervoor zorgde dat het referendum kon worden gehouden zonder militaire inmenging van Kiev lag in de lijn der verwachting. Maar dat de Russische meerderheid van de Krimbevolking het opgedrongen staatsverband met Oekraïne hoe dan ook wilde verbreken wordt door niemand ontkend. De bezwaren tegen die afscheiding zijn dan ook van strikt formalistisch juridische aard en komen er in feite op neer dat de Krimbevolking niet het recht had om te beslissen over de eigen toekomst. Er werd een beroep gedaan op het verdrag van Helsinki (1975) dat in de koude oorlog de onaantastbaarheid van door Oost en West erkende landsgrenzen garandeerde en zo in belangrijke mate bijdroeg aan het voorkomen van een hete oorlog. Sinds het einde van de koude oorlog zijn echter in het Europese theater als ook in de voormalige Sovjetunie een groot aantal nieuwe staten gesticht en navenant grenzen geherwaardeerd. Dat Kosovo losgemaakt kon/moest worden van Servië kan worden verdedigd maar ook betwist. Dat de Krim Oekraïens moest blijven en dat ‘de jure’ nog steeds is (het EU-standpunt) kan eveneens worden verdedigd maar ook betwist. Dat de EU voor Kosovo de afscheiding van Servië heeft erkend en mede gefaciliteerd maar voor de Krim de afscheiding van Oekraïne afwijst is echter een combinatie van keuzes die niet te verdedigen valt, een ‘they want to have their cake and eat it’ standpunt.
Ontwijk de censuur en blijf in contact! Schrijf u nu in voor de nieuwsbrief van de Blauwe Tijger!
“Met de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van de Servische provincie Kosovo in 2008 is geen enkele regel van het volkenrecht geschonden.” aldus (samengevat) het Internationaal Gerechtshof (uitspraak 22 juli 2010). Ettelijke staten, waaronder natuurlijk Servië maar ook Rusland, waren mordicus tegen maar de EU, de NATO en de VS waren voor en dat besliste het pleit. De casus de Krim gaf ons in 2014 een perfect spiegelbeeldige herhaling van zetten: Rusland en bondgenoten vóór; EU, NATO en VS tegen. Dupliciteit is de moeder van de diplomatie. Een Merkel die dreigt weg te blijven van de G8 als de bevolking van de Krim de gelegenheid krijgt per referendum over haar eigen toekomst te beslissen! De geloofwaardigheid heeft het nakijken.
Het gebeuren op de Krim past in een lange volkenrechtelijke traditie: Kosovo natuurlijk, maar ook de voormalige Joegoslavische deelrepublieken, Tsjechië/Slowakije, Moldavië/Transnistrië, alle nieuwe staten en ‘substaten’ in de Kaukasus en ten oosten van de Kaspische zee, Oost-Timor, Bangladesh, de opdeling van Brits-Indië in India en Pakistan (wie gedenkt nog de miljoenen slachtoffers van de gedwongen volksverhuizingen?), Ierland, de opdeling van de Habsburgse Dubbelmonarchie in natiestaten na WO I, enzovoorts , enzovoorts, terug in de geschiedenis, inclusief België/Nederland, tot de allereerste staatsvormen. Tot de eerste wereldoorlog was verovering met al dan niet gewelddadige afsplitsing of samenvoeging van staten, een van voor de Bijbelse tijden geaccepteerde praktijk. Het was een Franse diplomaat in 1918 die zijn verbazing uitsprak over het idealisme van die Amerikaanse president (Woodrow Wilson) die meende dat aan elk volk (in de praktijk kwam dat neer op elke taalgemeenschap) een onvervreemdbaar recht op een eigen onafhankelijk grondgebied toekwam. ‘Wie had ooit van zo’n dwaas idee gehoord? Gelukkig zou de fall-out van Wilsons idealisme beperkt blijven tot Oost-Europa’. Sindsdien is echter de atlas bijna onherkenbaar veranderd en een stabiele eindsituatie lijkt buiten bereik van de geschiedenis. Wat echter Oekraïne en de Krim aangaat: Territoriale integriteit is hooguit een waarborg tegen aanvallen van buitenaf maar nooit tegen separatisme van binnenuit, was dat wel zo dan hadden de Schotse en Catalaanse nationalisten a priori geen been om op te staan. En overigens, territoriale ambities passen de EU niet en behoren door onze eigen regering niet te worden gesteund laat staan overgenomen. De EU is niet opgericht met een imperialistisch oogmerk.
(Verzonden aan Tom Zwitser 11.07.2018 als kopij voor zijn glossy EPOQUE; in geredigeerde vorm geplaats in EPOQUE 1, september 2018)