Een Messias is eerst en vooral de schepping van zijn volgelingen. Zo ergens dan wel in het geval De Kom. Niet zijn verrichtingen maar het geloof van zijn aanhangers geven deze Messias zijn status: Een werkloze Surinamer die onderhouden werd door zijn kostwinnares (de door zijn volgelingen geïgnoreerde blanke echtgenote; ‘witte’ zou hij afgewezen hebben en terecht). Die bekend is om één boek, “Wij Slaven van Suriname”, waarvan zijn vriend Jef Last zei dat eigenlijk hij de auteur daarvan was. Die mislukte als free lance sociaal raadsman en organisator van massademonstraties. Die lijder was aan psychische depressies en tijdelijk opgenomen werd in een psychiatrisch kliniek. Die in de oorlog werd gearresteerd bij het rondbrengen van illegale bladen, werd veroordeeld en is omgekomen in een van de KZ-epidemieën.
Het vervolg is een bijna magische manipulatie van de geschiedenis: Die de status verkreeg van spiritueel vader des vaderlands van Suriname, naamgever werd van de enige universiteit van dat land, en aan wie nu een ereplaats is toegekend in de Canon der Nederlandse Geschiedenis. Een wederkomst op de wolken wordt helaas niet verwacht. Heel politiek correct Nederland heeft nu een nieuw focus voor de herschrijving van haar historie: “Wij Slavenmeesters van Suriname”.