2019 zal geen vrede brengen in Syrië

door | 14 januari 2019

De maand december staat alom bekend als een periode van verrassingen en surprises en dat gold afgelopen maand zeker voor Syrië. De eerste verrassing kwam afgelopen 19 december uit Washington, waar president Trump vrolijk twitterde dat hij de in Syrië gestationeerde Amerikaanse militairen zou weghalen. Nauwelijks een week later zorgde Israël op 25 december voor een kerstsurprise door vanuit het Libanese luchtruim raketten af te vuren op doelen in de Syrische hoofdstad Damascus. Twee ontwikkelingen die in Syrië het nodige vuurwerk beloven voor het nieuwe jaar 2019.

Het besluit van Trump kwam voor objectieve kenners van de situatie niet echt als een verrassing. De Amerikaanse president had bij eerdere gelegenheden reeds aangegeven dat hij wars was van een langdurige militaire betrokkenheid bij de oorlog in Syrië. Trump kan in vele opzichten een ongeleid projectiel worden genoemd, maar hij is een expert in het aanvoelen van de ‘mood’ van de Amerikaanse kiezers. Het Amerikaanse publiek, dat in meerderheid waarschijnlijk niet eens Syrië op een kaart zou kunnen aanwijzen, is oorlogsmoe.

Trump speelde daar handig op in. En het geeft te denken dat na zijn besluit in het vrijwel voltallige Amerikaanse politieke en media-establishment een soort van collectieve hysterie uitbarstte. Uit protest diende zijn minister van Defensie James Mattis onmiddellijk zijn ontslag in. Trump werd echter de zondebok van de rampzalige Syrië-strategie van het Westen, dat er in het Midden-Oosten vaak bedenkelijke bondgenoten op nahield die de westerse politiek richting Syrië aanstuurden.

Dubbele pech

Syrië had de dubbele pech dat het sinds de Koude Oorlog tot het Russische kamp behoorde ėn een president had die in religieus opzicht tot de alawitische minderheid behoorde. Voor soennitische landen als Turkije en Saoedi-Arabië vormde de Syrische oorlog daarom een dankbare aanleiding om in Damascus eveneens een soennitisch regime te installeren. Het Westen voelde er wel voor om het pro-Russische regime in Syrië te wippen en herhaalde daarom het desastreuze scenario dat na 1979 in Afghanistan was toegepast.

Radicale islamitische milities werden gesteund en bewapend om al-Assad te verdrijven. In Afghanistan leidde dat indertijd tot de oprichting van al-Qaida. In Syrië kwam hieruit de Islamitische Staat (IS) voort. Om dit globale gevaar te elimineren werden in Syrië de Koerden ingezet, wat onder meer NAVO-bondgenoot Turkije in Russische armen dreef. Te midden van deze chaos ontwikkelde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo in de zomer van 2018 een nieuw Syrië-beleid. De Amerikanen zouden in dit land blijven totdat de laatste Iraanse milities Syrië hadden verlaten. Het idee dat 2000 Amerikaanse soldaten de naar schatting 80.000 man sterke Iraanse milities zouden kunnen dwingen om uit Syrië te vertrekken was vanaf het begin volslagen onrealistisch geweest.

Dwarsbomen van Rusland en Iran

Het Amerikaanse vertrek uit Syrië werd vrijwel over de gehele linie omschreven als een overwinning voor Iran en Rusland. Maar sinds de Russische militaire interventie in Syrië stond het reeds vast dat deze beide landen als overwinnaars uit de bus zouden komen. In tegenstelling tot het Westen hadden Moskou en Teheran namelijk vitale belangen in Syrië die ze bereid waren desnoods gewapenderhand te verdedigen. De belangrijkste vraag is daarom thans wat eigenlijk de westerse belangen in Syrië zijn? Er is een situatie ontstaan die suggereert dat het dwarsbomen van Rusland en Iran in Syrië nog de enige overgebleven doelstelling is.

Militaire situatie in de Mashreq, december 2018 (kaart: BlueHypercane761)

Terecht wordt opgemerkt dat de IS nog lang niet verslagen is, wat een reden zou zijn om de Amerikaanse militairen in Syrië te houden. Hier doet zich echter iets merkwaardigs voor waarover in de Arabische sociale media volop wordt gespeculeerd. De Amerikaanse militairen bevinden zich in het oosten van Syrië in een regio die loopt van de stad Deir al-Zor in het noorden tot al-Tanf in het zuiden vlakbij de Jordaanse grens. Dit blijkt echter precies het gebied te zijn waar de nog overgebleven IS-strijders hun toevlucht hebben gezocht en waar ze redelijk veilig lijken te zijn. Hoe kan men deze contradictie verklaren? In de Arabische wereld luidt de gangbare opinie dat de IS in Syrië net door de Verenigde Staten wordt beschermd. Buiten beschouwing latende of dit juist is of complete onzin, geeft het aan hoe in het Midden-Oosten over het Westen wordt gedacht.

Syrische Koerden

Een veelgehoord bezwaar tegen de Amerikaanse terugtrekking luidt dat hierdoor de Syrische Koerden werden verraden. Een steekhoudend argument, waarbij echter niet de realiteit uit het oog moeten worden verloren. De Syrische Koerden vochten niet tegen de IS om het Westen een plezier te doen maar omdat IS zich in regio’s bevond die de Syrische Koerden wilden integreren in hun eigen toekomstige autonome provincie Rojava. Een fata morgana omdat geen enkele staat in het Midden-Oosten dit zou toestaan, zoals het mislukte referendum over onafhankelijkheid van de Irakese Koerden bewees.

De Verenigde Staten hebben de Syrische Koerden inderdaad ingezet om IS te verslaan. Maar de Koerden hebben op hun beurt de Amerikaanse militairen gebruikt om zichzelf te beschermen omdat ze omringd zijn door hen vijandig gezinde mogendheden en milities. Zelfs als de Amerikaanse evacuatie uit Syrië langer gaat duren dan oorspronkelijk gedacht, doen de Syrische Koerden er goed aan om het op een akkoordje te gooien met de regering in Damascus. Een weinig aanlokkelijk vooruitzicht, maar alle andere opties zullen voor de Koerden desastreus uitpakken. De Turkse minister van defensie Hulusi Akar heeft reeds beloofd dat “de Syrische Koerden zullen worden begraven in de greppels die ze zelf hebben aangelegd’’.

Israël

Volgens critici betekent de Amerikaanse terugtrekking uit Syrië eveneens een ernstige aderlating voor Israël, dat zich zorgen maakt over de toenemende Iraanse activiteiten in Syrië. De Verenigde Staten hebben echter nog steeds 40.000 militairen in de regio waarvan zich zo’n 6000 in Irak bevinden. Israël zou zich eerder zorgen dienen te maken over zijn relaties met Moskou.

Nadat als een gevolg van een Israëlische luchtaanval op 18 september vorig jaar een Russisch IL-20 vliegtuig uit de lucht werd geschoten waren deze relaties reeds ernstig bekoeld. Sinds deze datum waagden Israëlische straaljagers zich niet meer in het Syrische luchtruim, maar de Israëlische aanval afgelopen Eerste Kerstdag op Damascus wakkerde de Russische woede nog verder aan. Deze aanval had twee civiele vliegtuigen die respectievelijk in Beiroet en Damascus wilden landen in direct gevaar gebracht. Volgens Russische militaire bronnen gebeurde dit met opzet, wat moeilijk te controleren valt.

Kaarten opnieuw geschud

Moskou was erin geslaagd om met zowel Iran als Israël samen te werken. Velen vroegen zich af voor welk van deze beide landen Rusland uiteindelijk zou kiezen. Alles wijst erop dat de keuze op Iran zal vallen, wat een Iraans-Israëlische confrontatie in Syrië dichterbij brengt. Dit terwijl in het noorden Turkije staat te trappelen om Syrië binnen te vallen om hier de Koerden te elimineren. De Koerden die op hun beurt steeds vaker slaags raken met de Arabische stammen in deze regio. President Trump noemde dit Syrische moeras onlangs een land van ‘’zand en dood’’. Een handjevol Amerikaanse militairen zal hierbij geen gewicht in de schaal leggen. Wie denkt dat de Syrische burgeroorlog zijn einde nadert is waarschijnlijk te optimistisch. Na de Amerikaanse terugtrekking worden de kaarten opnieuw geschud.