CBS-sterftecijfers: sinds 2020 wel degelijk hoger dan normaal

door | 6 april 2023

Kijk ook het GESPREK hierover in Blue Tiger Studio. Onderstaand artikel en het interview vullen elkaar aan.

Door ir. Sjaak Oostveen

Wat betreft de oversterfte, deze wordt bepaald als het verschil tussen de werkelijke sterfte en de zogenaamde verwachte sterfte. Daarbij is de verwachte sterfte ten alle tijden een extrapolatie van het verleden. Dat wil zeggen we bepalen de gemiddelde overlijdens per week over een aantal jaren en deze extrapoleren we  vervolgens naar de nabije toekomst.

Hierbij gaat het CBS uit van een periode van 5 jaar, dus voor 2013 is dit van 2008 t/m 2012, voor 2020 is dit 2015 t/m 2019 en voor 2023 is dit 2018 t/m 2022.  Het probleem hierbij is dat, zoals in het langjarig overzicht te zien is kan een periode van 5 jaar sterk zijn beïnvloed door bijvoorbeeld een  of meerdere jaren die in hoge mate afwijkt van de algemene trend. Dit is met name het geval met betrekking tot de verwachting voor het huidige jaar 2023 waarin de sterfte van 2020,2021 en 2022 een overheersende rol spelen.

Verder wordt over de beschouwde periode voor elk jaar de sterfte per week genomen om vervolgens per week de gemiddelde van die week te bepalen. Hierop wordt vervolgens per week het gemiddelde bepaald van de betreffende week samen met de 6 omliggende weken. En om rekening te houden met de trendmatige vergrijzing van de bevolking wordt deze laatste waarde  verschaald naar een verwachte sterfte op basis van een bevolkingsprognose. Alsof dit de leidende rol speelt inzake de trend van de sterfte.

Bij deze manier van bepalen wordt de gemiddelde wekelijkse sterfte feitelijk bepaald rond een gemiddelde die over de beschouwde periode als een horizontale lijn kan worden beschouwd waaromheen de gemiddelde overlijdens wordt bepaald om vervolgens op een indirecte wijze een te verwachten trend in te voeren.

Dit is hier (fig. 1) geïllustreerd aan de hand van de leeftijdsgroep van 80 en ouder waarin van nature de meeste sterfte plaatsvinden. Niemand is immers onsterfelijk. In het rood is de werkelijke sterfte van 2008 tot op heden aangegeven met in het lichtblauw de gemiddelde sterfte voor de periode 2008 t/m 2012 met de verwachting voor 2013  evenals in donkerblauw de verwachting voor 2014 op basis van  de periode 2009 t/m 2013. In het groen is de algehele verwachtingslijn van 2013 t/m heden weergegeven.

De volgende figuren (figuren 2 en 3) illustreren deze CBS methode voor de leeftijdsgroepen van 65 tot 80  jaar respectievelijk van 0 tot 65 jaar. Hier is de werkelijke sterfte aangegeven in donkergroen respectievelijk donkerblauw en de verwachtingslijn overeenkomstig de CBS methode in het rood. Opvallend is dat deze verwachtingslijn bij een opgaande trend aan de lage kant uitvalt en daarmee leidt tot een overschatting van de oversterfte (figuren 1 en 2). Terwijl deze bij een neergaande trend (figuur 3) aan de hoge kant blijkt uit te vallen hetgeen leidt tot een overschatting van  een ondersterfte. Mogelijk komt dit door de indirecte wijze waarop de trend is verwerkt.

Het ware beter geweest om gezien de gehele trend van sterfte sinds ongeveer 2007/2008 deze trend rechtstreeks in de statistiek mee te nemen door eerst de lineaire regressielijn te bepalen en daaromheen de gemiddelde sterftelijn te construeren waarbij tevens een zo groot mogelijk gebied in rekening wordt gebracht. Hiermee zijn tevens alle verborgen invloeden rechtstreeks meegenomen. Dit is ook  weergegeven in de volgende grafieken (figuren 1 t/m 3) op basis van de periode van 2008 t/m 2019 welke na 2019 is geëxtrapoleerd als  verwachtingslijn. In deze eerste grafiek (fig 1) is dit uitgewerkt voor de groep ouder dan 80. De lineaire trendlijn is duidelijk herkenbaar in de rechte lijn, terwijl de verwachtingslijn is geconstrueerd op eenzelfde wijze als bij de CBS doch dan ten opzichte van de lineaire trendlijn. Deze gemiddelde overgaand in de te verwachte trend is hier in het bruin is weergegeven. Dit is ook gedaan (figuur ) voor de leeftijdsgroep van 65 tot 80 jaar (licht groen) en (figuur 3) voor de groep van 0 tot 65 jaar (lichtblauw)

Op deze wijze kan ook een afwijking van de algemene trend  ofwel een trendbreuk worden vastgesteld door de gemiddelde sterfte of verwachting van de werkelijke sterfte af te trekken. Dit is (in de figuren 4, 5 en 6) gedaan met betrekking tot de absolute aantallen, inclusief de verschillende jaargemiddelden.

Evenzo is dit (in de figuren 7, 8 en 9) in relatieve zin weergegeven als percentage van het gemiddelde c.q de verwachtingslijn.  Ook hier is in alle gevallen het jaargemiddelde per jaar meegenomen.

Uit deze grafieken blijkt niet alleen overduidelijk dat de gevoerde procedure op basis van de lineaire trendlijn over de jaren 2008 t/m 2019 correct is, doch ook dat er na 2019 sprake is van een trendbreuk. Een trendbreuk enerzijds een direct gevolg van de eerste twee coronagolven in 2020, doch ook daarna ondanks de hoge vaccinatiegraden tot op de dag van vandaag.

Een trendbreuk die bij de groep van 0-65 jaar ondanks het eerste corona jaar min of meer geleidelijk werd opgebouwd tot circa 10% van de verwachtingstrend in 2021 en 2022. Bij de groep van 65 tot 80 jaar zien we ook een trendbreuk met 10% van de verwachtingstrend maar dan reeds  vanaf 2020. In tegenstelling tot deze twee groepen zien we bij de groep van 80 jaar en ouder een ander verschijnsel. Hier hebben we in 2020 als gevolg van de corona ook een trendbreuk van circa 10% van de verwachtingstrend, doch daarna een gedeeltelijke herstel naar circa 5%. Hier zien we ook dat elke sterftepiek in een korte tijd terugvalt in een hoge mate van ondersterfte. Duidelijk is dat van deze groep uiteindelijk iedereen vroeg of laat zal overlijden en daarbij gaan natuurlijk eerst de onderliggende zwakken. En wanneer deze onderliggende zwakken eenmaal overleden zijn er geen slachtoffers meer en zal er vanuit een natuurlijk proces weer een nieuwe golf van ouderen met een onderliggende zwakte groeien die vervolgens in een volgende golf komen te overlijden. Met een nieuwe fase van ondersterfte tot gevolg.

[Hierna de scenes m.b.t. de directe correlatie of beter gezegd het gebrek aan deze correlatie tussen de vaccinatie en de golven van oversterfte]