10 jaar Wikileaks en de media: ‘De Wikileaks-documenten’

door | 5 oktober 2016

 

Gisteren vierde Wikileaks haar 10-jarig bestaan. Bij het feestje van Wikileaks dat life werd gestreamd, keken alle media ter wereld toe tot het eind ervan. De NOS vroeg zich uitgebreid af wat Wikileaks hen in die tien jaar ‘gebracht had’. Maar de omroep was vooral enorm teleurgesteld toen bleek dat de feestdag zonder grote onthullingen werd afgesloten. Sommige media waren zelfs boos. Eigenlijk is dit veelzeggend. Een dag eerder werd namelijk in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag de Nederlandse vertaling van The Wikileaks Files gepresenteerd, het enige boek dat Wikileaks zelf publiceerde en dat een belangrijke samenvatting is van Cablegate en nog een aantal grote leaks. Ze hebben er jaren aan gewerkt. Niettemin was er op de perspresentatie van de Nederlandse versie geen enkele ‘echte’ journalist. Niet van de NOS, geen schrijvende pers en ook geen radio en tv. Wel waren er Kamerleden en medewerkers van de PVV en SP. De zaal zat vol met belangstellenden. Aanleiding is waarschijnlijk dat die perspresentatie in het teken stond van de band tussen media en politiek, dat er voor de locatie Nieuwspoort is gekozen, en dat het evenement met een knipoog ‘Occupy Nieuwspoort’ is genoemd. Daarnaast werd op hetzelfde evenement de onthullende bestseller van Udo Ulfkotte, Gekochte Journalisten, gepresenteerd.

Dit essay is een omwerking van mijn inleiding tijdens het evenement Occupy Nieuwspoort, waar her en der uitweidingen aan zijn toegevoegd.

Wikileaks kopieDe Wikileaks documenten is eigenlijk een onmogelijke prestatie geweest. Achttien onderzoekers hebben jaren besteed aan het doorploegen van de Amerikaanse diplomatieke kabels die in dit boek thematisch, per land en/of per regio zijn gerangschikt. Het boek gaat vooral over de relaties van de Amerikaanse regering met die van andere landen, maar Wikileaks stipt ook regelmatig de band tussen politiek en media aan.

In principe handelt De Wikileaks documenten over de laatste twee decennia, waarin de mate van beïnvloeding van de media groter is dan ooit. Maar voor we het over Wikileaks zelf gaan hebben, is het wel zo goed om een aantal lijnen te schetsen over media-beïnvloeding in het Westen waaruit blijkt dat de huidige situatie niet uit de lucht komt vallen. Mediabeïnvloeding wordt al heel lang gepraktiseerd. Udo Ulfkotte laat in zijn Gekochte Journalisten duidelijk zien dat het al gebeurt zolang hij als journalist werkzaam is, en dat dit met name plaatsvindt via de ‘Atlantische’ kanalen: de Atlantik Brücke, de German Marshall Fund enzovoort. Deze kanalen stammen uit de vroege jaren 50 en waren niet opgezet als theekransjes, maar als safe spaces waar politici en journalisten van deze kant van de oceaan gefêteerd werden door Amerikaanse bedrijven en de Amerikaanse overheid, met als doel de VS positief neer te zetten in de media, en in de politiek de Amerikaanse belangen te behartigen. Eigenlijk gebeurt daar in het groot wat in Nieuwspoort in het klein gebeurt. Stan van Houcke heeft op zijn weblog veel aandacht besteed aan een interview dat Max van Weezel bij zijn pensionering in 2014 gaf en waaruit blijkt hoezeer de politieke verslaggeving gebaseerd is op het aanschurken tegen, en socializen met de macht, en hoezeer Max van Weezel hiervan hield.

Gekochte JournalistenDe symbiose tussen media en politiek is mijns inziens niet iets van de laatste twee decennia, in tegenstelling tot Karel van Wolferen. Tijdens de perspresentatie ‘Occupy Nieuwspoort’ meende hij dat het wel iets van de laatste twee decennia is. Naar mijn idee ligt de oorzaak van zijn zienswijze in de bekentenis die hij daarna deed: in de Koude Oorlog was Van Wolferen op en top atlanticus, was de NAVO volgens hem noodzakelijk, en was de dreiging vanuit de Sovjet-Unie de alles rechtvaardigende reden voor het atlanticisme in het Westen. Na de ontmanteling van de Sovjet-Unie in 1991 viel deze noodzaak weg, en veranderde volgens hem het tevoren noodzakelijke en goede atlanticisme in een soort absoluut kwaad dat zich over de hele wereld verspreidde en de journalistiek hier ook om zeep hielp. Ik ben het hier niet mee eens. In mijn nog te verschijnen boek Permafrost laat ik zien dat tijdens de Koude Oorlog het Westen minstens zo dreigend was richting Rusland – minstens vanaf 1917 – als omgekeerd en dat Rusland al zeker vanaf 1917 de gedroomde vijand was, waartegen een enorme propaganda kon plaatsvinden en dat de militarisering in het Westen rechtvaardigde. De oorlog tegen Duitsland was niets dan een tijdelijke afleidingsmanoeuvre. Bronnen laten zien dat in 1941 – nog voor de VS aan de Tweede Wereldoorlog deelnam maar wel ruim nadat de Tweede Wereldoorlog was begonnen – Rusland als ergste vijand werd beschouwd. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen duidelijk was dat Duitsland het niet zou gaan redden, was de VS reeds geheel en al bezig het oude vijandbeeld van het Rode Gevaar op te poetsen voor de publieke opinie. Het is dit vijandbeeld en niet de realiteit die een enorme propagandamachine in het Westen rechtvaardigde. De realiteit is veel complexer. Rechtse intellectuelen als George F. Kennan hadden een veel beter beeld van Rusland. Hij hield van dit land en verdedigde het tegen zowel anti-Russische sentimenten van de haviken, als tegen romantiseringen van linkse westerse intellectuelen. Hij verdedigde zelfs Brezjnev als conservatieve en milde leider tegen allerlei ophitsende taal in westerse media. Dit werd hem door niemand in dank afgenomen, maar terugkijkend had hij gewoon gelijk.

De Sovjet-Unie beantwoordde de westerse propaganda met tegenpropaganda vanuit de Communistische Internationale. Het voert te ver om de strijd tussen de westerse en communistische propagandamachines hier uit de doeken te doen – ik verwijs daarvoor naar mijn boek – maar een paar voorbeelden van de westerse kant zijn belangrijk om te begrijpen dat we nu niet in een volstrekt ander idioom leven als in de jaren 80 en daarvoor. Wanneer Van Wolferen de vrijheid roemt die hij als journalist had in de Koude Oorlog, komt dat, zoals hijzelf verklaart, omdat hij onderdeel was van dat atlanticisme. Wie de juiste mening is toegedaan heeft alle vrijheid in dit land. En dat is alleen maar sterker geworden. Wie destijds om welke reden dan ook tegen het atlanticisme was, moest in het hele Westen zijn heil zoeken in de communistische zuil. En dat was voor iemand als Kennan natuurlijk geen optie. Ook toen stond de realiteit dus onder druk, al was het bestaan van die zuilen nog reden dat er een grotere dynamiek mogelijk was dan nu. We kunnen terugkijkend zeggen dat de diversere opinievorming van toen meer rust gaf dan de uniforme ‘officiële’ opinie van nu die zoveel echte opinie uitsluit. Dus inderdaad, aan de ene kant is de mate van mediabeïnvloeding en gelijkschakeling nu veel groter dan destijds, maar dat had niet met het Vrije Westen te maken. Er lagen immers nog enorme resten van de negentiende-eeuwse liberale erfenis in de maatschappij: de verzuiling. In de twee- tot drie decennia na WO II kon de verzuiling nog door reutelen, totdat die in de jaren 80 en 90 volledig was opgeruimd. Het valt gewoonweg samen met de opheffing van de Sovjet-Unie, en de aangebroken droom van het Einde van de Geschiedenis (wat bij nader inzien toch niet aanbrak).

Dat de CIA grootscheepse manipulaties opzette in andere landen is reeds bekend. We noemen de regime changes in Iran, Guatemala en vele andere landen die vanaf de jaren 50 plaatsvonden. Een deel van die activiteiten veranderde eind jaren 80 geheel van opzet en werd zelfs afgestoten naar andere Amerikaanse organisaties. En dat betreft met name de ‘softe’ beïnvloeding. De Wikileaks documenten stelt: “Allen Weinstein, een van de oprichters en eerste waarnemend president van de NED, merkte in 1991 op dat, dankzij het bestaan van de NED, activiteiten uitgevoerd konden worden die 25 jaar eerder nog heimelijk door de CIA werden uitgevoerd.” Ik kom later nog uitgebreid op dit citaat terug, maar wat opvalt is de overgang van CIA-activiteiten, naar openlijke activiteiten. Wat waren dat voor activiteiten? Vooral ondermijning van de minder pro-Amerikaanse regimes overal ter wereld. Maar ook de beïnvloeding van de bevolking, zowel de eigen Amerikaanse en westerse bevolking, als die van landen waar de VS een regime change wilde plegen. Eerst de ‘geheime’ kant van deze beïnvloeding, de CIA-tijd:

Een voorbeeld van mediabeïnvloeding in het Westen.
We weten uit andere studies al dat de CIA direct na de Tweede Wereldoorlog op grote schaal de media heeft beïnvloed in de VS, in Europa en in een aantal andere landen. Het vijandbeeld van het Rode Gevaar is toen zorgvuldig opgebouwd. En dankzij dit vijandbeeld kon het Westen zichzelf als het ‘vrije Westen’ gaan beschouwen. Er zijn zeer goede boeken geschreven over wat bijvoorbeeld het Congress for Cultural Freedom deed vanaf 1950. Dit congres was een uiterst geheime CIA-dekmantel die de zelf geconstrueerde beelden van het Rode Gevaar en het Vrije Westen propageerde. Hierin speelden de media natuurlijk de belangrijkste, maar wel instrumentele rol. Dat het totaal niet correspondeerde met de werkelijkheid blijkt alleen al uit de zogenaamde ‘Stalin note’ uit 1952. Stalin stelde daarin een Duitse eenwording voor onder voorwaarde dat Duitsland volledig gedemilitariseerd zou moeten worden, en verlaten door alle bezettende mogendheden. Het land mocht van hem volledig naar democratisch en kapitalistisch (markt)model ingericht worden. In feite was dit genereus, en een voorstel van Stalin tot een status quo: ‘dit is ons gebied en dat is jullie gebied. En daartussen ligt Duitsland.’ Dit is door Washington afgewezen. Amerika had veel meer baat bij een antagonistische houding richting de Sovjet-Unie en bij een IJzeren Gordijn, een soort frontvorming waarmee het beeld van het Vrije Westen sterker uit te verf kwam dan wanneer Duitsland als bufferland tussen oost en west in zou liggen. We zien de laatste twee decennia dan ook vooral een doorontwikkeling van dit front richting het Oosten. Oost-Duitsland en de Oost-Europese landen zijn, tegen alle afspraken in, bij de EU en NAVO getrokken, en nog is het niet genoeg. Oekraïne is in een oorlogsgebied veranderd, juist omdat het Westen dit complexe, verdeelde en veelkleurige land geheel in de westerse invloedssfeer wilde trekken, terwijl het juist als bufferland tussen oost en west fungeerde. Ook nu is het Westen bezig met het opruimen van bufferzones en het creëren van fronten. Het is het Westen dat zich niet wil neerleggen bij status quo’s.

Het Congres was een belangrijke kracht achter de westerse angstmachine waarmee de Koude Oorlog gevoerd kon worden. Slechts een paar leden van dit congres wisten voor welke agenda ze gebruikt werden en wie hen betaalde. Maar veel leden wisten het niet, en sommigen deden louter mee uit idealisme. Christopher Lasch was in de jaren 60 een van de eersten die de streken van het congres op grote schaal bekendmaakte, en de financiering ervan, maar ook onlangs is daarover goed gepubliceerd, bijvoorbeeld met The Cultural Cold War van Frances Stonor Saunders. In dat opzicht sluiten zowel Gekochte Journalisten als De Wikileaks documenten naadloos aan op een lange traditie in de Amerikaanse en deels ook Engelse onderzoeksjournalistiek waarin de verregaande en zeer geheime mediabeïnvloeding door overheden en daaraan verwante organisaties aan de kaak wordt gesteld. In Amerika is er een hele stevige traditie van wantrouwen jegens staat en media. Wat Amerikanen aan hun media waarderen, is dan ook hun showelement, hun hang naar wat voor ons grotesk aandoet. Maar niet voor wat ze vertellen. Het is de show die trekt, maar wat er gezegd wordt, neemt men met een korreltje zout. Een flink deel van de journalisten is voortdurend bezig om de band tussen staat en media en andere doofpotten te ontmaskeren en maakt op deze manier ook kans op de Amerikaanse bewondering voor de lonely cowboy. Veel Amerikaanse non-fictie bestsellers zijn onthullende boeken. Het publiek waardeert dat enorm.

Wat dat betreft, beste mensen, lopen wij in de protestantse, Noord-Europese landen enorm achter. Tot voor kort volgden we braaf onze media, lazen kranten, keken debatprogramma’s, en volgden braaf de berichten van onze regering die het beste met ons voorhad. Ons verlangen om in de minister-president de eerzaamste mens en tevens de vader des vaderlands te zien, was tot voor kort onaangetast. Dat is ook de reden waarom Gekochte Journalisten in Duitsland insloeg als een bom. Het markeert een omslagpunt: het vertrouwen in de media, dat voordien ook al tanende was, werd door dit boek volledig weggeslagen. Er werd een sluier afgerukt die bijna als vanzelfsprekendheid door alle betrokkenen op zijn plaats werd gehouden. Uit het interview met Max van Weezel blijkt dat men er hier ook nog trots op is.

En ook bij ons zakken de oplagecijfers van kranten dramatisch, net als de kijkcijfers van debatprogramma’s. Vertrouwen in de politiek is al geruime tijd flink dalende. Hetzelfde gebeurt in Duitsland en Engeland. Diezelfde media leggen deze ontwikkelingen keurig uit aan de hand van begrippen als ‘ontlezing’ en ‘de opkomst van de sociale media’ en ‘mondige burger’, want het ligt allemaal niet aan hen. Politici spreken van het vertrouwen terugwinnen en bouwen aan het imago. Alsof de realiteit niets meer is dan een stukje verkeerde perceptie bij de burgers inwisselen voor een stukje juiste perceptie. Dit fenomeen keert terug bij alle politieke beleid dat onder burgers niet populair is: politici zijn dan alleen nog maar bezig om hun impopulaire beleid te implementeren. Bewustwording, perceptie, beeldvorming en andere pr-termen vliegen ons als burgers dan om de oren, terwijl politici natuurlijk stug volhouden aan hun ingezette beleid. Het zal de burger linksom of rechtsom toch door de strot gedouwd worden. Duidelijker kan het onbegrip voor de burger niet uitgedrukt worden. Wie zich begeeft onder dit type politici en journalisten valt direct op hoezeer deze mensen in een bubbel zijn komen te leven die los staat van de rest van Nederland. En het lijkt erop alsof deze ziekte ook overslaat naar bepaalde delen van de ambtenarij, zoals het Ministerie van Defensie. De laatste weken verschijnen er verontrustende stukken in alternatieve media, schieten klokkenluiderswebsites van militairen en ander Defensiepersoneel als paddenstoelen uit de grond, en ook wij mochten een boek uitgeven – De Doofpotgeneraal – met een ongelofelijk relaas over Defensiepersoneel dat deels undercover en in burger de meest bizarre spionagecaperiolen uithaalt op de bedrijfsvloer van een Delftse internetprovider.

Wikileaks wemelt van dit soort voorbeelden: grote dossiers als genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s), werden door Amerikaanse ambtenaren ongelofelijk groot en breed ingezet in vooral Europa. Er ging een enorme lobby achter schuil met mediacampagne’s in alle grote media, wetenschappers die men voor het karretje spande en politici die enorme cadeaus werden beloofd als ze zich maar voor de ggo-agenda laten spannen. De VS koopt niet alleen journalisten, creëert niet alleen nieuws, maar koopt ook politici in het Westen en daarbuiten, zodat deze politici in eigen land hún agenda realiseren.

Voorbeelden van moderne beïnvloeding:
Met andere woorden: de tijd van hypergeheime beïnvloeding is voorbij. Het had ook zijn beperkingen. Als alles geheim moet blijven, kan er minder resultaat geboekt worden en ligt er voortdurend het gevaar van ontmaskering op de loer. Alles gaat nu veel openlijker. En dat is mede te wijten aan het feit dat er minder kritisch wordt omgegaan met deze vooral Amerikaanse werkwijze van bedrijven en overheden, die ook door Europese bedrijven en overheden wordt gekopieerd. Het aantal pr-medewerkers per westerse journalist is alarmerend hoog. Ook bij ons.

Het Congress for Cultural Freedom was in de Koude Oorlog nog echt een dekmantel die men aan alle kanten goed probeerde af te schermen. Uiteindelijk lukte dat niet. Tegelijk was het kinderspel in vergelijking met nu. Probeerde de CIA eerst nog het beeld van het ‘vrije Westen’ op te houden, met Amerika als haar enige en noodzakelijke waakhond, onder Reagan werd duidelijk, zo schrijft Wikileaks, dat er meer nodig was. Vanaf toen ontstond het idee om via ngo’s allerlei ‘westerse waarden’ te promoten. De belangrijkste van deze platforms is de NED, de National Endowment for Democracy, opgericht door het Congres in Washington. Men doet niet meer de moeite om te verhullen dat het geheel een overheidsinstelling is die over de hele wereld actief democratie ‘promoot’. Feitelijk is het dus geen non-gouvernementele organisatie. Maar media hebben het nog steeds over de NED als een soort ngo die overal in de wereld met de beste intenties allerlei westerse waarden promoot en de levens van mensen ter plaatse wil verbeteren. Wat betekent dat ‘democratie promoten’? Volgens Wikileaks wil dat zeggen: in landen waar nog geen pro-Amerikaanse regimes zitten, studenten kopen, activisten kopen die tot geweld bereid zijn, campagnes in elkaar draaien en strategieën bedenken om een deel van de bevolking om te turnen, en op goed voorbereide momenten een revolutie laten uitvoeren, gesteund door delen van het leger, oppositie, politie en dergelijke. Als die slaagt, komt er vervolgens een pro-Amerikaanse regime, worden er vrijhandelsverdragen afgedwongen die geen vrijhandel inhouden, maar onbeperkte toegang voor Amerikaanse bedrijven tot de interne markt waarborgen, en tot de interne natuurlijke hulpbronnen. Het gaat nooit om democratie en vrijheid, maar altijd om de Amerikaanse economische en politieke belangen. Nogmaals het Wikileaks-citaat over de NED:

“Allen Weinstein, een van de oprichters en eerste waarnemend president van de NED, merkte in 1991 op dat, dankzij het bestaan van de NED activiteiten uitgevoerd konden worden die 25 jaar eerder nog heimelijk door de CIA werden uitgevoerd.”

Het is dus een vervanger van de CIA op bepaalde terreinen. Daarmee is ook een andere, nog meer geïntegreerde benadering van de media ontstaan. In plaats van het kopen van nieuws, zoals Ulfkotte dat noemt – die laat zien hoe dat in zijn werk gaat aan de kant van journalisten zelf – laat Wikileaks de manipulatie van nieuws door de overheid zien. Dat gebeurt onder andere door middel van enorme aantallen pr-managers die zorgvuldig bepaald nieuws selecteren dat zij aan journalisten geven. Een alarmerende indicatie zou moeten zijn dat wij deze mensen ‘persvoorlichters’ noemen. Dit zijn mensen die journalisten voorlichten. Moeten journalisten voorgelicht worden? Voorlichten is immers het voorbewerken, voorframen, voorinkleuren, voorsorteren, voorverwarmen en zelfs creëren van feiten. Hoezeer het fenomeen voorlichten geheel en al een aanvaard gegeven is in de vaderlandse journalistiek, bleek wel vorige week, toen tijdens de JIT-presentatie van het MH17-rapport geen enkele journalist van een groot medium een kritische vraag kon of wilde stellen terwijl er zo verschrikkelijk veel kanttekeningen zijn te plaatsen bij dit hele onderzoek. Blijkbaar is iedereen bang om voor een kremlintrol te worden uitgemaakt.

En dat maakt het allemaal een beetje dubbel. Want aan de ene kant zien we grootscheepse nieuwsmanipulaties van de overheid, maar aan de andere kant zien we ook een journalistiek die zich steeds kritieklozer naar die overheid opstelt, persberichten overpent, op grote dossiers geen eigen onderzoek verricht – al dan niet door budgettaire tekorten – en zich in sommige gevallen ook nog eens als waakhond van die overheid opstelt richting systeemverstoorders zoals burgers die er eigen ideeën op na blijken te houden. Dit soort voorbeelden zijn er vele: waarom steunen alle grote media-outlets in de VS Clinton, terwijl ze gelijk staat met Trump in de pols? Waarom verketteren alle grote Duitse media al jarenlang een begenadigd intellectueel als Thilo Sarrazin, terwijl 70 procent van de Duitsers zijn ideeën steunt?

Een mogelijk antwoord is dat we de macht en mogelijkheden van de media gewoon overschat hebben en dat de ‘vrije wereld’ een wereld is waarin overheden kunnen doen wat ze willen en waar media ofwel graag tegen aanschurken, ofwel bezit zijn van een mediatycoon die er graag tegenaan schurkt. Ofwel dat onderzoeksjournalisten murw gebeukt zijn vanwege de muur waar ze beroepsmatig tegenaan dienen te lopen. In plaats daarvan merken jonge en aanstormende journalisten dat niet het stuklopen op de muur loont, maar het meebewegen met de muur: er onderdeel van zijn. Embedded journalism in optima forma. De resten van de verzuiling konden de machteloosheid van de media ten aanzien van de staat nog lange tijd verhullen en creëerden nog een zekere dynamiek. Maar sinds wij in een volledig gelijkgeschakelde liberale democratie zijn terechtgekomen waarin ideologische verschillen zijn weggevallen, en er alleen nog een klein antagonisme is tussen de islam en de liberalen, is die dynamiek en kritische houding van journalisten volledig verdwenen en lijkt de journalistiek als waakhond er vooral een te zijn waarvan de politiek de riem in handen heeft en niet de burger.

Embedded journalism is een belangrijke trend. Het is al decennialang beleid van overheden voor oorlogsverslaggevers dat die door het leger worden beschermd, bij de dagelijkse persconferentie van de persvoorlichters zijn, maar ook heel veel dingen niet mogen doen. Wie als oorlogsverslaggever zijn eigen gang wil gaan, verliest bescherming. Embedded journalisten daarentegen worden bij de hand genomen. Leuke plaatjes, leuke nieuwtjes, maar wel voorgesorteerd. Niet-leuke plaatjes en niet-leuke nieuwtjes worden op voorhand weggefilterd tenzij men er de Russen de schuld van kan of wil geven. De echte gruwelen en oorlogsmisdaden van westerse legers in bijvoorbeeld Irak – die ook massaal zijn begaan door Irakese milities die onder direct Amerikaanse bevel staan – werden zo in de doofpot gehouden. We lezen ze wel veelvuldig in De Wikileaks documenten.

Wikileaks wijst er onder andere op dat de media de beslissingen van Obama rond Guantanamo Bay in 2011 hebben gedownplayd. In feite hebben ze de beslissing om de gevangenis in gebruik te houden, verdedigt tegen scherpe kritiek uit de Europese media. Ik wil hier Wikileaks even langer citeren:

“De documenten laten zien dat de gevangenbewaarders wisten dat de meerderheid van de gevangenen geen banden had met Al Qaida. Ze noemden ten minste honderdvijftig mannen waarvan bekend was dat zij per ongeluk gevangen burgers waren, die vervolgens jarenlang zonder enig vorm van proces werden vastgehouden. Deze documenten zijn hoofdzakelijk door de Guantanamo-commandant ondertekend.” Al snel werd duidelijk dat honderden mensen werden vastgehouden zonder goede redenen en zo’n zeshonderd gevangenen uiteindelijk zijn vrijgelaten bij gebrek aan bewijs. De nieuwe documenten tonen volgens Worthington aan:

…waarom generaal-majoor Dunlavey, de commandant van Guantanamo, zich in 2002 beklaagde over (…) het aantal ‘Mickey Mouse’-gevangenen, zoals hij ze beschreef, die hij vanuit Afghanistan kreeg opgestuurd. Hier zijn ze. Hier zijn de boeren en de koks en de taxichauffeurs en al deze mensen die nooit bijeengedreven hadden mogen worden, maar in Guantanamo belandden omdat er geen screeningsprocedure was.

Afgezien van degenen die kennelijk burger waren en op willekeurige wijze door Amerikaanse strijdkrachten waren weggeplukt, worden anderen vastgehouden op basis van beschuldigingen dat ze van ‘veel waarde’ zijn. Het gaat hierbij om mensen die werden gemarteld voor informatie, om gevangenen die geestelijk instabiel waren, om anderen die goede reden hadden om beschuldigingen te verzinnen in ruil voor een voorkeursbehandeling, en om pathologische leugenaars.

In feite lijkt de vs een wereldomvattend apparaat te hebben gecreëerd dat niet zo zeer ‘terroristen’ vangt om te berechten, maar honderden mensen oppakt en manieren probeert te vinden om ze als ‘terrorist’ te bestempelen. Met deze machine probeert de Amerikaanse regering op indrukwekkende wijze haar bewering te staven dat haar tegenstanders in Afghanistan en Irak in feite allemaal ‘terroristen’ waren.”

Wat is het dat de Amerikaanse media en masse Obama verdedigd hebben om Guantanamo open te houden? Op heel veel andere dossiers kunnen we dezelfde reflex bij de media zien: media zijn systeemverdedigend bezig. Het is deze reflex die verwondert en verbaast, maar die ook heel gevaarlijk is.

En dat brengt een kant naar voren die we in onze westerse media veel te weinig zien. Systeemkritiek bestaat niet meer, ook niet in de media met een meer ideologisch verleden zoals Elsevier, Vrij Nederland, en de christelijke dagbladen. Nieuws wordt gebracht zonder samenhang en duiding, en de bewoordingen en frames van de pr-voorlichters worden zonder kritiek overgenomen. Daarin zit vaak al een enorme lading en betekenis. Feiten staan immers nooit op zichzelf. Feiten hebben altijd een blikrichting, en met name díe wordt gemanipuleerd, samen met het weglaten van andere feiten die de gewenste blikrichting op andere feiten in de weg staat.

Het is bijvoorbeeld lang geleden dat we in de media een exposé hebben gelezen waarin het begrip democratie uitgelegd werd. ‘De’ democratie bestaat immers niet. Er bestaan slechts democratische instrumenten. Noem eens een westers land waar het volk regeert? Dat bestaat niet. Sterker nog, als de media zo voor de democratie zijn, waarom klagen ze dan niet iedere dag in al haar edities dat Nederland nog steeds EU-lid is? Daar wilde de demos in 2005 immers vanaf. Waarom wordt Rutte niet iedere vrijdag gevraagd waarom hij nog geen uittredingsprocedure gestart heeft? Nog steeds niet gebeurd. En ik lees er ook niks over in de NRC. In die krant heb ik de afgelopen tijd daarentegen wel meerdere keren allerlei diskwalificerende omschrijvingen van de demos gehoord. Alles waar het volk met de NRC van mening mee verschilt, valt zo’n beetje buiten de democratie. Of mag het volk alleen haar mening geven wanneer die overeenstemt met die van de NRC? Zodat de krant zichzelf op de schouder kan kloppen hoe goed ze haar taak heeft verricht? De denigrerende bewoordingen richting het volk in meerdere grote media tijdens het afgelopen Oekraïne-referendum, maken duidelijk dat veel media blij zijn dat het volk niet nog meer invloed heeft als nu het geval is: Húp met die kiesdrempels zodat er geen nieuwe partij meer in het parlement kan komen, vóóruit met dat partijkartel, weg met die referenda! Dat lees je wel veel in de media. Zijn de media dan toch tegen de democratie? En waar zijn ze dan voor? Voor meer invloed van het koningshuis, van multinationals, van grote lobby’s, van Brussel? Van? Ja, wat willen ze?

Als je ze dit vraagt komt er steeds een ding: ze willen vooral een politiek van gezond verstand. Maar wie bepaalt wat gezond is? Zij, of het volk? Het Burgercomité-EU schreef vorig jaar in haar Manifest al dat de permanente overdracht van Nederlandse staatsbevoegdheden naar Brussel vooral plaatsvond onder het argument van bestuurbaarheid. De EU moest vooral bestuurbaar zijn en daarom eiste ze voortdurend meer soevereiniteit op van de lidstaten en breidde ze haar bevoegdheden steeds verder uit. Dit is zo’n typisch voorbeeld van wat de meeste journalisten met ‘gezond verstand’ aanduiden. Meer macht naar de EU en het afbouwen van de Nederlandse natiestaat waar de burger nog invloed heeft, dat is allemaal ‘heel verstandig’. Overdracht naar de EU waar burgers niets te vertellen hebben, is ‘heel verstandig’. Kennelijk zijn de journalisten erachter gekomen dat een groot deel van het volk toch grossiert in meningen en belangen die de hunne niet zijn.

Wie De Wikileaks documenten leest gaat patronen herkennen. Immers, we hebben het hier over het buitenlandbeleid van de VS, maar vooral landen als Nederland en Engeland fungeren al een tijdje als haar schoothondjes. We hebben te maken met kopiegedrag hier. Wat Amerika in het groot doet, gebeurt hier in het klein. Misschien minder brutaal en knulliger, maar toch. Ook uit De Wikileaks documenten blijkt dat overal waar Amerika een vinger achter de deur krijgt, het de regering aanbiedt om te helpen met de voorlichting aan de media om “misvattingen bij te sturen” en hen te helpen begrijpen waarom de VS het beste met hen voorheeft. Wikileaks beschrijft uitgebreid hoe dit gebeurde in bijvoorbeeld Ecuador, maar in feite gebeurt het overal waar een VS-kritische pers is en waar onbegrip heerst voor de Amerikaanse handelswijze. De strategie is: via voorlichtingscampagnes de perceptie proberen om te keren, maar zeker nooit je beleid bijstellen.

Voor de eigentijdse westerse staatsvoering vormt de pers dus onderdeel van een integrale benadering richting de burger. Dit is een cruciaal punt. Media mediëren wat de persvoorlichters beogen. Eenrichtingsverkeer. Wikileaks laat overduidelijk zien dat, wat de Amerikanen hun “democratie-promotiecampagne-strategieën” noemen, neerkomt op waar mogelijk gewelddadige regime changes, en daarna het creëren van voor de VS gunstige politieke en economische omstandigheden in dat land. Dat gebeurt keer op keer. Men dwingt zelfs andere landen om lid te worden van het Internationaal Strafhof in Den Haag, terwijl het zijn eigen politici, militairen, agenten en diplomaten immuniteit geeft. Landen die deze immuniteit niet erkennen, krijgen sancties van de VS. In andere woorden: in al haar doen en laten beschouwt de VS zich als exceptionele wereldmacht. Het laat andere landen aan wetten en gerechtshoven onderwerpen waarvoor het immuniteit heeft.